Gerechten uit de keuken van Oostenrijk
Erdäpfelsalat
Aardappelsalade
Erdäpfel, aardappelen, zijn al sinds jaar en dag niet weg te denken uit de Oostenrijkse keuken. Dat is bepaald niet altijd zo geweest, want tot eind 15de eeuw, toen Columbus de oceaan over stak om Amerika te ontdekken, was er geen Europeaan die kundig was van het bestaan van de aardappel.
Aanvankelijk werden aardappelen als rariteit aangeplant in de kruidentuintjes van kloosters, waar de monniken leerden hoe ze te gebruiken en te telen. Al snel werd duidelijk op wat voor een enorme schat ze waren gestoten. Het gewas is zeer makkelijk te telen, levert een enorme productie op en is zeer voedzaam. Er was één klein probleempje: niemand wilde het ding eten. Het spul kwam uit een ver, overzees land vol wildemannen, het groeide onder de grond en het was giftig, zo was de algemene teneur (inderdaad zijn de planten giftig, maar de knollen, de aardappels zelf, niet). Het heeft dan ook lang geduurd voordat de Europese bevolking de aardappel omarmd heeft, maar uiteindelijk deed ze dat met volle overgave.
In 1682 gaf de humanist en landbouwkundige Wolf Helmhard von Hohberg (1612-1688) de aardappel een plaatsje in zijn boek “Georgica Curiosa oder Adeliches Land- und Feldlebe”. Dat was niet toevallig, want Hohberg woonde in de onmiddellijke omgeving van het klooster van Seitenstetten, waar onder leiding van Abt Kaspar Plautz al sinds 1621 “papas”, aardappelen, werden verbouwd. Hohberg schrijft: “Men kookt de Indiaanse papas en eet ze warm of ook, in bouillon gekookt en gepeld, koud, met olie, azijn, peper en zout”. Wat de landbouwkundige hier beschrijft is een van de meest traditionele Weense gerechten die je je maar kunt voorstellen: Erdäpfelsalat, oftwel aardappelsalade. Alleen de uien ontbreken.
Deze lichte aardappelsalade smaakt heerlijk bij traditionele gerechten als schnitzel, backhendl of tafelspitz, of anders gewoon bij een lekker visje of een paar gebraden worstjes. de salade kun je zowel koud als lauw eten, maar zet hem niet in de koelkast, want dan blijft er van de smaak niet veel meer over.
Voor deze Oostenrijkse aardappelsalade hebben we nodig:
1 kg. vastkokende aardappelen
1 grote rode ui
2 dl. groentebouillon
olie
witte wijnazijn
1 bosje bieslook of peterselie
peper en zout
Snij de ui in fijne ringen en bak ze glazig in een beetje olie. Giet er de bouillon bij en laat het tot een kwart inkoken.
Kook de aardappels gaar, laat ze een beetje afkoelen en pel ze. Snij ze in niet te dunne plakken, kruid ze met peper en zout .
Klop 4 el. olie en 4 el. witte wijnazijn door elkaar en giet het samen met de hete, ingekookte bouillon over de aardappelen. Hak de bieslook of de peterselie fijn en strooi het erover. Meng alles voorzichtig door elkaar en laat het zeker 20 minuten trekken. Zet de aardappelsalade liever niet in de koelkast.
Als je deze Oostenrijkse aardappelsalade mengt met in fijne schijfjes gesneden radijs heb je een “Bayerische Kartoffelsalat”.
Mooi recept ! Wil ik ook wel maken.
Welke olie wordt gebruikt?
olijfolie, zonnebloemolie, arachideolie ?
Groet en bedankt voor alle mooie recepten.
Rob
Voor deze aardappelsalade gebruik je een neutraal smakende olie. Dus geen olijf, maar arachide, maïs, of desnoods zonnebloem.
Bedankt.
Ik had het gisteren al gemaakt en heb inderdaad arachide olie
gebruikt.
In eerste instantie dacht ik dat het een zuur geheel zou worden,
maar niets is minder waar.
Het is echt meer dan verrukkelijk.
Het enige verschil met de foto van hierboven is dat er hierboven
meer witte saus zichtbaar is.
Maar 1 kg aardappelen met 200 ml bouillon tot een kwart laten
inkoken komt er bijna geen saus meer helemaal op het einde
als alles in geroerd is.
En ik denk dat de foto hierboven normale ui is gebruikt, want
de rode ui zie je duidelijk in wat ik gemaakt heb.
Maar het belangrijkste de smaak! Chapeau.
Bedankt voor het delen.
Rob
Het kan zeker, maar de salade smaakt stukken beter als ze buiten de koelkast blijft.
Kan je dit ook 1 dag van te voren maken?