Categorie archieven: Tsjechië

Tsjechië – recepten uit de keuken van Tsjechië – gerechten uit Tsjechië – de Tsjechische keuken

Tsjechische wijn      Wijnbouw in de Tsjechische Republiek

 

TSJECHISCHE WIJN

Geschiedenis
De wijnbouw in Tsjechië begon een kleine 2000 jaar geleden, in de streek rond het stadje Mikulov, tot op de dag van vandaag het hart van het Moravische wijnbouwgebied. In de 2de eeuw n.Ch. bouwde het Romeinse leger een grote buitenpost langs de Barnsteenroute, op een heuvel boven wat later het dorpje Mušov werd. De barnsteenroute is een oeroude handelsweg tussen de Baltische Zee en Zuid-Europa waarover barnsteen, het “goud van het noorden”, werd vervoerd naar Italië, Griekenland, Syrië en Egypte. Op die heuvel, de “Burgstall” (nu “Hradisko”) zijn sinds 1927 opgravingen gaande naar het legerkamp. Het Xde legioen had de taak om de Germaanse stammen onder de duim te houden die tijdens de Marcomannen-oorlogen waren verslagen. De archeologen vonden overblijfselen van twee gemetselde gebouwen: een praetorium (de naam komt van de tent van de bevelhebber, de praetor) en een balneum (badhuis), inclusief een hypocaustum, een systeem van “vloerverwarming”. Het bouwmateriaal, baksteen, werd aangevoerd vanuit het “basiskamp” van het legioen, Vindobona, dat later zou uitgroeien tot de stad Wenen. Ook werden munten en andere artefacten gevonden uit de periode van de keizers Antoninus Pius, Marcus Aurelius en zijn zoon Commodus. De jongste munten stammen uit de tijd van Septimus Severus, die keizer was van 193 tot 211. Van belang voor ons verhaal is echter een andere, bescheiden vondst, nl. een snoeimes voor het snoeien van wijnstokken. Onder ter zake kundige historici bestaat de mening dat in die Romeinse tijd mogelijk de Grüner Veltliner en de Welschriesling in de regio geïntroduceerd zijn, ook nu nog twee van de meest aangeplante wijndruiven in de streek. Ook na het vertrek van de Romeinen bleef de wijnbouw een belangrijke rol spelen in Moravië, zoals de vondst van vele snoeimessen en druivenzaadjes bij opgravingen in Slavische nederzettingen bewijst. Het dorpje Mušov zelf, waar het allemaal begon, is in de golven verdwenen toen in de jaren 1980 werd begonnen het aanleggen van de Nové Mlýny reservoirs: drie waterbekkens achter een dam in de rivier de Dye. De wijnbouw, die bloeit als nooit tevoren.

Tsjechische wijn
Druivenoogst. Mozaïek uit Caesarea, het huidige Cherchell, Algerije


Bohemen
Het was een slordige 600 jaar na het vertrek van de Romeinen dat de wijnbouw haar intrede deed in Bohemen. In het jaar 874 stuurde prins Svatopluk van het Groot Moravische Rijk zijn Boheemse collega, prins Bořivoj, een vat wijn om de geboorte van zijn zoon Spytihněv te vieren. Vanwege een langdurige droogte die het Boheemse land destijds teisterde, zo wil het verhaal, offerde Bořivoj’s vrouw Ludmila wat van de wijn aan de godin van de oogst, Krosyně, waarbij ze bad om regen. Wie bekend is met het Tsjechische klimaat weet dat je daar nooit lang op hoeft te wachten, en ook nu werd haar gebed prompt verhoord. Binnen no time regende het pijpenstelen, de oogst was gered en Bořivoj en Ludmila plantten de eerste Boheemse wijngaard bij de stad Mělník. Van hun kleinzoon, de Heilige Wenceslas, wordt verteld dat hij zo verzot was op de eucharistie dat hij eigenhandig het graan voor de hostie en de druiven voor de miswijn verbouwde. In ieder geval wordt hij tot op de dag van vandaag door de Tsjechische wijnmakers geëerd als “Supremus Magister Vinearum”: de opperste meester van de wijngaarden. Ieder jaar is er, op de feestdag van de Heilige, 28 september, een wijnfestival in Mělník.

wijnbouw in Bohemen
St.Wenceslas in de weer met tarwe (prent uit de Velislav-bijbel, 14de eeuw)

In zoverre zal de legende op waarheid berusten dat het vooral de kloosters waren die hielpen om de wijnbouw naar een hoger plan te tillen. Ze stichtten grote wijngaarden waar variëteiten werden aangeplant uit Duitsland en Frankrijk. Samen met de wijnstokken werd ook de kennis en snoeimethodes uit deze landen, waar de kunst van het wijnmaken op een beduidend hoger niveau stond, geïntroduceerd. Naar alle waarschijnlijkheid kwam in deze tijd ook de Pinot Noir naar de Tsjechische landen.

In 1249 gaf koning Ottokar II van Bohemen de heerlijkheid Mikulov (Nikolsburg, zoals het in het Duits heette) in leen aan Heinrich I von Liechtenstein. Voor de koning was het stank voor dank, want Heinrich koos tijdens de Slag op het Marchfeld, 1267, waar Ottokar zijn hoofd en zijn kroon verloor, de zijde van zijn tegenstander Rudolf van Habsburg. Voor de wijnbouw in Zuid-Moravië betekende het daarentegen een flinke stap voorwaarts. Er werden meer en meer wijngaarden gesticht in de heuvels van Palava, en de wijnbouw werd straf gereguleerd, met als resultaat dat Mikulov in 1368 was uitgegroeid tot een van de grootste centra voor wijnbouw in Moravië. Het oudst bewaarde belastingregister van de familie Liechtenstein, waarin een aantal wijngaarden rond Mikulov en Valtice worden genoemd, stamt uit 1441.

