Categorie archieven: Tsjechië

Tsjechië – recepten uit de keuken van Tsjechië – gerechten uit Tsjechië – de Tsjechische keuken

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Studená jahodová polévka
Koude aardbeiensoep

Ijskoude soepjes van fruit zijn in de hete zomermaanden erg populair in het midden van Europa. Het dient als voorafje, maar kan ook prima dienen als nagerecht. Deze verkoelende “soep” van aardbeien komt uit Tsjechië. Het is een simpel recept, klaar in een handomdraai. Er gaat een scheutje “griotka” doorheen. Dat is een -gewoonlijk huisgemaakt- likeurtje van zure kersen, suiker en rum.

Die griotka maak je zo: de schoongemaakte kersen (2 l.) doe je met de suiker (½ kg.) om en om in een grote glazen pot. Die zet je een nacht weg op een koele, donkere plek. De volgende dag gaat de rum erbij (½ l.), de pot wordt afgesloten, en dan komt het moeilijkste deel van het recept: acht weken wachten. Af en toe mogen we eens schudden of roeren met een houten lepel, maar we blijven er verder van af. Na de acht weken wordt het spul gezeefd. De griotka wordt nog wat opgepept met een flinke scheut wodka, naar smaak en behoefte. De kersen zelf gaan natuurlijk niet weg. Het is je reinste snoepgoed, en nog een hele tijd te bewaren.

Koude aardbeiensoep

Voor 4 porties van deze verfrissende koude aardbeiensoep halen we in huis:
500 gr. aardbeien
1 pakje/blikje gecondenseerde melk*
1 citroen
3 – 4 el. suiker
griotka (kersenlikeur)
room
een paar blaadjes verse munt

*Gecondenseerde melk is melk waar een deel van het water d.m.v. verdamping is onttrokken en waaraan flink wat suiker is toegevoegd, zowel voor de smaak als voor de langere houdbaarheid.


Maak de aardbeien schoon. Leg er een paar apart voor de garnering. De rest pureer je met je staafmixer.

Koude aardbeiensoep
Meng de gecondenseerde melk door de aardbeienprut. Verdun het naar believen met water en breng het op smaak met citroensap, suiker en een scheut griotka.


Zet de aardbeiensoep een paar uur in de koelkast zodat ze lekker koud is.

Koude aardbeiensoep
Schep de aardbeiensoep in borden en versier ze met in schijfjes gesneden aardbeien, room en verse munt.

 

Koude aardbeiensoep
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Gulášová polévka
Goulashsoep

Goulashsoep. Er zullen net zoveel recepten voor zijn als er koks rondlopen, zeker in Centraal Europa. Deze komt uit Tsjechië. Een extra lekkere, want we maken ze met een flesje bier en een runderschenkel. Dat is een schijf van het bovenbeen van de koe en bestaat uit vlees, zenen, bot en merg. Samen met de uien, die na de lange stooftijd tot een moes uiteen vallen, zorgt het vele bindweefsel in de beenschijf voor een dikke, malse soep met een volle smaak. Je moet wel even geduld hebben: om het fraaie resultaat te bereiken hebben het vlees en de uien voor deze goulashsoep een stooftijd van zeker drie uur nodig, plus een nacht rust in de koelkast. Veel werk heb je er overigens niet aan, en het is zeker de moeite van het wachten waard. Extra leuk wordt het door de goulashsoep volgens de feestelijke traditie op te dienen niet met, maar in een (uitgehold) brood. In een kom of een bord met een robuust stuk brood ernaast smaakt ze er overigens beslist niet minder om.

Goulashsoep

Voor onze Tsjechische goulashsoep hebben we nodig:
1 grote runderschenkel
3 – 4 uien
2 – 3 tenen knoflook
1 tl. gemalen karwij
1 tl. scherp paprikapoeder
1 el. zoet paprikapoeder
majoraan
1 flesje pils
runderbouillon (mag best van een blokje)

Goulashsoep
Verhit wat reuzel of olie (geen boter, want die zal verbranden) in een pan met een dikke bodem. Spoel de schenkel onder koud water af, dep ze droog met keukenpapier en bak hem aan beide kanten kort en krachtig aan in het hete vet. Haal hem uit het vet en zet hem even apart.


