Gerechten uit de keuken van Oostenrijk
Powidl Pofesen
Verloren brood met pruimenmoes
Pofesen, gebakken boterhammen, danken hun naam naar alle waarschijnlijkheid aan de pavese, het manshoge ridderschild uit het Italiaanse Pavia. Waarom? Wie het weet mag het zeggen, maar wij hebben geen flauw idee.
De herkomst van het woordje Powidl is iets minder mysterieus. Het is een fonetische weergave van het Tsjechische povidel en staat voor een stroperige moes van ingekookte pruimen. Die pruimenmoes, die smeren we tussen de Pofesen: twee sneden brioche op elkaar, die we vervolgens door melk, ei en verkruimelde amandelen halen en dan goudbruin bakken in het hete vet. Ten slotte worden ze nog bestrooid met poedersuiker, en als je er echt werk van wil maken mag er ook nog vanillesaus en slagroom over. Inderdaad, net ons eigen wentelteefje, maar dan dubbeldik en extra feestelijk opgedirkt.
voor Powidl Pofesen voor 4 personen hebben we nodig:
8 sneetjes brioche
8 el. powidl (pruimenstroop)
1 dl. melk
3 eieren
1 zakje vanillesuiker
kaneel
zout
100 gr. geschaafde amandelen
botervet
poedersuiker
Snij het briochebrood in 8 schijven. Bestrijk de helft aan een kant met de pruimenmoes. Leg er een andere snee brood op en druk het goed op elkaar.
In een grote schaal klop je de eieren los met de melk, het zakje vanillesuiker, een snuf kaneel en een mespuntje zout.
Verbrokkel de geschaafde amandelen nog wat (maar maak er geen poeder van) en doe ze in een bord.
Verhit een royale laag (de Pofesen moeten er in zwemmen!) botervet in een koekenpan.
Doop de boterhammen even in de melk, haal ze dan door de losgeklopte eieren en tenslotte door de amandelen. Laat de boterhammen in hete hete vet glijden en bak ze goudbruin. Laat ze even uitdruipen op een stuk keukenpapier.
Bestrooi de Powidl Pofesen met poedersuiker en zet ze meteen op tafel. Ook lekker met vanille- of vruchtensaus, een bolletje ijs en stijf geslagen slagroom.