AJVAR – algemene producten en bereidingswijzen
Snoekbaars
Snoekbaars, ook wel zander genoemd, (Sander lucioperca) is de grootste in zoetwater levende baarsachtige van Europa. Hij komt oorspronkelijk uit Centraal- en Oost-Europa en is sinds eind 19de eeuw door uitzetting ook in West-Europa verspreid.
De snoekbaars is een langgerekte roofvis met een spitse kop en een grote bek, met daarin lange hoektanden voor het verwonden en het vastgrijpen van de prooi, en een rij kleinere, naar binnen gerichte tanden waarmee hij de gevangen vis kan vasthouden. Hij is op de rug groenachtig grijs, aan de zijkant verticaal gestreept, en naar de buik toe geel- en zilverwit.
Snoekbaars houdt van diep, schoon, langzaam stromend water, net als de snoek. De competitie tussen beide soorten is overigens beperkt omdat snoek en snoekbaars heel verschillende prooivoorkeuren hebben.
De snoekbaars jaagt voornamelijk ’s avonds en ’s ochtends tussen 5 uur en 12 uur, omdat hij dan met zijn grote glazige ogen met reflecterend netvlies (hij wordt om die reden ook wel “glasoog” genoemd) een voordeel heeft ten opzichte van zijn prooivissen zoals blankvoorn, kolblei en baars. Ook maakt hij gebruik van een zijlijnorgaan dat hem in staat stelt de waterstroming waar te nemen die een prooidier veroorzaakt, en om grotere stilstaande objecten waar te nemen door de verstoring die ze opwekken in het stromingspatroon. De snoekbaars maakt ook gebruik van geur om zijn prooi te vinden.
In de winter trekt hij zich als dat mogelijk is terug naar zeer diep water. Veel snoekbaarzen leven dan op dieptes tussen de tien en twintig meter.
Snoekbaars heeft zeer smakelijk, delicaat en stevig vlees en vrij weinig graten. Bij het kopen van snoekbaars moet je erop letten dat de grote, glazige ogen helder en bol zijn, en dat de witte buik strak is, en niet opgeblazen.
De meeste recepten voor snoekbaars zijn van toepassing op snoek, maar ook op zeebaars, die een vergelijkbare structuur en smaak heeft.
Snoekbaars fileren
Eerst snijd je de kop eraf: maak aan beide zijden net achter de borstvin (achter de kieuwen) en aan de onderzijde achter de buikvinnen een diepe diagionale snede richting kop. Dan trek je de kop naar achteren (in de richting van zijn rug) en snijd je hem los.
Dan verwijder je de organen: snijd vanaf de anus de buik open naar voren. Schraap met een mes voorzichtig de organen eruit, en verwijder het laatste restjes met je vingers.
Dan komt het eigenlijke fileren: snijd langs de rugvin de vis langs de ruggengraat helemaal in, en snijd het laatste stuk van de filet los van de staartvin. Werk dan naar beneden, steeds van voor naar achter over de hele lengte van de vis. Laat het mes zo daarbij zo plat en zo dicht mogelijk langs de graten glijden, en snij de filet helemaal los.
Draai de vis om en doe hetzelfde met de tweede filet. Was de filets goed met koud water en dep ze droog.
De rest van de vis hoeft niet de vuilnisbak in: dat kun je mooi gebruiken om visbouillon van te maken.
recepten met snoekbaars
snoekbaars met courgette
snoekbaars met linzen
gekookte snoekbaars
snoekbaars als in Smederevo
snoekbaars met citroen en dille
snoekbaars met uiensaus
snoekbaars met roomsaus
gebakken snoekbaars
snoekbaars uit de Karpaten