Goulash – een smakelijke geschiedenis (11)
Zwarte peper wordt al genoemd in oude Indiase geschriften in het Sanskriet, waar het “pipali” genoemd werd, en wordt ook al sinds mensenheugenis geëxporteerd. In het oude Egypte komen we het specerij al tegen in het jaar 1213 v.Chr., om precies te zijn in de neusgaten van de mummie van de farao Ramses II. De Grieken gebruikten het al zeker sinds de 4de eeuw, maar het waren de Romeinen die de peperbolletjes op grote schaal gingen invoeren. De aanzet was de verovering van Egypte in 30 v.Chr., waarmee ze toegang kregen tot de Rode Zee en daarmee tot de route naar het Indiase Malabar.
Na de ondergang van het Romeinse Rijk namen de Perzen en Arabieren de handel in specerijen over. Het kostbare goedje werd in de steden langs de Oostelijke Middellandse Zee opgekocht door kooplui uit Italiaanse stadstaten, vooral uit Venetië en Genua. Met hun zwaar bewapende galeien domineerden ze de Oostelijke Middellandse Zee en daarmee de handel in kaneel, muskaatnoten, kruidnagelen en peper, waarvoor in Europa grof geld werd betaald. Dat liep allemaal op rolletjes tot de Turken roet in het eten kwamen gooien.
Ergens in de tiende eeuw was de ellende begonnen, toen een Turkse stam met de naam van Seltsjoeken hun woongebied rond de Kapische Zee verlieten en naar het Midden-Oosten kwamen. In de elfde eeuw hadden ze vaste voet gezet in Anatolië, tot dan toe deel van het Byzantijnse Rijk, waar ze in 1071, in de Slag bij Manzikert, een groot Byzantijns leger in de pan hakten en keizer Romanus gevangen namen. Hoewel het nog een paar eeuwen duurde, was dat het begin van het einde voor Byzantium, terwijl de ster van de Turken rijzende was. Langzaam, stukje bij beetje, kwam de kustlijn van de oostelijke en zuidelijke Middellandse Zee onder Turkse invloed.
Toen Osman Gazi in de veertiende eeuw aan het roer kwam van wat onder zijn nakomelingen het Osmaanse Rijk zou gaan heten werd er pas echt werk van gemaakt. De Turken trokken de Bosporus over en bezetten de ene na de andere Byzantijnse stad. Hun veroveringen reikten al tot ver in de Balkan toen Sultan Mehmet II, bijgenaamd de Veroveraar, zijn aandacht richtte op de hoofdstad, Constantinopel. Een schok van ontzetting ging door de christelijke wereld toen in mei 1453 eindelijk gebeurde wat iedereen al jaren had kunnen zien aankomen: de stad werd ingenomen. Byzantium had opgehouden te bestaan, en eindelijk drong het tot de Europeanen door dat het Osmaanse Rijk niet langer meer de ver-van-mijn-bed-show was, maar een factor om rekening mee te houden. De Turken, die nu het gehele Oostelijke Middellandse Zee-gebied beheersten, beheersten daarmee ook de lucratieve handel in specerijen. De prijzen voor peper rezen de pan uit.
© 2016, M.S.F. Wick