Gerechten uit de keuken van Slovenië
Bujta Repa
Varkenspot met zure raapjes en gierst
Bujta repa is oorspronkelijk een gerecht uit het noord-oostelijke Prekmurje, waar ook de fameuze prekmurje goulash vandaan komt. Het is in de loop der jaren ook in de rest van Slovenië zo ingeburgerd geraakt dat het een nationaal gerecht geworden is.
Bujta repa is een papperige stoofpot van gierst, varkensribben en geraspte, zure (ingelegde) meiknolletjes, onder wijsneuzen bekend als “Brassica rapa”. Het woord “repa” betekent raap, “bujta” komt van het werkwoord “bujti”: doden; slachten dus. Het gerecht werd dan ook oorspronkelijk gemaakt en gegeten ter gelegenheid van de zabíjačka; het slachten van het varken aan het begin van de winter. Vroeger nog een feestdag op de dorpen (en niet alleen in Slovenië, maar in heel Europa), nu iets waarvan steeds meer mensen vinden dat je je ervoor zou moeten schamen, want voor vlees hoef je tegenwoordig geen arme dieren meer dood te maken. Dat koop je toch gewoon in de supermarkt?
Bujta repa werd gemaakt van de vette delen van de kop, nek en de huid van het varken. Vet moest het zijn, destijds, want de winters waren koud en de mensen moesten hard werken. Mag nu allemaal niet meer van de dokter, dus we doen het voortaan wat gezonder.
In de hoofdstad Ljubljana wordt door de oudste studentenvereniging van Slovenië, de “Kluba prekmurskih študentov”, jaarlijks een bujta repa festival gehouden, met een hoop muziek en, jawel: bujta repa.
Voor onze bujta repa zullen we nodig hebben:
1 kg rapen in het zuur.
(Geen rapen in het zuur te krijgen? Neem dan gewoon rauwe meiknolletjes, rasp ze en doe ze straks samen met een flinke scheut azijn en een beetje suiker in de pan.)
700 g botten van het varken (Er moet nog wel wat vlees aan zitten!)
1 – 2 dl gierst
zout
een paar korrels zwarte peper
1 – 2 laurierbladeren
2 tenen knoflook
Eventueel: wat oregano of karwij*
4 eetlepels reuzel, maar olie mag ook, en dat is een stuk gezonder
2 eetlepels bloem
1 ui
1 theelepel paprikapoeder
Vul een pan met water, doe er het varkensbotten in en zet het op het vuur. Breng het aan de kook en laat het 30 minuten zachtjes koken.
Haal het vlees na een halfuur uit de pan, en doe er de knolraap in samen met zout, peperkorrels, laurier en het geperste knoflook. Breng het aan de kook en laat lekker pruttelen.
Ondertussen schraap je het vlees van de botten. Dat gaat terug in de pan bij de knolraap.
- Je kunt het vlees natuurlijk ook gewoon met bot en al in de pan laten zitten. Dan heb je minder werk en de smaak wordt er nog iets voller van. Nadeel: tijdens het eten wordt het al gauw een kliederboel. Vandaar dus.
- Eventueel kun je nog wat (stukjes) varkensworst meekoken.
- *Als je er kruiden in wil zoals karwij of oregano, dan is nu het moment aangebroken om ze erbij te doen.
Spoel de gierst in een zeef af onder de kraan. Doe ze in de pan als de rapen bijna gaar zijn. Kook het allemaal rustigjes tot pap.
Hak de ui fijn. Verhit de reuzel (als dat te ongezond klinkt gebruik je gewoon boter of olie), en bak de ui daarin glazig. Bestrooi het met de bloem, roer het goed door en doe er dan een klein beetje water bij. Blijf goed roeren tot je een dikke roux hebt. Dan gaat er het paprikapoeder doorheen, en dan giet je het in de pan met varkens-rapen-gierstebrij. Nog eens goed roeren en het dan allemaal nog 5 minuten laten sudderen.
Dien je bujta repa op als eenpansmaaltijd, met een stuk lekker brood, maar het gaat ook goed samen met gekookte of gebakken aardappelen. Als je het allemaal heel traditioneel wil doen, maak er dan žganci bij.