De dertigjarige oorlog (1618–1648) verwoestte een groot deel van de wijngaarden in Tsjechië, die in de honderd jaren daarop volgend weer langzaamaan werden herplant. Dat ging blijkbaar erg voortvarend, want in 1763 vroegen Oostenrijkse wijnbouwers aan keizerin Maria Theresa om nieuwe aanplanten in Moravië aan banden te leggen om de groeiende concurrentie te beteugelen. In 1783 werden de oude, middeleeuwse wetten die de wijnbouw in Moravië nog steeds beheersten afgeschaft door de hervormingsgezinde keizer Jozef II, en vervangen door een nieuw geheel van regelingen voor Moravië. In de loop van de 19de eeuw werd ook de scholing in de wetenschap en de kunst van het wijn maken grondig verbetert door het oprichten van wijnacademies in Bzenec, Znojmo, Valtice, Mělník, Lednice, Mikulov en Klobouky.


Druifluis
Het ging niet allemaal van een leien dakje met de Tsjechische wijn: rond 1850 verzamelden Engelse botanisten exemplaren van Amerikaanse druivenstokken en brachten ze naar Europa. Op die druivenstokken liftte de druifluis Phylloxera mee. Het is een bijna microscopisch klein beestje, verwant aan de bladluis, dat aan de wortels van de druivenstok vreet. Daardoor ontstaan vervormingen en schimmels op de wortels waardoor de stroom van voedingsstoffen en water geleidelijk wordt afgesneden en de stok afsterft. De Amerikaanse druivenstokken waren redelijk resistent, maar de Europese Vitis vinifera was er niet tegen gewapend. De plaag sloeg vanuit Engeland over naar Frankrijk en verwoestte uiteindelijk een groot deel van de Europese wijngaarden. Ook Tsjechië bleef niet gespaard: Phylloxera werd voor het eerst gezien in Šatov in 1890, en vernietigde in de daaropvolgende tien jaar vrijwel de volledige wijnbouw in Moravië.

Tsjechische wijn
“Phylloxera, een echte fijnproever, zoekt de beste wijngaarden uit en hecht zich de beste wijnen.” (Cartoon uit “Punch”, 1890)

Het probleem werd uiteindelijk opgelost door een Amerikaan en een Fransman, Ch.V. Riley en J.E. Planchon, door het enten van Vitis vinifera op de wortels van voor druifluis resistente Amerikaanse soorten zoals de Vitis aestivalis. De onderstam heeft geen invloed op de ontwikkeling van de wijndruiven, omdat de genen die verantwoordelijk zijn voor de druiven niet in de onderstam zitten, maar in de telg. Deze methode heeft als bijkomend voordeel dat ook aanpassing van de onderstam mogelijk is, aan gewenste groeikracht en bodem- en weersomstandigheden. De Moravische wijngaarden werden herplant met nieuwe, hoogwaardige druivensoorten, zodat de aanvankelijke ramp er uiteindelijk resulteerde in een hogere kwaliteit en diversiteit.

Sinds het vertrek van de communisten en de toetreding in 2004 tot de Europese Unie zijn de wetten inzake de wijnbouw en wijnbereidingspraktijken in de Tsjechische Republiek geheel in overeenstemming gebracht met de normen van de EU, zodat Tsjechië klaar is om zich een plaats in de gelederen van de wijnproducerende en -exporterende landen te veroveren.

Gezien het feit dat de Tsjechische Republiek een Centraal-Europees land is zonder maritieme invloeden en met wijngaarden die rond de 49ste en de 50ste breedtegraad liggen (Mělník ligt ter hoogte van Koblenz, D.; Mikulov ter hoogte van Baden-Baden), is het een wijnland dat bestempeld kan worden als “koude groei gebied” met een continentaal klimaat. Dit zijn factoren die voor een belangrijk deel de lokale stijl wijn bepalen. Over het algemeen kun je zeggen dat de Tsjechische wijnen zeer sterk lijken op de wijnen van Neder-Oostenrijk. De Moravische wijnregio grenst aan de Oostenrijkse wijngebieden en deelt dezelfde methodes, tradities, gebruiken en geschiedenis. Ken je de wijnen van Neder-Oostenrijk, dan ken je de wijnen van Tsjechië.


Wijnregio’s
De Tsjechische wet definiëert twee wijnbouwgebieden: Moravië (Vinařská oblast Morava) en Bohemen (Vinařská oblast Čechy), met een totaal van ongeveer 20.000 ha., waarvan het overgrote deel, 19.000 ha., in Moravië ligt.

Wijn in de Tsjechische Republiek

Moravië
Het zwaartepunt van de Tsjechische wijnproductie ligt in het zuiden van Moravië, voornamelijk rond de rivier de Dyje. Het gebied is onderverdeeld in vier subregio’s (Vinařská podoblast):

Mikulovská, met als centrum de stad Mikulov; Znojemská, rond de stad Znojmo; Velkopavlovická, met het stadje Velké Pavlovice en Slovácko, de subregio grenzend aan Slowakije.

Mikulovská
Dit is de streek waar het allemaal begon en waar archeologen de oudste nederzettingen van Europa hebben blootgelegd. Mikulov is het historische centrum van de wijncultuur in de Tsjechische Republiek. De subregio en haar wijnen worden gekarakteriseerd door de bodem van kalksteen in de hooglanden van Palava. De wijngaarden bevinden zich voornamelijk op de hellingen van de hooglanden en produceren vooral witte wijnen met een kenmerkend fruitig aroma, minerale en verfrissende zuurheid. Het totale aantal wijngaarden beslaat een oppervlak van 4432 ha. Belangrijkste variëteiten zijn Welschriesling, Riesling, Grüner Veltliner en Pinot Noir. De voornaamste wijncentra zijn Mikulov, Valtice, Perna, Pavlov en Dolni Dunajovice.

Znojemská
De wijnstreek langs de oostenrijkse grens met als centrum de oude wijnstad Znojmo, een fraai stadje dat een belangrijke rol speelde in de Tsjechische geschiedenis. De regio ligt in de regenschaduw en op de uitlopers van het Boheems-Moravische hoogland, waarvan de steenachtige bodem zich uitstekend leent voor de cultivatie van druiven als Riesling en Grüner Veltliner, en in sommige delen en plaatsen voor rode variëteiten als Blaufränkisch en Pinot Noir. Het totale aantal wijngaarden beslaat een oppervlak van 3153 ha. Belangrijkste variëteiten: Riesling, Grüner Veltliner, Blaufränkisch en Pinot Noir. De voornaamste wijncentra zijn Znojmo, Dolní Kounice, Nový Šaldorf, Šatov en Lechovice.

