AJVAR – algemene producten en bereidingswijzen
Eieren pocheren
Weinig zaken zien er zo verlokkelijk uit als zo’n zacht, wit en kogelrond gepocheerd ei waar, gebroken met je vork, de warme, goudgele dooier langzaam uit komt vloeien. Het maakt van een doodgewoon ontbijt een klein geluksmoment, en van de meest alledaagse gerechtjes zoals een salade of een stukje brood met een plakje zalm een waar feestje. Ook een bordje soep wordt met zo’n gepocheerd ei opgewaardeerd tot een vorstelijke dis, zoals deze Oostenrijkse daslooksoep of de Tsjechische kulajda, een soep van wilde paddenstoelen uit de Boheemse wouden. Soms staat de soep zelfs helemaal in dienst van het ei, zoals in deze Hongaarse eiersoep. Ook wat verder weg, op de Balkan, maakt een gepocheerd ei de smulpaap blij, bijvoorbeeld in het beroemde gerechtje van gepocheerd ei met yoghurt uit Bulgarije, de Panagyurishte eieren, of de Macedonische tegenhanger, de jajtsja na voda.
Het pocheren van eieren is niet zo moeilijk als het lijkt. Met de goede techniek en een klein beetje oefening kom je een heel eind. Het grote probleem is om het eiwit netjes rond de dooier te houden, rond en glanzend, in plaats van een onsmakelijke boel van uitgelopen, rubberachtige draden. Met de tips hieronder is het pocheren van eieren een koud kunstje.
Zorg dat de eieren vers zijn. Verse eieren hebben een wat vaster, dikker eiwit rond de dooier; dat van minder verse eieren is wat wateriger. Daardoor houden de eieren beter een ronde vorm als je ze pocheert. Of je eieren vers zijn kun je testen door ze in een glas water te leggen. blijft het ei horizontaal op de bodem liggen, dan zit je goed. Als het wat begint te drijven of het gaat rechtop staan, dan wordt het al een stuk minder. Is je ei niet kakel meer, breek het dan in een kommetje en laat het waterige deel van het eiwit wat weglekken.
Breng een pannetje met water (een laagje van minstens 5 cm.) aan de kook. Doe er een eetlepel azijn bij.
Breek het ei in een kommetje. Dan is het makkelijker om het in de pan te laten glijden.
Als het water in het pannetje begint te koken zet je het vuur laag zodat het tegen de kook aan blijft. Precies zo dat er wat belletjes verschijnen; niet meer.
Roer nu met een lepel het water rond (niet te wild) zodat er in het midden een waterkolkje ontstaat. Dat zal helpen om het eiwit mooi rond het ei te plooien.
Laat het ei uit het kommetje in het midden van het draaikolkje glijden. Je kunt het nog wat helpen door snel met twee eetlepels het eiwit nog wat beter rond het ei te vormen.
Een andere methode om te zorgen dat het eiwit niet (te veel) uitloopt, is door de bodem van het kommetje met het ei even in het hete water te houden voordat je het ei in het water laat glijden.
Laat het ei nu heel zachtjes een paar minuten koken, tot het eiwit stevig is. Met 3 – 4 minuten is de dooier nog zacht en vloeibaar. Iets langer voor een wat steviger eigeel kan natuurlijk ook, maar hoe langer je het ei kookt, hoe meer het eiwit op rubber zal gaan lijken.
Schep het gepocheerde ei met een schuimspaan uit het water en laat het uitlekken op keukenpapier. Wil je meerdere eieren pocheren, dan kun je het ei even warm houden in heet water. Zorg er wel voor dat het niet tè heet is: dan gaart het ei verder en wordt het eiwit taai.
Wil je voor een groter gezelschap eieren pocheren? Geen reden tot paniek. Een uurtje voordat er opgediend wordt pocheer je de eieren. Leg de gepocheerde eieren in ijswater. Daarin kun je ze een uurtje bewaren. Vlak voor het moment van serveren warm je ze in heet water op, ongeveer 45 seconden.