Gerechten uit de keuken van Roemenië
Crenvurşti în aluat
Roemeense worstenbroodjes
Volgens de geraadpleegde woordenboeken mag “crenvurşti” vertaald worden als o.a.: “worst”, “Prague sausage”, “saussice”, “krenwürstchen”, “kremwürstchen”, “Bratwurst”, “Wiener”, “Frankfurter”, “hot dog” en “weeny”, en daar zijn we gestopt met zoeken want dit is een fatsoenlijke site.
“Kren” is het Oostenrijkse woord voor het Duitse “Meerrettich”: mierikswortel, en op het eerste gezicht zou je dus denken dat het Roemeense “crenvurşti” daarvan is afgeleid: krenworst, worst dus waar mierikswortel in zit.
Dus niet.
Het woord “crenvurşti” is afgeleid van het Oostenrijkse Krainer Wurst, wat eigenlijk dan weer een specialiteit is uit Slovenië: Kranjska klobasa. Lekkere worst hoor, daar niet van, maar dat is dan weer niet wat de Roemenen bedoelen als ze het hebben over “crenvurşti”. Met “crenvurşti” bedoelen ze die kleine gerookte worstjes van fijngemalen vlees in het dunne darmvelletje dat “knak” zegt als je ze doorbijt, en die de rest van de wereld kent als “Weense worstjes”.
Behalve in Wenen.
In Wenen kennen ze wel Wiener worst, maar dat is dan weer een grote pikante snijworst van rund- en varkensvlees, spek en pekel. De worstjes die wij bedoelen, die noemen ze in Oostenrijk Frankfurters, wat ze in Duitsland dan weer niet correct vinden, want in Frankfurters zit officiëel alleen varkensvlees, terwijl in wat de Duitsers “Wiener Würstel” noemen ook rundvlees zit.
Zucht.
Hoe het ook zij, we weten nu in ieder geval wat voor worst we moeten hebben. Maar wacht nog even met boodschappen doen! Nu we van de harde feiten op de hoogte zijn is het tijd voor een ernstige waarschuwing.
De worstjes die je voor een paar centen in de supermarkt koopt, vacuüm verpakt in plastic, ingeblikt of in glazen potjes, zijn meestal gemaakt van kippenseparatorvlees. Dat zijn de restjes vlees die uit de uitgebeende karkassen van kippen zijn geperst. En ongeacht of ze nu Wiener, Frankfurter, bockworst of knakworst op het etiket hebben gezet: in vrijwel alle gevallen zijn ze eenvoudigweg niet te eten.
We kopen dus de goede, echte, onvervalste Weense worstjes, bij voorkeur niet bij de super maar bij een serieuze slager, en gaan er dan snel mee terug naar Roemenië, want we zouden met al dat gedoe nog bijna vergeten dat we Roemeense worstenbroodjes gingen maken. Dat is vergeleken met de worstjes kopen eigenlijk heel eenvoudig: we maken een simpel deeg van bloem, gist en boter, verpakken daar de worstjes in en bakken ze bruin in de oven. Een kind kan de was doen. Succes gegarandeerd op ieder feestje, en niet alleen bij kinderen. Lekker met mosterd of mierikswortel, maar ketchup mag ook.
Voor onze Roemeense worstenbroodjes hebben we nodig:
250 gr. bloem
½ pakje droge gist
1 tl. zout
½ tl. suiker
1½ dl. warm water
30 gr. boter
6 Weense worstjes
1 ei
evt.: maan-, sesam- of karwijzaadjes om de broodjes mee te bestrooien
Zeef de bloem boven een kom. Maak een kuiltje in het midden en doe er de gist, het zout en de suiker in. Giet er een beetje warm water bij en roer tot de gist is opgelost. Smelt de boter en roer die door de bloem. Voeg geleidelijk het warme water toe en kneed tot het een deeg wordt. Laat het een half uurtje afgedekt rusten op een warme plaats.
Strooi bloem uit op een werkblad en rol het deeg daarop uit tot een lap. Snij er rechthoeken van, iets langer dan een worst en ruim 2x zo breed. Daar wikkel je de worsten in. Zorg dat het deeg goed sluit en strijk het glad en dicht met vochtige vingers.
Sommigen vinden dat je de worstjes eerst moet ontvellen. Ik vind het onzin, maar als je dat wil doen, breng dan een pannetje water aan de kook met daarin wat zuiveringszout (natriumbicarbonaat). Daar leg je de worstjes twee minuutjes in. Dan gaan de velletjes er gemakkelijk af.
Leg de worstenbroodjes op een bakplaat die je bekleed hebt met bakpapier. Bestrijk de bovenkant met losgeklopt ei en bestrooi ze evt. met maanzaad, karwijzaad of sesamzaadjes. Schuif ze in een matig warme oven en bak ze in 30 minuten goudbruin.
Zet de Roemeense worstenbroodjes op tafel met mierikswortel of mosterd. Allebei, dat mag ook.