Velkopavlovická
De grootste wijnregio met een beplant oppervlak van 4741 ha. is Velkopavlovická, met een rijke historie en tradities en gebruiken die nog steeds springlevend zijn. Het centrale deel van de regio bestaat uit een mozaïek van grondsoorten waaronder kalksteen, leem, mergel en zandsteen, en bevat een hoog gehalte aan magnesium. Daardoor is het een prima gebied voor het cultiveren van rode variëteiten, en dus voor de productie van rode wijnen. Dankzij een relatief hoge gemiddelde dagtemperatuur produceert de regio ook aantrekkelijk aromatische witte wijnen. Belangrijkste variëteiten: Blaufränkisch, Pinot Noir, St. Laurent en Blauer Portugieser. De voornaamste wijncentra zijn Velké Pavlovice, Velké Bilovice, Hustopeče en Čejkovice.

Slovácko
De subregio Slovácko ligt in de zuid-oostelijke hoek van Tsjechië en grenst aan Oostenrijk en Slowakije, waarvan de naam dan ook is afgeleid, mede vanwege de het feit dat ze hetzelfde accent en dezelfde gebruiken delen. Dit is de regio van de folklore, de festivals en de tradities, waar zelfs de klederdrachten nog in ere worden gehouden. De regio is zeer heterogeen. De meeste wijndorpen liggen in het zuiden, in de vallei van de rivier de Morava, waar de zomerse hitte getemperd wordt door koele noordoosten winden. In de wijngaarden op de hellingen langs de Kyjovka en op de hoger gelegen plateaus met hun lichte bodem is de zomertemperatuur intenser. Het totaal aan wijngaarden omslaat 4188 ha., met als belangrijkste variëteiten Riesling, Pinot Blanc, Muškát moravský, Müller-Thurgau, Blaufränkisch en Zweigelt. De wijncentra zijn Bzenec, Mutěnice, Hovorany en Čejč.

wijnbouw in Bohemen
Wijnstokken op de hellingen van het Moravische stadje Znojmo

Bohemen
De Boheemse wijnbouwgebieden behoren tot de meest noordelijke van Europa. Bohemen heeft twee subregio’s: Mělnická, rond de stad Mělník, en Litoměřická met als centrum de stad Litoměřice. De belangrijkste vijf variëteiten in Bohemen zijn Müller-Thurgau (26%), Riesling (16%), St. Laurent (14%), Blauer Portugieser (10%) en Pinot noir (8%).

Classificatie
De Tsjechische wet deelt de wijnen in volgens de herkomst van de druiven en de rijpheid, dat laatste vastgesteld door het minimale suikergehalte in het druivensap op het moment van de oogst. Het suikergehalte wordt uitgedrukt in ºNM (Normalizovaný moštoměr), dat aangeeft hoeveel kilo suiker er zit in 100 liter druivensap. Zo staat één graad op de NM schaal staat gelijk aan 1 kg. natuurlijke suikers in 100 liter druivenmost. Tsjechische wijn wordt verder gelabeld met de variëteit, een gedetailleerde beschrijving van de herkomst en een kwaliteitspredikaat. Grosso modo worden wijnen met een hoog NM gehalte en gemaakt van druiven van één enkele wijngaard als van hogere kwaliteit aangemerkt.

De herkomst van de wijn wordt aangeduid met:
Tsjechische wijn Vinařská oblast – (regio, bijvoorbeeld Morava)
Vinařská podoblast – (subregio, b.v. Velkopavlovická)
Tsjechische wijn Vinařská obec – (gemeente)
Trať – (wijngaard)

Een Tsjechisch label moet een van de volgende kwaliteitspredikaten voeren:

1. Jakostní víno s přívlastkem (Kwaliteitswijn met speciale attributen)
Deze wijn moet uit één enkele subregio komen en de variëteit druif, de herkomst, het NM gehalte en het gewicht moeten geverifieerd zijn door de Tsjechische Staats – landbouw- en voedselinspectie (Státní zemědělská a potravinářská inspekce). Chaptalisatie (ook: amélioration of -in het Duits- Anreicherung of Verbesserung), het toevoegen van suiker aan de nog niet vergiste most om zo wijn met een hoger alcoholpercentage te maken, dat is ten strengste verboden.
Tsjechische wijn Kabinetní víno – kabinet wijn gemaakt van druiven met een suikergehalte van minstens 19°NM.
Pozdní sběr – late oogst: gemaakt van druiven met een suikergehalte van minstens 21°NM.
Výběr z hroznů – selectie van druiven: gemaakt van trossen die lang gerijpt hebben aan de stok met een suikergehalte van ten minste 24°NM.
Tsjechische wijn Výběr z bobulí – selectie van bessen: wijn gemaakt van geselecteerde bessen die zeer lang hebben gerijpt met een suikergehalte van ten minste 27°NM.
Výběr z cibéb – selectie van edelrot: gemaakt van door botrytis aangetaste druiven met een suikergehalte van ten minste 32°NM.
Tsjechische wijn Ledové víno – ijswijn, gemaakt van druiven die zijn bevroren op de stok. De druiven worden bevroren geperst op een temperatuur niet hoger dan -7ºC. en hebben een suikergehalte van minimaal 27°NM.
Slámové víno – strowijn: gemaakt van druiven die zijn gedroogd gedurende minstens drie maanden na de oogst op een bed van stro of riet, of opgehangen in een goed geventileerde ruimte. Het minimale suikergehalte van het sap op het moment van persen mag niet lager zijn dan 27°NM.

