Goulash – een smakelijke geschiedenis (9)
Ook keizer Frans Jozef I (1830 – 1916), die gaarne een bordje goulash naar binnen mocht lepelen, bleek alleen in zijn hoedanigheid als koning van Hongarije bestand tegen het hete poeder. Toen de vorst op een keer in zijn K.u.K. hoftrein van Boedapest huiswaarts werd gereden serveerde zijn kok hem een kippenpörkölt. De keizer liet het zich goed smaken, maar voelde kort daarop een akelig pijntje in de maagstreek opkomen. Toen zijn kamerdienaar hem erop opmerkzaam maakte dat de trein de grens juist was gepasseerd en dat ze zich nu dus op Oostenrijks grondgebied bevonden, zei de keizer: “Wat voor de koning van Hongarije goed is, dat is voor de keizer van Oostenrijk te scherp”. Aan deze anekdote wordt door de meer fantasierijke geesten dan gaarne toegevoegd dat de machinist ijlings bevel kreeg om de trein terug naar Hongaars grondgebied te rijden, waarna de keizerlijke maagklachten als sneeuw voor de zon zouden zijn verdwenen.
Nog meer wetenswaardigheden: toen eind 19de eeuw de Duitse krijgsmacht werd verblijd met moderne veldkeukens(¹) kreeg ook daar de goulash vaste voet aan de grond. De ketels, die tot hoge temperaturen konden worden opgestookt, waren bij uitstek geschikt voor het krachtig aanbraden van grote hoeveelheden vlees, wat vooral voor het bereiden van goulash belangrijk is. Deze mobiele kookinstallaties kregen al snel de naam van “Gulaschkanone”. Ook in het Oostenrijks-Hongaarse leger werden de mobiele kookketels ingevoerd, waar ze dezelfde koosnaam van “goulashkanon” (Hongaars: “gulyáságyú”) kregen.
(¹)Al sinds het begin van de 19de eeuw waren er verschillende pogingen gedaan om veldkeukens te ontwikkelen. De eerste werkelijk succesvolle mobiele veldkeuken werd in 1892 uitgevonden door Carl Philipp Fissler uit Idar-Oberstein, en werd al snel ingevoerd in de Duitse krijgsmacht. In WOI werd dit type veldkeuken door zowat alle Europese legers gebruikt. Het was een tweewielige aanhangwagen waarin grote hoeveelheden voedsel op eenvoudige wijze gekookt en warm gehouden konden worden, ook tijdens troepenbewegingen. De wagen werd op dezelfde manier vervoerd als het geschut van de veldartillerie; gekoppeld aan een voorwagen die getrokken werd door paarden. Mede vandaar de naam goulashkanon.
© 2016, M.S.F. Wick