Zet het vuur nu laag (haal de pan even van het vuur om wat af te laten koelen) en bak de gesnipperde uien in het achtergebleven vet heel rustig glazig. Neem er de tijd voor; het gaat al gauw een minuut of twintig nodig hebben. Als de uien zacht zijn doe je er de fijngehakte tenen knoflook en het gemalen karwijzaad bij en bak je het nog twee minuutjes verder. Haal de pan van het vuur, roer er het paprikapoeder door en blus het meteen af met het bier. Breng het aan de kook, leg het vlees terug in de pan en zet het vuur nu zo laag dat het net tegen de kook aan blijft. Af en toe een belletje is goed, meer niet. Laat het zo een uurtje of drie zijn gangetje gaan. Zet het vuur dan uit, laat de soep afkoelen en zet ze een nacht in de koelkast.

Goulashsoep
De volgende dag haal je het vlees uit het vocht. Snij het in kleine blokjes. Het bot mag weg. Leg het vlees terug in de pan, giet er een royaal litertje bouillon (of water met een blokje) bij, kruid het met een snuf majoraan en breng de goulashsoep heel langzaam weer opnieuw aan de kook. Wil je extra dikke goulashsoep, doe er dan nu een in stukken gescheurde bruine boterham bij. Laat het heel rustigjes nog een uurtje pruttelen tot de soep dik en diep rood is, met van de smakelijke glanzende vetoogjes op het oppervlak.


Schep de goulashsoep in uitgeholde broden of in kommen en garneer met wat in fijne ringen gesneden ui.

 

goulash Alle recepten voor GOULASH

 

Goulashsoep
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Květákový puding
Bloemkoolpudding

Deze bloemkoolpudding is een recept uit lang vervlogen tijden. Het komt al voor in Tsjechische kookboeken van dik honderd jaar geleden. Toen werd het gemaakt in zo’n ouderwetse fraai gevormde puddingvorm. Die hebben we niet, dus nemen we gewoon een cakeblik. dat ziet er wat minder elegant uit maar smaakt er niet minder om. De bloemkool wordt gekookt, gemengd met eieren en kaas en gegaard in een waterbad. Bloemkoolpudding wordt in dikke plakken gesneden en opgediend met gekookte aardappelen en een flinke lepel gesmolten boter.

Bloemkoolpudding

Voor deze Tsjechische bloemkoolpudding hebben we nodig:
1 bloemkool
1½ dl. melk
3 eieren (L)*
zout en peper
nootmuskaat
2 – 3 el. geraspte kaas (Parmezaanse of een andere, oude kaas)
paneermeel
boter

*3 grote (of 4 kleine) eieren zouden voldoende moeten zijn voor 1 kg. bloemkool.

Bloemkoolpudding
Maak de bloemkool schoon en kook hem gaar in gezouten water. Goed afgieten, terug in de pan doen en fijnstampen. Meng er een klont boter door en laat het onder steeds omscheppen 10 minuten op een laag vuurtje wat uitdampen. Laat de bloemkool afkoelen.


Verwarm de oven voor op 180ºC.

Bloemkoolpudding
Klop de melk los met de eieren en een snuf zout. Meng het samen met de kaas, wat nootmuskaat en wat vers gemalen peper door de afgekoelde bloemkool.


Vet een cakeblik in met boter en bestrooi het met paneermeel. Hou het even ondersteboven om het overtollige paneermeel kwijt te raken. Doe er de bloemkoolmassa in en zet het in een bakblik. Giet water in het bakblik, tot ongeveer de helft van de cakevorm. Zet het in de voorverwarmde oven en bak het in drie kwartier gaar.

Bloemkoolpudding
Stort de bloemkoolpudding op een schaal en snij hem in plakken. Dien op met gekookte aardappelen, alles overgoten met gesmolten boter. Om het allemaal een beetje fleuriger te maken mag er best een frisse salade bij, en over de aardappelen misschien nog wat gehakte peterselie.