2. Jakostní víno (kwaliteitswijn)
Alleen binnenlandse druiven van een wijngaard voor kwaliteitswijn uit één wijnbouwgebied mogen voor de productie worden gebruikt. De wijnproductie moet plaatsvinden in het wijnbouwgebied waar de druiven zijn geoogst. De opbrengst mag niet hoger zijn dan 14 ton per ha. en het suikergehalte van de druiven moet minimaal 15°NM zijn. De wijn moet aan de kwaliteitseisen voldoen en door de Staatsautoriteit voor landbouw- en voedselinspectie (CAFIA) zijn geclassificeerd als:
Tsjechische wijn Jakostní víno odrůdové – Rassenwijn van hoge kwaliteit (Quality Varietal Wine) – wijn gemaakt van druiven, puree of druivenmost van niet meer dan 3 rassen, die op de rassenlijst voor de productie van kwaliteitswijnen moet staan.
Jakostní víno známkové – Kwaliteitsmerkwijn (Quality Brand wijn) – wijn gemaakt van een mengsel van druiven, puree, druivenmost gemaakt van druiven geoogst in een wijngaard die geschikt is voor kwaliteitswijn van een bepaald gebied of door kwaliteitswijnen te mengen.

Cider bedoeld voor de productie van kwaliteitswijn mag worden gezoet met een alternatieve zoetstof. De wijn kan chemisch gestabiliseerd worden met goedgekeurde stabilisatoren.

3. Moravské zemské víno of České zemské víno (landwijn)
Dit is wijn van druiven uit de Tsjechische Republiek, met een minimaal NM gehalte van 14º.

4. Stolní víno (tafelwijn)
In deze laagste categorie valt de wijn die is gemaakt van druiven uit om het even welk land in de EU.

Tsjechische wijn
Links een “kwaliteitswijn met speciale attributen” (Jakostní víno s přívlastkem), late oogst (pozdní sběr), uit Velké Pavlovice en gemaakt van de druivensoort Pálava; rechts een “landwijn” (Moravské zemské víno) van de hibernal-druif. “Bilé suché” betekent “wit droog”.

Druivensoorten
De meest aangeplante druivensoorten in Tsjechië, met het percentage van de geproduceerde wijn.

WITTE DRUIVEN
Rulandské šedé (Pinot gris) – 10.63%
Ryzlink rýnský (Riesling) – 9.45%
Chardonnay – 9.16%
Sauvignon blanc – 8.65%
Tramín červený (Gewürztraminer) – 7.79%
Pálava – 7.75%
Veltlínské zelené (Grüner Veltliner) – 7.53%
Ryzlink vlašský (Welschriesling)  – 7.39%
Rulandské bílé (Pinot blanc) – 5.35%
Hibernal – 4.20%
Müller-Thurgau – 3.96%
Muškát moravský – 2.86%
Sylvánské zelené (Sylvaner) – 2.20%
Neuburské (Neuburger) – 1.94%
Aurelius – 1.04%
Solaris – 1.02%
Irsai Oliver – 0.75%
Kerner – 0.75%
Děvín – 0.57%

BLAUWE DRUIVEN
Rulandské modré (Pinot noir) – 17.39%
Frankovka modra (Blaufränkisch) – 16.95%
Zweigeltrebe – 12.25%
Svatovavřinecké (St. Laurent) – 8.84%
Cabernet Sauvignon – 7.44%
Modrý Portugal (Blauer Portugieser) – 5.76%
Merlot – 5.65%
Dornfelder – 5.26%
Cabernet Moravia – 5.09%
André – 3.41%
Neronet – 1.62%
Alibernet – 1.17%

Wijnfeesten
De wijnbouwgebieden in Tsjechië staan goed bekend vanwege de vele vinobraní; de wijnfestivals die gehouden worden in de oogsttijd, september. De grootste festivals, in Znojmo, Mikulov, Brno en Mělník, presenteren honderden lokale wijnen, plus natuurlijk muziek, dans en lekker eten. Ook de grote steden zoals Praag hebben hun festivals. Feesten waar van de primeurwijnen gesnoept kan worden zijn er ook, zoals in het Moravische Brno, waar vanaf 11 november een week lang geproost wordt met de Svatomartinské víno; de St.Maartenswijn.

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Gulaš podle Magdaleny Rettigové
Goulash volgens Magdalena Rettigova

Het grootste compliment dat je een Tsjechische thuiskok(kin) kunt geven is “Vaří jako Rettigová!”: koken als Rettigova! En dat is precies wat we gaan doen: we maken Goulash volgens Magdalena Rettigova.

Magdalena Dobromila Rettigova werd op 31 januari 1785 geboren in Všeradice, een dorpje iets ten westen van Praag. Het was een begaafd meisje dat al op jonge leeftijd, tijdens haar schooltijd in de stad Pilsen, gedichten schreef. Als jong volwassene begaf ze zich op het terrein van het romantische proza, waar haar eerste schreden glibberden van stroperig sentiment. Het boek dat haar werelberoemd maakte in heel Tsjechië was echter uiterst nuchter van aard. Het dateert van 1826 en is getiteld: “Domácí kuchařka aneb Pojednání o masitých a postních pokrmech pro dcerky české a moravské”, oftewel “Thuiskookboek of verhandeling over vlees- en vastengerechten voor Boheemse en Moravische meisjes”.

Magdalena Rettigova

Het boek bevat niet minder dan 1150 recepten, de meeste zeer eenvoudig en gebruik makend van wat er dagelijks op de markt te koop is of wat je in je eigen tuin kunt laten groeien. Alles wordt gebruikt; niets wordt weggegooid. Dat maakt het boek zeer praktisch en gebruiksvriendelijk, maar wat het vooral zo beroemd maakte is dat het niet in het Duits, maar in het Tsjechisch was geschreven. Een absolute noviteit, waarmee Rettigova -zeer bewust en zeer overtuigd- aansloot bij de Tsjechische nationalistische beweging die in de loop van de negentiende eeuw steeds meer en steeds vuriger aanhangers kreeg. Ze hielp ook bij de oprichting van een opleidingsinstituut voor meisjes, maar waar het de huiselijke kring betrof bleek Magdalena heel wat minder vooruitstrevend: het belangrijkste advies dat ze de pupillen meegaf was om hun a.s. echtgenotes, ten koste van alles, gelukkig te houden.
Rettigova stierf in 1845, op 60-jarige leeftijd in Litomyšl. Haar boek wordt nog steeds herdrukt en is te vinden op de boekenplank van menig Tsjechisch huisgezin.

