Gerechten uit de keuken van Roemenië
Crap îngropat
Begraven karper
Een eigenaardig recept is het, deze “begraven” karper. Het gaat hier om een oervorm van koken. Je graaft een kuil en legt er stenen in. Dan stook je er een vuurtje in, zodat ze gloeiend heet worden, legt er je vis op en gooit het gat weer dicht. De natuur doet de rest. Een primitieve oven, maar zeer doeltreffend!
Het lijkt allemaal misschien een heel gedoe, maar je moet het meer zien als een soort entertainment-cooking voor een groot gezelschap op een mooie, zomerse dag. Terwijl de vis in zijn kuil gaar stoomt trek je een fles open en gooi je wat mititei, een kipspiesje of wat groenten op de bbq. En geloof me: dit wordt een van de lekkerste vissen die je ooit hebt gegeten!
Dit hebben we nodig:
Een forse karper (ongeveer 4-5 kg.)
kruiden voor de vis, naar smaak: bijvoorbeeld dille, oregano, peterselie, paprikapoeder…
zout en peper
5 teentjes knoflook, geraspt
het sap van 1 citroen
4-5 eetlepels olie
Je begint met de schop. Eerst graaf je een gat in je achtertuin, ongeveer 20 cm. breder en langer dan de vis zelf, en ongeveer 30 centimeter diep. De bodem van de put bekleed je met stenen. Die zorgen er straks voor dat het allemaal kokend heet blijft. Dan gaat er hout op; iedereen mag mee sprokkelen, want wie niet werkt zal niet eten. Steek er de brand in, en laat rustig doorbranden tot het roodgloeiende as geworden is. Je kunt natuurlijk ook houtskool nemen, dan gaat het allemaal wat sneller.
Ondertussen houd je je bezig met je vis. Hij is natuurlijk al schoongemaakt door de visboer, dus alles wat je hoeft te doen is hem wassen en droog deppen, van buiten en van binnen. Dan kruid je de buikholte met citroensap en peper en zout. Meng je kruiden met de geraspte knoflook, vul er de vis mee, en druk de buik weer zachtjes dicht. Smeer de vis van buiten in met de olie, peper en zout en nog een beetje citroensap.
Nu wikkel je het beest in aluminiumfolie. Veel aluminiumfolie. Niet minder dan vijf lagen, en zorg dat iedere laag goed is afgesloten. Er mag geen druppel vocht en geen wolkje stoom ontsnappen. Als het hout of de houtskool in je kuil roodgloeiende sintels zijn geworden, leg je de vis er op. Zorg ervoor dat de vis helemaal omringd is met de kooltjes, anders zal hij niet gelijkmatig gaar worden. Schuif de kooltjes van de randen wat naar de vis toe, en schep ze dan voorzichtig over de vis heen. Als de vis goed bedekt is dek je de kuil weer af. Niet overdrijven: je hoeft niet al het zand weer terug in de kuil te scheppen. Het is voldoende als de vis goed bedekt is, zodat de hitte goed wordt vastgehouden. Vanaf nu heb je voorlopig niets meer te doen. Twee tot drie uur lang, afhankelijk van de grootte van de vis, mag de natuur haar werk doen.
Ondertussen is het de hoogste tijd om een fles open te draaien en alvast te beginnen met een salade, of iets van de bbq?
Na 2½ – 3 uur kan het uitgraven beginnen. De smaak van de kruiden is nu helemaal door de vis heen getrokken en het vlees smaakt intens mals, vol en zoet. Niet te vergelijken met een vis uit de pan of uit de oven!
Dien de karper op met een plak gegrilde aubergine of courgette en citroenaardappelen.