 

Bloemkoolpudding
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Vuřt guláš
Worst goulash

Vuřt, dat spreek je uit als “wursjt”, een woordje dat ongetwijfeld afkomstig is van de Duitse bevolkingsgroep, de Sudeten-Duitsers. Die waren al in de 12de eeuw naar Tsjechië gekomen op uitnodiging van de Boheemse koningen. Het Duitse vakmanschap in vooral de mijnbouw en het ontginnen van bos- en moerasgebieden voor de landbouw heeft de Boheemse royals bepaald geen windeieren gelegd. Dat ging -met pieken en met dalen- eeuwenlang goed, tot na de Eerste Wereldoorlog de Habsburgse Dubbelmonarchie werd opgedoekt. Toen was het afgelopen. Tsjechië zou samen met Slowakije verder gaan als Tsjechoslowakije, een staat waarin het Slavische element de boventoon zou voeren. Daar waren de Sudeten-Duitsers bepaald niet gelukkig mee, wat uiteindelijk Hitler het voorwendsel zou verschaffen om eerst het Sudetenland, en kort daarna meteen ook maar heel Tsjecho-Slowakije te bezetten. Om een lang verhaal kort te maken: in 1945 waren de Tsjechen helemaal klaar met alles wat Duits was en werden alle Sudeten-Duitsers over de grens gezet. Weg ermee. De wurscht, die mocht blijven. Bijvoorbeeld in deze goulash.

Voor deze worstgoulash gebruiken we liefst kabanosu (D.: Cabanossi, ev. Cabanos). Dat zijn dunne, snijvaste rauwe worsten van fijngehakt rund- en varkensvlees met blokjes spek. Ze zijn pikant gekruid met paprikapoeder, peper, zout en knoflook. Ze worden paarsgewijs gemaakt en verkocht, vandaar het meervoud. Cabanossi zijn “Dauerwürsten”, houdbaar gemaakt door rijping met melkzuurbacteriën en gerookt of luchtgedroogd, daardoor ook zonder koeling houdbaar en geschikt om zo te eten.

Worst goulash

voor onze Tsjechische worst goulash hebben we nodig:
reuzel (boter of olie mag ook)
5 uien
1 paprika (rood, groen of geel)
1 tl. karwijzaadjes
1 el. zoet paprikapoeder
1 tl. scherp paprikapoeder
worst (zie hierboven)
1 l. runderbouillon (of water met een blokje)
2 tenen knoflook
1 tl. gedroogde majoraan
2 el. bloem

Worst goulash
Snipper de uien, snij de paprika in reepjes en bak ze samen met de tl. karwijzaad in wat reuzel (boter of olie mag ook) tot de uien glazig worden. Ondertussen snij je de worst in schijven. Die gaan erbij. Bak ze al omscheppend even mee. Haal nu de pan van het vuur, strooi er het paprikapoeder over, roer het goed om en blus meteen af met de bouillon.


De pan mag terug op het vuur. Breng het aan de kook. Rasp er de tenen knoflook boven en doe er de majoraan bij.


Meng de bloem met een scheut water. Daarmee bind je de goulash. Laat het nog vijf minuutjes zachtjes pruttelen.

Lekker met een paar dikke sneden donker brood.

 

Worst goulash
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Povidlové taštičky
Pruimentasjes

Deze tasjes of halve maantjes van een deeg van aardappelen, bloem en eieren worden gevuld met povidel. Dat is een dikke confituur van pruimen, gemaakt op dezelfde manier zoals onze appelstroop: het fruit wordt eindeloos lang ingekookt tot er tenslotte een stevige, zoete en bijna zwarte brij overblijft. Neem dus een stevige, dikke jam voor dit recept.

Povidlové taštičky

Voor 4 tot 6 porties van deze Tsjechische Povidlové taštičky hebben we nodig:
1 kg. aardappelen
300 gr. bloem
3 eieren
aardappelzetmeel
zout
300 gr. dikke pruimenjam (zie hierboven)

250 gr. paneermeel
250 gr. boter
200 gr. poedersuiker

Povidlové taštičky
Kook de aardappelen gaar, pel ze en werk ze door een aardappelpers. Bestrooi ze lichtjes met wat aardappelzetmeel en een snuf zout. Strooi er de bloem over, breek er de eieren boven en kneed er een deeg van.


Strooi wat bloem op een werkvlak en rol er het deeg op uit tot een lap van ½ cm. dik. Steek er met een omgekeerd glas rondjes uit.

Povidlové taštičky
Op het midden van ieder rondje leg je een lepeltje pruimenjam. Vouw de rondjes dicht en druk de randen goed aan, evt. met een vork.