Goulash volgens Magdalena Rettigova

Dit recept voor goulash komt uit dat boek. Het gaat zo:

Goulash Rettigova

“Snij voor zes personen minstens anderhalf tot twee pond eerder geklopt rundvlees in zeer kleine stukjes als kleine brooddobbelsteentjes, het beste is daarvoor de runderhaas of van de bil of anders van de rib; doe in een braadpan een stukje boter, op 2 pond ongeveer 35, hoogstens 50 gram, dan twee fijngesneden uien en een kleingesneden peterseliewortel, laat alles snel stoven; wanneer het te droog wordt, giet er lepelgewijs runderbouillon bij, vooral daarom mag het niet te veel gezouten worden, omdat, wanneer men dan runderbouillon, die ook gezouten is, bijschenkt, men het snel te zout zou kunnen maken; wanneer het voldoende zacht is, laat het tot weinig vocht inkoken, kruid het met een beetje majoraan en paprika, of bij gebrek daaraan, met peper, schep het op, maak er een krans rond van gesmoorde aardappelen zoals bij no.7* en dien het op.

NB. Dit goulashvlees kan men ook van kalfs- of lamsvlees maken.”

Goulash volgens Magdalena Rettigova

* Die aardappelen van recept nr. 7, die doen we er voor de volledigheid natuurlijk even bij:

“Schil de aardappelen en snij ze in dunne plakjes. Leg ze minstens een half uur in koud water. Dep ze goed droog met een doek en bak ze dan in gesmolten boter, kruid ze met zout en laat ze goudbruin bakken. Wie een vriend van de ui is kan, voordat hij de aardappelen er in doet, kleingesneden uien in de boter bruin bakken.”

 

goulash Alle recepten voor GOULASH

 


download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Celerová polévka
Soep van knolselderij

Als we langzaam weer afglijden naar de gure dagen van wind en regen, vallende bladeren en natte jassen, dan wordt het de hoogste tijd voor een bordje versterkende soep. Laat de herfst nu net het jaargetijde zijn waarin de knolselderij weer een prominente plaats in gaat nemen in de schappen van de groenteman. En laten we nu toevallig ook nog net eens een uiterst smakelijk recept hebben opgeduikeld voor een hartverwarmende, dikke, romige soep van knolselderij, uien en aardappelen. Voedzaam, onbehoorlijk gezond en onfatsoenlijk lekker. Vlees komt er bij deze vegetarische soep niet kijken, dus iedereen gelukkig. Laat de winter maar komen.

Soep van knolselderij

Voor deze vegetarische soep van knolselderij gaan we in huis halen:
2 uien
2 el. boter
300 gr. knolselderij
150 gr. aardappelen
1 el. suiker
sap en schil van ½ citroen
1 l. groentebouillon
zout en peper
1 ei
2 dl. room

Soep van knolselderij
Bak de gesnipperde uien heel zachtjes in wat boter of olie tot ze glazig worden. Ondertussen maak je de selder en de aardappelen schoon en snij je ze in blokjes. Doe ze samen met een eetlepel suiker in de pan en laat het een paar minuutjes al omscheppend meebakken.


Nu gaat de bouillon erbij en de citroenschilletjes. Kruid het met zout en peper en kook tot de groenten zacht zijn.

Soep van knolselderij
Pureer het geheel met een staafmixer en breng het opnieuw aan de kook. Zet het vuur nu uit. Klop het ei los met de room. Meng er een paar lepels van de hete soep door en schep dit mengsel meteen weer door de soep. Even laten staan tot het dikker wordt. Proef de soep af op citroensap.


Schep de soep van knolselderij op borden, bestrooi ze met croûtons* en dien ze op.

*Croûtons maak je eenvoudig door een paar boterhammen in blokjes te snijden en die eventjes te bakken in wat boter.

 

Soep van knolselderij
download dit recept

Tsjechische recepten       Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Kyselé okurky
Augurken

Augurken zijn niet weg te denken van de Tsjechische tafel. Het wordt gegeten bij de borrel, als (extra) groente bij het hoofdgerecht, als smaakmaker in sauzen en soepen en als vulling in vleesrolletjes. Je kunt natuurlijk een pot kopen in de winkel. Daar is helemaal niets mis mee, behalve dan natuurlijk dat ze altijd en eeuwig hetzelfde smaken. Bovendien verschillen onze augurken toch wel een beetje met de Tsjechische.

Tsjechische azijn heeft gewoonlijk een zuurgraad van 8%, tegen 5% bij ons. Dat is natuurlijk van invloed op de smaak, mede omdat het gevolgen heeft voor de verhouding van de andere ingrediënten die worden gebruikt, niet in de laatste plaats de suiker. Ook zit er in een Tsjechische pot augurken altijd mierikswortel. Verder zitten er kruiden in als dille, zwarte peperkorrels, pimentkorrels, laurier, venkelzaad, mosterdzaad en meestal ook kaneel. Knoflook en Spaanse pepertjes mogen er in, maar die zijn niet noodzakelijk. Interessante variaties worden verder gemaakt met een bitter kruid als alsem, of met dragon, tijm, druiven- of kersenbladeren. Als basis voor de pekel neem je meestal een deel azijn op 4 delen water, met daarin flink wat zout en suiker.

Hier is een recept uit Znojmo. De ingelegde augurken die daar vandaan komen zijn, volgens algemene consensus, verreweg de beste die fabrieksmatig geproduceerd worden. Het echte recept is natuurlijk strikt geheim, aldus de producent, maar er doen er flink wat de ronde die heel aardig in de buurt komen.

Augurken

Voor de pekel van onze Tsjechische augurken heb je nodig:
1 liter water
¼ liter azijn van 8%
60 gr. zout
200 gr. suiker
2 laurierblaadjes
5 pimentkorrels
5 zwarte peperkorrels
2 tenen knoflook
1 tl. mosterdzaad

en verder:
augurken
witte ui
wortelen
mierikswortel
verse dille
vers selderijblad

Augurken
Alle ingrediënten voor de pekel doe je in een pan. Breng het aan de kook, roer het wat zodat suiker en zout goed oplossen en laat het heel even flink doorkoken. Dan zet je het vuur uit en laat je het spul een nacht staan.

