Gerechten uit de keuken van Slovenië
Matevž
Puree van bonen en aardappelen
Matevž is een gerecht dat zijn oorsprong vindt in de 19de eeuw in centraal Slovenië, in het district Kočevsko. Aardappelen en bonen, en als je geluk had wat kaantjes. Eten voor de hardwerkende arme sloeber.
Matevž is afgeleid van de naam Matej: Mathieu of Mattheüs. Het gerecht is ook bekend onder de naam “krompijev mož”, wat “aardappelman” betekent; “medved”, beer, of “belokranjski mož: man uit Bela krajina. De naam Matej of Matevž ligt aan de oorsprong van veel andere uitdrukkingen. Als je b.v. een matevža hebt, dan heb je gisteravond te veel gedronken. Misschien dat dit gerecht je er dan weer bovenop helpt? Hoe het ook zij: gezond is het zeker, en lekker ook.
Matevž wordt vooral gegeten als bijgerecht bij zuurkool of ingelegde raapjes, en bestrooid met kaantjes of uitgebakken spekjes. Het wordt ook wel geserveerd met worst of ander (varkens)vlees. Matevž kan ook uitstekend gegeten worden zonder vlees, als (onderdeel van een) vegetarische maaltijd.
Voor deze Sloveense matevž – bonenpuree met aardappelen – hebben we nodig:
½ kg. gedroogde bonen
1 laurierblad
½ kg. aardappelen
½ dl. olijfolie
3 teentjes knoflook
zout en peper
(evt.) kaantjes of stukjes uitgebakken gerookt spek
(Kaantjes zijn uitgebakken stukjes zwoerd (varkenshuid). Die worden verhit, het vet smelt en wat overblijft zijn de knapperige zoute en krokante kaantjes.)
Week de bonen een nacht in koud water. De volgende dag giet je ze af. Giet vers water in de pan tot de bonen net onder staan. Doe er wat zout en het laurierblad bij en kook ze zachtjes gaar.
Ondertussen schil je de aardappelen. Die kook je in een aparte pan in gezouten water gaar. (Als je bonen uit blik gebruikt, doe ze dan een paar minuten voor het einde van de kooktijd bij de aardappelen.)
Giet alles af, vis het laurierblad tussen de bonen uit en meng de aardappelen en de bonen met de olijfolie, de geperste teentjes knoflook en zout en peper. Pureer het tot de gewenste dikte. Sommigen hebben het liefst een gladde puree; andere willen graag een wat rullere structuur waar je de friemeltjes aardappel en boon nog in kunt herkennen.
Volgens de traditie bestrooi je het tot slot met kaantjes of uitgebakken spek.
Matevž eet je met zuurkool of zure raapjes, of als bijgerecht bij worst of vlees.