Kook de taštičky in een grote pan met water gaar, ongeveer 5 – 6 minuten. Ga in het begin even over de bodem met een houten lepel om te voorkomen dat ze aan de pan blijven plakken.


Ondertussen laat je in een grote koekenpan de boter smelten. Meng er het paneermeel door en bak het op een laag vuurtje onder voortdurend omscheppen lichtjes goudbruin. Haal de gekookte taštičky uit het water, laat ze even goed uitlekken en leg ze dan in het paneermeel. Schep ze voorzichtig om zodat ze aan alle kanten bedekt zijn. Leg de povidlové taštičky op bordjes en bestrooi ze met poedersuiker.

 

Povidlové taštičky
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Dršťková polévka
Soep van runderpens

Orgaanvlees kan zich in onze contreien bepaald niet in een grote populariteit verheugen. In sommige huishoudens verschijnt nog wel eens lever op tafel, of kippenhartjes, en op restaurant wil een enkeling zich nog wel eens wagen aan een kalfsniertje of een stukje zwezerik, maar dan heb je het zo ongeveer wel gehad. Dat was vroeger wel anders, en nog steeds wordt er in verre streken gekookt met zaken als alvleesklieren, milten, uiers, teelballen, hersenen, harten, longen en tongen.

Pens voor de hond, dat doen we nog wel eens. Die pens, die is dan grauw van kleur, want niet schoongemaakt door de slager. Dat is prima voor Bello, want daar zitten nog allerlei gezonde spullen in als vitamines en mineralen. Roofdieren die een herkauwer te grazen hebben genomen, die weten dat ook. Die snoepen eerst de buikholte leeg, en pas daarna beginnen ze aan het klapstuk en de ossenhaas.

Pens voor in de soep, dat is een ander verhaal. Die willen we alleen als-ie wit is, schoongemaakt met kalk en pekel en daarna geblancheerd. En daar hebben we dan meteen een verklaring voor de almaar dalende populariteit van orgaanvlees. Met uitzondering van zaken als niertjes of zwezerik, waarbij je met een paar minuten klaar bent, heeft het meeste orgaanvlees een eindeloos lange bereidingstijd nodig, om nog maar niet te spreken van de moeite die het kost om het spul schoon te maken. Dat schoonmaken, dat laten we door de slager doen. Thuis koken we die pens dan nog eens, vier keer maar liefst, en ten slotte nog eens een keertje als we de soep maken. Toegegeven: je bent er eventjes zoet mee, maar het resultaat is een bijzonder smakelijk en verrassend soepje. Gezond. Dat is het ook.

Als je je desondanks toch met geen mogelijkheid over je walging voor pens heen kunt zetten, dan kun je deze soep ook maken met in repen gesneden oesterzwammen. Die roerbak je eventjes op hoog vuur voordat ze de soep ingaan.

Soep van runderpens

Voor deze Tsjechische soep van runderpens hebben we nodig:
500 gr. runderpens
3 el. gedroogde majoraan
1 l. runderbouillon
3 el. reuzel (olie of boter mag ook)
1 grote ui
2 el. bloem
1 el. zoet paprikapoeder
2 el. gedroogde majoraan
3 tenen knoflook
zout en peper

Soep van runderpens
Spoel de pens onder stromend water. Doe ze in een pan en doe er zoveel water bij dat het ruim onder staat. Breng het aan de kook, doe er de 3 el. majoraan bij. Die dient om de onzalige geur van de pens wat te verdoezelen. Kook de pens 20 minuten. Giet hem dan af, doe er schoon water bij en breng het opnieuw aan de kook. Herhaal dit drie keer. De laatste, derde, keer laat je de pens koken tot hij zacht is. Dat zal zo drie kwartier gaan duren. Hou een halve liter van het kookvocht opzij.

Soep van runderpens
Snij de pens in reepjes. Smelt de reuzel in een pan en bak daarin de fijngesnipperde ui glazig. Strooi er de bloem overheen, kruid het met paprikapoeder en giet er scheutje voor scheutje een derde van de runderbouillon bij, tot je een dikke soep hebt. Doe er dan de rest van de bouillon door, samen met de pensbouillon. Breng het weer aan de kook. Rasp er de knoflook boven, doe er de in reepjes gesneden pens bij en kruid het met zout, peper en majoraan. Kook de soep van runderpens nu nog eens 20 minuten.