Augurken
De volgende dag prop je de augurken in potten. Daarbij doe je in elke pot 2 schijven ui, 5 schijven wortel, 5 plakjes mierikswortel, 1 flinke tak dille en 1 selderijblad. Breng de pekel opnieuw aan de kook en giet het door een zeef in de potten. Sluit de potten af met een deksel en zet ze 20 minuten in water van 80°C.

 

Augurken
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Uhlířina
Houtskoolbranderspannetje

Een uhlířstvi is een houtskoolbrander. Dat is een noeste arbeidsman die houtskool maakt door het carboniseren van hout in een zgn. meiler. Zo’n meiler is een tijdelijk bouwsel van een metersgrote stapel van lange, ontschorste boomstammen. Die stapel wordt luchtdicht afgesloten met plaggen en een laag zand of leem en dan in brand gestoken. Na minstens een maand branden is het hout veranderd in houtskool. De meiler krijgt een paar dagen om af te koelen, dan wordt de stapel ontmanteld en de houtskool afgevoerd. Niet dat wij pretenderen er enig verstand van te hebben, maar zo ongeveer staat het te lezen op wikipedia, en we geloven het graag.

Uhlířina, we hebben het maar vertaald als “houtskoolbranderspannetje”, is wat zo’n uhlířstvi misschien in zijn kookpannetje bij elkaar brouwde. “Misschien”, want of het potje inderdaad ooit gegaard is in de hitte van de meiler, daarover zwijgt wikipedia in alle talen, dus dat laten we maar in het midden. Wat we wèl zeker weten is dit: uhlířina is een tsjechisch receptje uit de oude doos; een maaltje dat in huiselijke kring al sinds jaar en dag regelmatig op tafel verschijnt. Het is een eenvoudig gerechtje van gekookte aardappelen en knoedeltjes, samen met een gebakken uitje en wat spek door elkaar gehusseld in een pannetje. Soms met toevoeging van de kliekjes vlees van gisteren, een stukje worst, een paar lepels zuurkool of wat er verder in de koelkast is blijven liggen. Uhlířstvi is een van die simpele maar smakelijke gerechtjes die in haar weldadige geur herinneringen oproept aan de gulhartige warmte van grootmoeders’ keukentafel en het gelukkige zonnelicht van lang vervlogen dagen…

Uhlířina

voor 4 porties uhlířina hebben we nodig:
300 gr. bloem
3 eieren
1 kg. vastkokende aardappelen
100 gr. gerookt spek
boter of reuzel
2 uien
1 tl. karwijzaad
zout

Uhlířina
Kneed van de bloem, de eieren en een snuf zout een glad en stevig deeg. Is het te droog voeg dan een klein beetje water toe. Laat het afgedekt een half uurtje rusten, vorm er dan een lange rol van en snij er knoedeltjes van. Laat ze in gezouten, kokend water glijden, ga even met een houten lepel over de bodem zodat ze niet blijven kleven en wacht tot ze boven komen drijven; dan zijn ze gaar. Laat ze uitlekken in een vergiet.


Schil de aardappelen en kook ze in gezouten water tot ze net gaar zijn. Laat ze even afkoelen en snij ze in dikke schijven of kleinere stukken.


Snipper de uien. Smelt een lepel boter of reuzel in een grote, zware koekenpan en bak de uien samen met het (in blokjes gesneden) spek en 1 tl. karwijzaadjes rustig uit tot ze glazig zijn en goudbruin gaan kleuren. Meng er de aardappelen en de knoedeltjes door en laat het door en door warm worden.

Opdienen met b.v. tafelzuur, zuurkool of een komkommersalade.

 

Uhlířina
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Kynuté zelňáky
Zuurkoolbroodjes

Zelnaky (ook: zelníky) zijn pannenkoekjes met een vulling van zuurkool. Grofweg zijn er drie versies: de eerste van een beslag van aardappelen en bloem; de tweede van een beslag van bloem en reuzel, en een derde, van gistdeeg. De eerste twee, die hebben een eigen pagina gekregen. De derde, die doen we hier, want in tegenstelling tot die andere twee zijn kynuté zelňáky namelijk in feite geen pannenkoekjes, maar broodjes, gemaakt van een gistdeeg dat wordt gevuld met zuurkool. Zo hebben we de naam van dit smakelijke gerechtje dan ook maar vertaald: zuurkoolbroodjes. Je eet ze als lunch, als tussendoortje bij de thee, ter ondersteuning van het bierdrinken, als voorgerecht of zomaar, wanneer je er zin in hebt; warm of koud, al dan niet bestrooid met uitgebakken spekjes, overgoten met een lepel van het hete spekvet en -om het feest compleet te maken- nog een ferme schep zure room ernaast.

Kynuté zelňáky

voor onze kynuté zelňáky hebben we nodig:
500 gr. bloem
500 gr. zuurkool
7 gr. instant gist (of 20 gr. verse gist)
1 tl. zout
50 gr. reuzel (evt. ganzenvet of botervet)
2½ dl. melk
karwijzaad

Kynuté zelňáky
Meng bloem, gist en zout in een kom. Meng er de melk en de reuzel door en kneed er een deeg van (gebruik je verse gist, los die dan eerst op in lauwe melk met een snuf suiker en laat het een kwartiertje staan). Laat het deeg een uurtje rusten op een warme plek tot het in volume is verdubbeld.


Ondertussen laat je de zuurkool goed uitlekken. Knijp er dan met je handen zoveel mogelijk van het vocht uit en snij het klein.

Kynuté zelňáky
Bestrooi een werkblad met wat bloem. Leg het deeg er op, vorm er een rol van en snij die in 12 plakken. Rol ieder plak deeg uit tot een dikte van ongeveer ½ cm., leg op ieder plak een lepel van de zuurkool, vouw het deeg er overheen en strijk het -evt. met behulp van een paar druppels water- dicht. Druk ze dan plat (niet te fanatiek) en leg ze op een ingevette (of met bakpapier beklede) bakplaat. Bestrooi de broodjes met karwijzaadjes en laat ze nog eens een kwartiertje rijzen.


