Gerechten uit de keuken van Oostenrijk
Grammelknödel
Knoedels met kaantjes
Het Oostenrijkse repertoire aan knoedels mag bepaald indrukwekkend genoemd worden. Zo zijn daar bijvoorbeeld de Semmelknödel, de Serviettenknödel, de Tiroler knödel en de Specklaibchen, allen doorgaans gegeten als bijgerecht. Naast een uitgebreide verzameling van zoete knoedels, zoals de Griesknödel, de elegante Wiener Wäschermädeln en natuurlijk de wereldberoemde Marillenknödel, die in de rol van zowel lunch als dessert kunnen optreden, hebben we ook nog de knoedels die gegeten worden als hoofdgerecht, zoals de Käseknödel, gevuld met kaas, de Hascheeknödel, gevuld met gehakt, en deze Grammelknödel, die worden gevuld met kaantjes.
Kaantjes, dat zijn die lekker, knapperige, zoute dingetjes die overblijven als je vetspek laat smelten tot reuzel. Hoe je kaantjes (en reuzel) op een eenvoudige manier zelf kunt maken lees je hier. Met die kaantjes, daar gaan we dus onze Grammelknödel mee maken. Eet ze met lekkere gestoofde zuurkool. Niet alleen lekker als het koud is, maar ook in de zomer onweerstaanbaar.
Voor het deeg voor de Grammelknödel hebben we nodig:
500 gr. aardappelen
1 snuf majoraan
200 gr. bloem
zout en peper
50 gr. griesmeel (tarwe)
2 eieren
en voor de vulling:
200 gr. kaantjes
1 teen knoflook
1 el. olie
zout en peper
1 kleine ui
Kook de aardappelen gaar. Pel ze terwijl ze nog warm zijn en werk ze door een pers. Meng ze met alle ingrediënten, de eieren het laatst en laat het een uurtje rusten.
Verhit de olie en bak daarin de gesnipperde ui goudbruin. Rasp er de knoflook boven en laat het nog 1 minuutje verder gaan. Hak de kaantjes wat klein, meng er de gebakken ui door en kruid met zout en peper. Vorm er 8 balletjes van.
Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad uit. Snij het in acht stukken. Rol de stukken dun uit. Op ieder stuk leg je een bolletje vulling. Vouw ze dicht en sluit ze goed.
Breng in een pan een klein litertje water aan de kook. Doe er wat zout bij en laat de knoedels daarin zes minuten zachtjes koken, zet het vuur uit en laat ze nog eens zes minuten trekken.
Schep de Grammelknödel uit het water met een schuimspaan, laat ze even wat uitlekken en serveer ze met gestoofde zuurkool.