 

Soep van runderpens
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Jihočeská kulajda
Paddenstoelensoep uit Zuid-Bohemen

Een van de fraaiste soepjes uit het Tsjechische soeprepertoire is deze traditionele kulajda uit het bosrijke zuiden van Bohemen. In die bossen wemelt het van allerlei soorten wilde paddenstoelen, en die spelen de hoofdrol in dit smakelijke gerecht.

Een kulajda is een soep van paddenstoelen en aardappelen die wordt gebonden met room en gekruid met dille en azijn. De soep wordt opgediend met een gepocheerd ei. Het is een populaire klassieker, en zoals met al dit soort klassieke gerechtjes heeft iedere streek en iedere kok zijn/haar eigen versie. Wat echter altijd voorop moet staan is de smaak van wilde paddenstoelen. Daarvoor hoef je niet perse de bossen in, want iedere kruidenier heeft tegenwoordig een aardig assortiment aan smakelijke paddenstoelen zoals cantharellen, eekhoorntjesbrood, shii-takes, pieds de mouton (gele stekelzwam) en noem maar op. Toch geen verse paddenstoelen? Neem dan een doosje kastanjechampignons en een flinke hand gedroogde paddenstoelen, b.v. eekhoorntjesbrood. Succes verzekerd.

Kulajda - Boheemse paddenstoelensoep

Voor vier bordjes van deze Boheemse kulajda hebben we nodig:
300 gr. paddenstoelen
1½ l. water
zout
½ tl. gemalen karwij
600 gr. aardappelen
2 dl. slagroom
2 el. bloem
4 eieren
dille
azijn

Kulajda - Boheemse paddenstoelensoep
Snij de aardappelen en de paddenstoelen in blokjes. Breng het water aan de kook en doe er een flinke snuf zout bij. Daarin kook je de aardappelen en de paddenstoelen, samen met het karwijzaad. Er mag ook wat peper bij.


Als de aardappelen zacht zijn meng je in een kommetje de room met 2 el. bloem. Dat gaat al roerend door de soep. Kruid de soep met de gehakte dille en een scheutje wijnazijn. Sommige koks doen er een lepeltje suiker bij, maar ikzelf heb dat liever niet. Proef het af op zout en peper en laat het nog heel even zachtjes doorkoken. Zet het vuur dan uit.

Kulajda - Boheemse paddenstoelensoep
De allerhoogste tijd nu om de eieren te pocheren. Hoe je dat het beste doet lees je op deze pagina.


Leg in ieder bord een gepocheerd ei, giet er de hete kulajda bij en versier het met een beetje dille.

 

Kulajda - Boheemse paddenstoelensoep
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Hospodský guláš
Eethuis-goulash

Hospodar of gospodar is een Slavische term die vroeger de betekenis van landheer had. Tijdens de Turkse overheersing op de Balkan werd de titel gevoerd door verschillende gezagsdragers. Zo noemden de vorsten van Walachije en Moldavië zich naast voivode ook hospodar. Zoals de meeste fraaie titels en namen heeft ook hier de devaluatie toegeslagen. Het dure woord werd gaandeweg gebruikt voor en door steeds mindere goden: kleine baasjes die een stukje grond bezaten waarop ze voor niemand de hoed af hoefden te nemen, zoals herbergiers.

In Tsjechië is hospoda het woord geworden voor een eenvoudig eethuis, of pohostinstvi, als het al een klein beetje op een echt restaurant begint te lijken. Deze rundergoulash wordt er steevast geserveerd. Het is eigenlijk precies dezelfde als de niet minder klassieke Tsjechische goulash, met een paar kleine verschilletjes om de winstmarge wat op te krikken. Zo gaat er in deze goulash geen bier, maar (instant-)runderbouillon, en wordt het vlees -gewoonlijk van de schenkel- in blokjes van precies 25 gram gesneden. Daarvan krijgt straks iedere eter 8 stukjes, waarmee je per kilo vlees dus precies vijf maaltijden kunt verkopen. Tel uit je winst.