Verwarm de oven voor op 180ºC. Zet de kynuté zelňáky in de hete oven en bak ze in een klein halfuurtje goudbruin.

Kynuté zelňáky

 

Kynuté zelňáky
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Zelníky
Zuurkoolpannenkoekjes

Bramboráky, die onweerstaanbaar smakelijke pannenkoekjes van geraspte aardappelen, die kent iedere liefhebber van de Tsjechische pot natuurlijk wel. Niet minder traditioneel zijn deze zelníky.

Zelníky zijn dezelfde kleine pannenkoekjes, maar nu met zuurkool als hoofdbestanddeel. Lekker als bijgerecht bij -bijvoorbeeld- een stuk varkensgebraad, maar deze zuurkoolpannenkoekjes kunnen ook heel goed op eigen benen staan, als lichte vegetarische maaltijd. Of wat minder vegetarisch, met wat uitgebakken spekjes en een lepel zure room…

Over wat nu precies het basisbeslag voor zelníky moet zijn, daarover zijn de meningen verdeeld. Volgens de een moeten ze gemaakt zijn van een beslag van aardappelen, bloem en zuurkool en worden ze -net als bramboráky- gebakken in de koekenpan. Volgens anderen zijn de enige echte zelníky pannenkoekjes van een deeg van zuurkool, bloem en reuzel, dat niet in de koekenpan, maar in de oven wordt gebakken. Die methode levert knapperige, krokante zelníky op, terwijl de versie met aardappelen een stuk zachter zal uitvallen.

Overigens is er nog een derde versie: kynute zelniky, gemaakt van gistdeeg. Die eren we met een eigen pagina, maar de eerste twee, die doen we hieronder.

Zelníky

Voor onze zelníky met aardappelen hebben we nodig:
500 gr. zuurkool
750 gr. aardappelen
80 gr. bloem
1 ei
zout en peper
gemalen karwij
majoraan
4 el. vet (reuzel, botervet, ganzenvet of olie)

Zelníky
Laat de zuurkool goed uitlekken, knijp er zoveel mogelijk vocht uit en snij het klein. Schil de aardappelen, rasp ze en pers ook daar zoveel mogelijk van het vocht uit. Dat gaat misschien het beste in een keukendoek die je stevig aandraait.


Meng de kool en de aardappelrasp met het ei en de bloem. Het resultaat moet een dikke massa zijn die min of meer aan je lepel blijft hangen. Breng het op smaak met zout en peper, gemalen karwij en een snuf majoraan.


Verhit de reuzel (botervet, olie) in een koekenpan. Schep nu steeds een lepel van het beslag in de pan, vorm er een plat schijfje van en bak het in 6 – 8 minuten aan beide kanten goudbruin.

 

Voor zelníky met bloem en reuzel halen we in huis:
500 gr. zuurkool
500 gr. bloem
250 gr. reuzel (evt. ganzenvet of botervet)
zout en peper
gemalen karwij
majoraan

Zelníky
Laat de zuurkool goed uitlekken, knijp er dan zoveel mogelijk het vocht uit en snij het klein.


Zeef de bloem in een kom, leg er de reuzel op en snij het met twee messen klein, waarbij je het mengt met de bloem. Doe er nu de zuurkool bij, een theelepel gemalen karwij, zout en peper en een snuf majoraan. Kneed er een samenhangend deeg van. Is het te plakkerig, dan mag er nog wat bloem bij.


Rol het deeg dun uit (½ – 1 cm.) op een met bloem bestoven werkblad. Steek er met behulp van een glas of iets dergelijks rondjes uit van ongeveer Ø 8 – 10 cm. Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg er de rondjes deeg naast elkaar op. Zet ze in een op 200ºC. voorverwarmde oven en bak ze in 20 – 30 minuten goudbruin.

 

Zelníky
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Bramborové řízky
Aardappelschnitzels

Bramborové řízky, aardappelschnitzels, zijn populaire hapjes in het Tsjechische. Je eet ze vooral als hapje tussendoor, b.v. bij het bier drinken, of als lichte lunch, maar ook als bijgerechtje bij een serieus stuk vlees zijn ze erg lekker.

Het is een van de allersimpelste recepten aller tijden. Aardappelschnitzels maak je door een aardappel te schillen en ze in plakken van ½ cm. dik te snijden. Leg ze een uurtje in koud water, dep ze droog en haal ze dan door bloem, losgeklopt ei en paneermeel. Vervolgens bak je ze in een flinke laag olie op een niet te hoge temperatuur, want de aardappelschijfjes moeten wel de tijd krijgen om gaar te worden. Eventueel kun je aan het paneermeel wat kruiden, zout of peper toevoegen.

Dat voor wat betreft de simpele aardappelschnitzel. De gevulde versie van dit gerechtje, die is iets -maar niet erg veel- ingewikkelder.

Plněné bramborové řízky
Gevulde aardappelschnitzels

Voor gevulde aardappelschnitzels maak je een deeg van gekookte aardappel en bloem. Dat rollen we uit en vullen we met een brij van geweekt brood en gebakken stukjes kip, vermengd met wat uitjes en wat kruiden. Dan paneer je ze, net als schnitzels, en bak je ze in het hete vet aan beide kanten goudbruin. Lekker met een frisse salade van tomaatjes en komkommer.

aardappelschnitzels

we hebben nodig:
2 el. boter
1 kleine ui
300 gr. kipfilet
½ tl. karwij
zout en peper
2 harde witte broodjes

400 gr. kruimige aardappelen
100 gr. bloem
ei, paneermeel en bloem
olie voor het bakken

aardappelschnitzels
Was de de kipfilet, dep ze droog en snij ze in heel kleine stukjes. Smelt de boter in een pan en fruit er de gesnipperde ui in tot ze glazig is. Voeg de stukjes kip en de karwij toe, kruid het met peper en zout en bak ze snel rondom bruin. Zet het vuur dan uit.


