Gerechten uit de keuken van Oostenrijk
Pinzgauer Kasnocken
Spätzlepannetje met kaas
Een klassieker is het, dit traditionele vegetarische eenpansgerecht van Nocken (vergelijkbaar met Spätzle), uien en kaas. Iedere winterse wintersporter of zomerse wandelaar in het fraaie Salzburgerland zal dit pannetje smakelijks beslist wel eens op tafel hebben zien verschijnen.
Deze Pinzgauer Kasnocken worden met de al even traditionele Pinzgauer Bierkäse gemaakt. Zoals de naam al zegt komt die kaas uit het Pinzgau, het westelijk deel van de deelstaat Salzburg. De melk voor de kaas komt van koeien die van mei tot september op de grazige weiden van de Hohen Tauren hebben gestaan. De kaas wordt al sinds de 17de eeuw gemaakt, van de magere melk die overbleef nadat van de kostbare melkroom boter was gemaakt. Het is een roodschimmelkaas, die haar oranje-rode kleur krijgt door ze tijdens het rijpen te behandelen met een vloeistof waarin roodschimmelbacteriën zitten, zoals pekel, wijn of -in dit geval- bier. Vandaar dus dat “Bierkäse”. Tegenwoordig wordt die vloeistof over de kazen gesproeid, maar in vroeger tijden werd de kaas gemaakt door ze met in bier gedrenkte doeken omwikkeld te laten rijpen. De kaas is glad met een gele tot roodbruine, vettige korst. Ze snijvast en toch zacht, met gaatjes zo groot als graankorrels en heeft een hartige, licht kruidige smaak.
Pinzgauer Bierkäse zal hier te lande niet makkelijk te krijgen zijn, maar nu we weten wat we zoeken kunnen we bij de kaasboer om de hoek vast wel terecht voor een bruikbaar alternatief.
Voor een stevig pannetje Pinzgauer Kasnocken voor twee hebben we nodig:
250 gr. bloem
2 eieren
1¼ dl. water
1¼ dl. melk
zout
boter
2 uien
1½ dl. groentebouillon
200 gr. Pinzgauer Bierkäse (iets anders mag ook)
bieslook
Meng de bloem met de eieren, de melk, het water en een snuf zout en roer het tot een nat deeg. Niet te lang roeren, als het min of meer door elkaar zit is het goed. Laat het een paar minuten staan.
Ondertussen breng je een grote pan met gezouten water aan de kook. Werk het deeg door een spätzlezeef met grote gaten (een omgekeerde rasp kan ook) in het kokende water. Laat drie minuutjes zachtjes koken, tot de Nockerl boven komen drijven. Schep ze uit het water in een vergiet en laat ze onder de koude kraan even schrikken. Laat ze goed uitlekken.
Snij een van de uien in fijne ringen. Laat een klont boter smelten in een kleine koekenpan en bak de uienringen op een zacht vuurtje tot ze mooi gaan kleuren.
Neem nu een tweede (grote) koekenpan, liefst zo eentje van ijzer. Laat er een flinke klont boter in smelten. Snipper de tweede ui en bak ze op hoog vuur even aan. Doe er nu de uitgelekte Nockerl bij, schep het eens om en giet er dan de groentebouillon over. Snij de kaas in kleine blokjes. Die gaan ook in de pan. Terwijl de kaas smelt laat je de Nockerl stevig aanbakken, zodat er op de bodem een donkerbruin korstje ontstaat. Dat knapperige korstje schraap je vlak voor het opdienen met een houten spatel los en schep je door de Nockerl.
De uienringen in het andere pannetje laat je even op hoog vuur mooi bruin en knapperig bakken. Schep ze over de kasnocken, bestrooi het met fijn gesneden bieslook en zet het met pan en al op tafel.