Eethuis-goulash

Met deze ingrediënten maak je vier porties echte Tsjechische eethuis-goulash:
800 gr. runderschenkel zonder het bot
3 grote uien
3 el. zoet paprikapoeder
grof zout
een flinke snuf peper
een mespunt gemalen of hele karwij
1 flinke tl. tomatenpuree
1 l. runderbouillon (mag beslist van een blokje)
2 el. bloem
3 – 4 tenen knoflook
1 snuf (gedroogde) majoraan

Eethuis-goulash
Snij het rundvlees in blokjes van ongeveer 3 x 3 cm., 25 gram per stuk, zodat we straks voor iedere eter 8 stukken vlees hebben.


Snipper de uien fijn. Verhit een paar el. olie in een pan. Daarin bak je de uien, heel rustig, tot ze glazig zijn en langzaam bruin beginnen te kleuren. Niet langer: ze mogen niet te donker worden.

Eethuis-goulash
Als de ui een mooie lichtbruine kleur heeft doe je het vlees erbij. Schep het om en laat het rondom mooi kleuren, in 4 – 5 minuten. Ondertussen breng je in een andere pan de runderbouillon aan de kook.


Doe er nu de tomatenpuree bij. Niet rechtstreeks op het vlees, maar op de bodem van de pan, en dan door het vlees scheppen. Nu gaat het paprikapoeder erdoor. Schep het snel 1 keer om en blus het dan onmiddellijk af met de hete bouillon. Wacht even tot het kookt, zet het vuur dan laag en laat het met het deksel schuin op de pan zachtjes gaan tot het vlees zacht is.

Eethuis-goulash
We willen een heleboel lekkere saus om de knedlíky in te soppen. We gaan de goulash dus niet laten inkoken, maar gaan ze binden met een roux. Verhit twee el. olie in een steelpannetje. Schep er de bloem door en wacht even tot het gaat koken. Doe er een paar lepels van de gloeiend hete saus bij en roer het goed om zodat we geen klontjes krijgen. Dit goedje schep je door je goulash. Hak de tenen knoflook fijn en plet ze nog eens goed met een mes, zodat het een brij wordt. Je kunt het ook raspen of door een knoflookpers drukken. Ook dat gaat nu bij de goulash. Kruid het met zout en peper en tot slot de majoraan. Wrijf het even tussen je handen fijn voordat je het erover strooit en laat de goulash nog eens tien minuutjes zachtjes verder pruttelen.

Eethuis-goulash

Dien je Tsjechische eethuis-goulash op met knedlíky en in ragfijne ringetjes gesneden (rode) ui.

 

goulash Alle recepten voor GOULASH

 

Eethuis-goulash
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Staročeský kaldoun
Oud-tsjechische gevogeltesoep

Het woord “kaldoun” komt van het Duitse “Kaldaunen” of “Kutteln”, wat pens betekent. In Tsjechië wordt het woord echter niet gebruikt voor penssoep, maar voor een soep van die delen van het gevogelte (of konijn) dat voor niet veel anders dan soep gebruikt kan worden: de vleugelpunten, de nek en de ingewanden als lever, longen, maag, hart, etc. Van die ingewanden wordt tegenwoordig eigenlijk alleen nog de lever gebruikt, en wel in de knoedeltjes waarmee deze gevogeltesoep wordt verrijkt.

Voor de soep zelf neem je wat er van de gebraden kip (of eend, of gans) van gisteren is overgebleven.Het lekkerste wordt je soep als je het karkas nog hebt. In ieder geval laat je alles wat er nog op en aan het vlees zit -botjes, vellen, etc.- gewoon zitten. Dat gaat samen met wat kruiden en wortelgroenten in een grote pan op het vuur, en dat blijft daar net zolang staan tot het kippen-, eenden- of ganzensoep is geworden. Die soep wordt gezeefd, licht gebonden met een roux en dan gaan er ten slotte de knoedeltjes van kippenlever in.

Gevogeltesoep

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voor deze Tsjechische gevogeltesoep hebben we nodig:
restjes gevogelte van gisteren (of vleugels, nek en ingewanden)
zout
nootmuskaat
1 ui
2 kruidnagelen
1 wortel
1 pastinaak
1 peterseliewortel
1 laurierblad
2 tenen knoflook
10 hele peperkorrels
5 pimentkorrels
boter
2 el. bloem
bladpeterselie

en voor de knoedeltjes:
4 – 5 kippenlevertjes (100 gr.)
2 el. boter
1 ei
2 el. melk
2 el. paneermeel
1 teen knoflook
majoraan
zout en peper

Gevogeltesoep
De restjes kip doe je in een grote pan met 3 liter water. Breng het aan de kook, kruid het met zout en een snuf nootmuskaat. Als je ingewanden gebruikt, spoel ze dan eerst goed schoon, kook ze kort in gezouten water en schuim het af.