Week het brood in wat water, knijp het goed uit en meng het dan onder de kip.

aardappelschnitzels
Kook de aardappelen in de schil gaar. Laat ze even iets afkoelen, pel ze en werk ze door een aardappelpers. Meng er de bloem door en een snuf zout en kneed er een samenhangend, glad deeg van, zo nodig met wat extra bloem of een paar druppels water. Rol het aardappeldeeg uit op een met bloem bestoven werkblad tot een lap van ongeveer 1 cm. dik. Snij de lap in vierkanten en verdeel er de gebakken kip over. Sla de vierkanten dicht, druk de randen goed aan en haal ze achtereenvolgens door wat bloem, losgeklopt ei en paneermeel.


Bak de aardappelschnitzels in gloeiend heet vet (reuzel of olie; geen boter, want die verbrand) aan beide kanten mooi goudbruin.

 

gevulde aardappelschnitzels
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Hrachová polévka
Erwtensoep

Erwtensoep is in Tsjechië al net zo populair als in onze streken, maar de receptuur verschilt nogal. Is het in Nederland een winterse dikke brij met (o.a.) wortelen, knolselder en een varkenspoot, in Tsjechië is het een fijne, zijdezachte soep van (bijna) alleen erwten. Vegetarisch dus. Nou ja, zo af en toe belandt er ook wel eens een worstje in, maar wij houden ons vandaag netjes aan het originele recept.

Een vegetarisch erwtensoepje uit Tsjechië, dus zonder de worst, zonder het spek, en zonder het pootje. Heeft het varken ook eens “schwein gehabt”.

Erwtensoep

Voor onze Tsjechische erwtensoep hebben we nodig:
300 gr. gedroogde erwten
boter
1 middelgrote ui
2 – 3 tenen knoflook
2 el. bloem
1 el. vegeta of groentebouillon
zwarte peper
majoraan
een paar el. stevige room

Erwtensoep
Spoel de erwten af in een zeef, doe ze in een pan en zet ze onder water om een nachtje te weken. De volgende dag breng je ze aan de kook. Zet het vuur laag en laat de erwten gaar koken. Dat duurt, afhankelijk van hoe oud de erwten zijn, ergens tussen de 45 minuten en 1½ uur.


Met een staafmixer maak je nu puree van je gekookte erwten. Wil je echt een zijdezacht soepje, werk de erwtenbrij dan ook nog eens door een zeef om wat er nog aan velletjes tussen zit uit te halen.

Erwtensoep
En nu gaan we er soep van maken. In een pan laat je een ferme eetlepel boter smelten. Snipper de ui en bak ze op een zacht vuurtje heel langzaam glazig in de boter. De laatste 2 minuten mag de knoflook meedoen. Bestrooi het met de bloem, schep het goed om en laat het nog een minuutje gaan. Giet er de hete erwtenbrij overheen. Eventueel vul je het wat aan met water. Kruid de soep met vegeta of groentebouillon, een snuf majoraan en wat zwarte peper. Goed roeren, nog heel eventjes doorkoken en het is klaar.


Schep de erwtensoep op borden, leg er een flinke dot room op en zet ze op tafel, samen met een luxe broodje.

 

Erwtensoep
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Šuspajdy
Zuurkoolknoedels

Een oud Boheems recept, waarin zuurkool en gerookt varkensvlees op tafel komen in de vorm van een super-tsjechische specialiteit: de onvolprezen knedlíky. Šuspajdy zijn knoedels van broodkruim, zuurkool en gerookt varkensvlees die worden gekookt in gezouten water.

Voor het gerookte varkensvlees gebruiken we Kasseler, bij ons vooral bekend als van die flinterdunne schijfjes boterhammenvlees, maar bij onze Oosterburen verkrijgbaar in grote stukken van verschillende delen van het varken. Zo kennen ze er o.a. de (om het maar bij het Duits te houden) Kasseler Lachs (de filet), de Kamm oftewel Nacken (de nek) en het Blatt (de schouder). Kun je geen geschikt stuk Kasseler krijgen, dan gebruik je gerookt buikspek. Dat is natuurlijk wel wat anders, maar het resultaat zal zeker ook smakelijk zijn. Bak dat spek dan wel eerst even uit in de pan (de boter is dan niet nodig), doe er dan de zuurkool en een scheut water bij en ga verder met het recept als hieronder beschreven.

Zuurkoolknoedels

Voor deze Tsjechische zuurkoolknoedels hebben we nodig:
300 gr. zuurkool
150 gr. gerookt varkensvlees (Kasseler, zie hierboven)
peper
majoraan
1 laurierblad
150 gr. broodkruim (paneermeel)
1 ei
2 eierdooiers
1 dl. room
boter
nootmuskaat
zout

Zuurkoolknoedels
Laat de zuurkool uitlekken en hak het fijn. Snij ook het gerookte vlees in kleine stukjes. Smelt een klont boter in de pan, doe er de zuurkool en het vlees bij plus een flinke scheut water. Kruid het met wat peper, laurier en een snuf majoraan, breng het aan de kook, zet het vuur laag en laat het zachtjes gaar pruttelen, een klein half uurtje. Als de zuurkool gaar is moet vrijwel al het vocht zijn verdampt; de boter zorgt ervoor dat de kool niet aanbrandt. Laat het vlees en de zuurkool helemaal afkoelen. Het laurierblad vis je eruit: dat mag weg.


Meng het afgekoelde vlees en de zuurkool nu met de room, het ei en de eierdooiers, een snuf nootmuskaat en het paneermeel. Kneed er een mooi, goed samenpakkend deeg van. Is het te nat, dan mag er nog wat paneermeel bij. Van dit deeg draai je ballen van ter grootte van een forse golfbal.

Zuurkoolknoedels
Breng een pan gezouten water aan de kook. Daar laat je de ballen in glijden. Zet het vuur wat lager, zodat het water nog wel welt maar niet al te wild borrelt. Kook de šuspajdy een minuut of zeven, haal ze er met een schuimspaan uit en laat ze eventjes uitlekken.


Smelt een ferme klont boter in de pan waarin je de zuurkool hebt gekookt. Overgiet de šuspajdy met de gesmolten boter en zet ze op tafel.

 

Zuurkoolknoedels
download dit recept