Gerechten uit de keuken van Hongarije
Gombatokány brassói módra
Paddenstoelen à la Brașov
Brassói aprópecsenye is een in Hongarije uiterst populair gerechtje van varkensvlees in een bruin sausje van uien en flink wat knoflook, gemengd met gebakken aardappeltjes en bestrooid met paprikapoeder. Als je het zo leest klinkt het als drie keer niks, maar het is werkelijk om je vingers bij op te eten.
Maar: omdat zelfs de meest verstokte vleeseter ook wel eens een dagje zonder wil, hebben we een vegetarische versie bedacht van dit lekkers. Sterker nog: een veganistische versie, want in dit receptje gebruiken we helemaal niets dat van dierlijke oorsprong is. Paddenstoelen en noten hebben de plaats van het vlees ingenomen en de saus, die wordt gebonden met amandelpoeder.
Twee dingen zijn belangrijk bij het maken van dit gerechtje: ten eerste dat je de tenen knoflook raspt. Raspen doe je -uiteraard- met een rasp en dus niet stiekem toch met een knoflookknijper. Het tweede is het paprikapoeder. Gebruik Hongaars paprikapoeder van een goede kwaliteit, niet het smakeloze spul dat bij de buurtsuper in glazen potjes in het schap staat. We blijven het roepen, dus geloof het nu alstublieft: het is werkelijk een verschil van dag en nacht, en de betrekkelijk kleine investering meer dan dubbel en dwars waard. Echt waar.
Paddenstoelen à la Brașov. Daarvoor hebben we nodig:
1 ui
250 gr. champignons
2 handen gepelde walnoten
1 handje pijnboompitten
5 tl. amandelpoeder
1 tl. vegeta
4 tenen knoflook
vastkokende aardappelen
scherp paprikapoeder
We beginnen met de aardappelen. schil ze en kook ze in gezouten water tot ze nèt gaar, maar nog wel goed stevig zijn.
Terwijl de aardappeltjes koken snipperen we de ui. Bak ze op een matig vuurtje met behulp van twee eetlepels olie zachtjes glazig. Ondertussen maak je de champignons schoon. Snij ze in plakken en doe ze bij de uien. Laat het allemaal gaan tot de champignons hun vocht verliezen.
De aardappelen zullen zo onderhand wel gaar zijn. Laat ze wat uitdampen, snij ze in partjes en bak ze dan in wat olie aan alle kanten mooi goudbruin.
Verkruimel de walnoten, maar maak ze niet te fijn. Die gaan samen met een scheut water, de pijnboompitjes en de vegeta bij de champignons. Rasp er de tenen knoflook boven, breng het aan de kook en bind de saus met het amandelpoeder. Is de saus te dun, laat het dan nog even wat inkoken.
Verdeel de gebakken aardappeltjes over (voorverwarmde) borden, schep er de champignons met de saus overheen en bestrooi het met flink wat scherp paprikapoeder. Een takje peterselie erop en we kunnen aan tafel.
Dit recept ziet er qua ingrediënten interessant uit.
En inderdaad, eens een keer nee zeggen tegen vlees is ook goed.
Alleen het plaatje werkt niet wat er bij staat.
Bedankt voor weer een recept, we gaan het eens uitproberen. 😉