Pel de ui. Steek er twee kruidnagels in en doe die bij de soep. De wortelgroenten maak je schoon en snij je in een paar grote stukken. Die gaan ook in de pan, samen met het laurierblad, wat peterselie, de peperkorrels, de pimentkorrels en de ongepelde tenen knoflook. Laat het een uurtje of 2 heel, heel zachtjes koken. Nu giet je de soep door een zeef in een andere pan. Zet ze terug op het vuur en breng het opnieuw aan de kook.

Gevogeltesoep
Laat nu een flinke klont boter smelten in een steelpannetje. Roer er de bloem door en laat het eventjes heel zachtjes gaan, tot het lichtbruin wordt. Schep er dan wat van de bouillon door zodat je een dikke saus krijgt. Die giet je terug bij de soep. Laat het nog heel even doorkoken.


Nu maak je de knoedels. Hak de kippenlevertjes zo fijn als je kunt. Meng ze in een diepe kom met de boter, het ei, de geraspte knoflook, een flinke snuf majoraan, het paneermeel en de melk. Als het deeg te dun is mag er nog wat paneermeel bij. Kruid het met zout en peper, kneed het eens goed door en rol er kleine balletjes van. Die knoedeltjes laat je in de kokende soep glijden. Laat ze 8 tot 10 minuten zachtjes koken. Als ze boven komen drijven zijn ze gaar.

Gevogeltesoep

Leg in ieder bord een paar knoedeltjes en schep er de gloeiend hete bouillon overheen. Bestrooi de soep met gehakte bladpeterselie en zet ze op tafel.

 

Gevogeltesoep
download dit recept

Tsjechische recepten       Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Smažený květák
Gefrituurde bloemkool

Tsja… of gefrituurde bloemkool nu werkelijk een typisch Tsjechische aangelegenheid is, dat durven we hier echt niet te beweren. Populair, dat is het er wel, en met het karwijzaad en het kleine scheutje bier waar we het beslag mee oppeppen krijgt de bloemkool dan weer net zo’n smaakaccentje dat ze toch weer de Tsjechische hoek in kruipt. Maar ach, wat doet het er ook toe. Tsjechisch of niet, lekker is het zeker, die gefrituurde bloemkool. Eet het als borrelhapje met een schaaltje tartaarsaus ernaast of als vegetarische snoepmaaltijd met een groene salade en gebakken aardappeltjes. In beide gevallen is succes verzekerd.

Gefrituurde bloemkool

Voor deze gefrituurde bloemkool halen we in huis:
1 grote bloemkool
2 eieren
2 el. bier (of bruiswater)
paneermeel
1 tl. gemalen karwij
zout en peper
frituurolie

Gefrituurde bloemkool
Haal de bloemkool in roosjes uit elkaar. Was ze en blancheer ze een paar minuten in gezouten water. Niet te lang, want ze moeten beslist stevig blijven.


Laat de roosjes bloemkool goed uitlekken en afkoelen.

Gefrituurde bloemkool
Klop de eieren los met het bier. De rest drink je op.


Kruid het paneermeel met 1 tl. gemalen karwij, zout en peper. Meng het goed dooreen.

Gefrituurde bloemkool
Verhit de frituur tot 180ºC.


Haal de roosjes bloemkool door het ei en dan goed door het paneermeel.

Gefrituurde bloemkool
Laat de bloemkool in niet te grote porties in de hete frituur glijden en bak ze mooi goudbruin. Laat ze eventjes uitlekken op keukenpapier.


Serveer de gefrituurde bloemkool met een salade en misschien nog wat frietjes of gebakken aardappeltjes. En vergeet het schaaltje zelfgemaakte tartaarsaus niet. Of knoflooksaus. Knoflooksaus smaakt er zeker ook uitstekend bij.

 

Gefrituurde bloemkool
download dit recept