AJVAR – algemene producten en bereidingswijzen
Voorn
Blankvoorn (Rutilus rutilus), en rietvoorn (ook ruis- of roodvoorn genoemd) (Scardinius erythrophthalmus), zijn naaste verwanten van de karper. Ze komen in groten getale voor in heel Europa, en zijn bij vissers vooral populair als aas voor grotere vissen als snoek, snoekbaars of meerval. Als consumptievis zijn ze in onze contreien niet erg geliefd, waarschijnlijk vanwege de vele graten. Dat is ten onrechte, want zeker blankvoorn is een vis met erg smakelijk, delicaat vlees.
Voorns leven in scholen in stilstaand en langzaam stromend water. Ze voeden zich met waterplanten en kleine ongewervelde diertjes (slakken, wormen, watervlooien e.d.). Vooral in de zomermaanden zijn ze erg actief. In de winter, wanneer hun stofwisseling trager wordt, trekken ze zich terug in dieper water.
Blank- en rietvoorns zien er op het eerste gezicht hetzelfde uit, maar er zijn een aantal kenmerken waaraan je ze kunt onderscheiden. Zo zie je bij de blankvoorn (foto boven) dat de buikvinnen en de rugvin op gelijke hoogte staan, terwijl bij de rietvoorn (onder) de buikvinnen iets meer naar voren staan. Ook staat de bek van de blankvoorn recht, waar die van de rietvoorn naar boven wijst. Verder heeft de blankvoorn rode ogen, en zijn die van de rietvoorn meer goudgeel. En als je dan nog niet zeker van je zaak bent dan ga je de schubben aan de zijlijn tellen: bij een blankvoorn zijn dat er 39 tot 48, bij de rietvoorn 40 tot 42.
ruisvoorn
In de keuken zijn ze te gebruiken voor alle soorten bereidingen: gebakken, gepocheerd, gepureerd en tot balletjes gedraaid, gefrituurd en ingemaakt in azijn. Vooral die laatste bereiding is handig voor voorn, omdat de azijn al die kleine, ellendige graatjes zacht maakt en oplost. Alle recepten voor voorntjes zijn ook geschikt voor andere witvis zoals b.v. kolblei, brasem, kopvoorn of sneep.
Recepten met voorn:
soep van ruisvoorn
vissalade met augurken
vis op riet
voorn in azijn
voorn met ketchup-boter