Gerechten uit de keuken van Oostenrijk
Kümmelsuppe
Karwijsoep
Karwijsoep is een gerechtje dat in heel Centraal-Europa populair is. Al eeuwenlang, zo heeft archeologisch onderzoek aangetoond, want karwijzaadjes werden zelfs bij opgravingen van paalwoningen gevonden, en dan hebben we het over maar liefst een dikke 5000 jaar geleden! In Hongarije heet karwijsoep köménymagleves, in Slovenië prežganka, in het Tsjechisch kmínová polévka, in het Slowaaks rascová polievka, in het Roemeens supă de chimen en in Oostenrijk heet deze soep Kümmelsuppe. Een uiterst eenvoudig en spotgoedkoop gerechtje is het, hartverwarmend en vertroostend, en bovendien ook nog eens razend gezond. Karwij werd door de middeleeuwse geneeskunstenaars namelijk geprezen als “de remedie tegen iedere ziekte behalve de dood”.
Karwijsoep maak je met:
Een handjevol karwijzaadjes, een ui, een snuf zout, wat bloem en wat olie en een pannetje water. Meer hebben we niet nodig voor deze soep.
De ui snij je fijn. Die bak je samen met de zaadjes heel zachtjes in twee of drie eetlepels olie tot ze glazig is. Dan gaan er twee eetlepels bloem doorheen. Laat het rustig even bakken tot de bloem al het vet heeft opgenomen en het gaat borrelen. Giet er dan water bij, met scheutjes tegelijk, steeds roerend tot je een gebonden soepje hebt. Een blokje bouillon mag erin, of anders gewoon wat zout en een laurierblad. Laat het een half uurtje zachtjes pruttelen. Klaar is je karwijsoep.