Gerechten uit de keuken van Oostenrijk
Erdäpfelknödel
Aardappelknoedels
Erdäpfelknödel, aardappelknoedels, zijn erg lekker als bijgerecht bij gebraden eend of gans, of bij varkensgebraad met zuurkool of rode kool. Bij een pittige goulash of andere stoofpot zijn ze ook niet te versmaden. Aardappelknoedels zijn niet moeilijk te maken, maar zorg er wel voor dat de aardappelen helemaal afgekoeld zijn voordat je de rest van de ingrediënten (met name de bloem) erdoor mengt, anders worden ze klef en plakkerig.
Voor acht dotjes van aardappelknoedels hebben we nodig:
1 kg. bloemige aardappelen
50 gr. griesmeel
zout
160 gr. bloem
1 ei (L)
30 gr. boter
Kook de aardappelen in de schil gaar, pel ze en laat ze goed uitdampen. Werk ze dan door een aardappelpers en laat ze helemaal afkoelen.
Als de aardappelen koud zijn meng je de rest van de ingrediënten erdoor. Kneed er een deeg van, verdeel het in 4 stukken, en elk van die 4 stukken weer door de helft en vorm er ronde ballen van (als het goed is heb je er nu 8).
Zet een grote pan met licht gezouten water aan de kook. Zorg dat het water niet te hard kookt: een beetje laten golven is voldoende. Laat de ballen er in glijden, ga met een houten lepel over de bodem om te zorgen dat ze er niet aan vast blijven kleven en laat de aardappelknoedels in 15 tot 20 minuten gaar koken.