Mierikswortel

algemeen AJVAR – algemene producten en bereidingswijzen

 

Mierikswortel

Mierikswortel wordt al duizenden jaren verbouwd. Het schijnt dat de Egyptenaren de plant al kenden, zo’n 3500 jaar geleden. Volgens de oude Grieken zou het Orakel van Delphi tegen Apollo hebben gezegd dat de plant zijn gewicht in goud waard is. Daarbij moet je weten dat Apollo niet alleen de god was van muziek, waarheid, poëzie, zon en profetie, om maar een greep uit zijn takenpakket te doen, maar ook van de geneeskunst. De Griekse arts en botanist Dioscorides beschreef de plant in zijn werken, evenals de Romeinen Cato (de Oudere) en Plinius (ook de Oudere). De plant is nooit weg geweest: gedurende de middeleeuwen werd ze zowel als geneesmiddel en als smaakmaker gebruikt, en in de 17de eeuw namen kolonisten het spul mee naar Noord-Amerika, waar zowel George Washington als Thomas Jefferson het in hun groentetuintje hadden staan.

Hoewel ook de bladeren van de mierikswortel eetbaar zijn, zit het voornaamste deel van de plant onder de grond: een harde, lange penwortel. Die ruikt eigenlijk nergens naar, maar dat veranderd dramatisch zodra je hem raspt. Door het breken van de celwanden komt er zo’n golf van mosterdolie vrij dat het je neus en je ogen niet onberoerd zal laten.

mierikswortel

Geraspte mierikswortel moet je meteen gebruiken, want de smaak, die op het moment van raspen scherper is dan de heetste mosterd, vervliegt al snel. Dat kun je voorkomen door het spul meteen te mengen met azijn, en azijn is dan ook het belangrijkste bestanddeel van mierikswortelsaus. Geraspte appel, bouillon en/of room, dat wordt er ook vaak aan toegevoegd.

Mierikswortel smaakt vooral erg goed bij rund- en varkensvlees, ham en vis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *