Gerechten uit de keuken van Oostenrijk
Bauerngulasch
Boeren goulash
“Als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen…” zo luidt een gezegde uit de geboortestreek van mijn lief moedertje, God hebbe haar ziel. Wat zoveel wil zeggen dat -mocht die dag aanbreken- alles mogelijk is, zelfs het meest ondenkbare. De wereld kan zomaar ineens vergaan, om maar iets te noemen. Pastoors zie je de laatste tijd steeds minder, wat in deze context dan weer een zorgwekkende ontwikkeling is, maar gelukkig hebben we nog boeren genoeg en is er altijd wel reden tot klagen: is er niet te veel regen, dan is er wel te veel zon, te vroege vorst of te late dooi. Want de boer, daar kun je op rekenen.
Over deze goulash van rundvlees, spek en groenten zul je beslist niemand horen klagen. Daar kun je ook op rekenen.
Voor een pannetje vol boeren goulash hebben we nodig:
600 gr. rundvlees
150 gr. gerookt spek
1 ui
3 wortelen
2 tenen knoflook
1 prei
1 el. scherp paprikapoeder
1 snuf majoraan
1 tl. karwij
1 klein bosje peterselie
1 laurierblad
zout
1 kleine knolselderij
2 el. tomatenpuree
4 grote aardappelen
Snipper de ui en snij het spek in blokjes. Verwarm wat olie of reuzel in een pan en bak daarin de ui samen met het spek tot de ui glazig wordt. Snij ondertussen het vlees in blokjes. Snij de wortelen in schijfjes, de prei in ringen en de knolselder in blokjes. De tenen knoflook hak je klein.
Als de uien gaan kleuren zet je het vuur hoog. Doe het vlees in de pan en bak het al omscheppend snel rondom bruin. Doe dan de knoflook, wortelen, prei en knolselder erbij en laat het -nog steeds op hoog vuur- een paar minuten al omscheppend meebakken.
Haal de pan nu van het vuur en strooi er het paprikapoeder overheen. Omscheppen, terug op het vuur en meteen overgieten met heet water, net zoveel tot het allemaal net onder staat. Breng het weer aan de kook en kruid de goulash met zout, peterselie, laurier, majoraan en karwij. Roer er de tomatenpuree door en laat de goulash op een zacht vuurtje gaar pruttelen.
Ondertussen schil je de aardappelen. Snij ze in stukken en kook ze in een beetje gezouten water tot ze gaar, maar nog stevig zijn. Die gaan bij de goulash als het vlees zacht is. Laat het nog een paar minuutjes gaan en zet de pan dan op tafel. Iedereen een lepel en allemaal een smakelijk gebruik.