Gerechten uit de keuken van Slowakije
Dusené rezne s šampiňónovou omáčkou
Gestoofde schnitzels met champignonsaus
Schnitzels stoven? Jawel, het kan. Het is misschien een wat ongebruikelijk recept, zo’n gestoofde schnitzel, maar wel verrassend. De schnitzels worden, gepaneerd en al, in een half uurtje gegaard in een bouillon. Om te zorgen dat de paneerlaag niet veranderd in een pan vol rommel doen we het paneren wel andersom. Eerst wordt het broodkruim in het vlees “gehamerd”, daarna haal je het pas door het ei. Wat in de bouillon gekookte rijst en een romig champignonsausje maken het feest compleet.
Dit hebben we nodig voor onze gestoofde schnitzel:
4 varkensschnitzels
zout
peper
paneermeel
2 eieren
2 tenen knoflook
een bouillonblokje
Verder heb je een vleeshamer nodig, liefst zo eentje met een ruitjespatroon
en voor de champignonsaus:
een bakje (kastanje)champignons
een uitje
wat blokjes gerookt spek
zout en peper
een paar takjes peterselie
1 dl. slagroom
Sla de schnitzels plat met de hamer. Kruid ze met peper en zout. Strooi dan flink wat paneermeel op een plank, leg er een schnitzel op en timmer hem nog eens plat, zodat je de paneermeel goed in de schnitzel drukt. Draai hem om en doe hetzelfde met de andere kant. Draai hem dan nog een keer om en herhaal het, aan beide zijden. Doe zo met al je schnitzels.
Breek de eieren in een diep bord. Knijp er de knoflooktenen boven uit. Klop het allemaal los. Haal de schnitzels door het losgeklopte ei. Zorg ervoor dat ze aan alle kanten goed bedekt zijn.
Verhit wat olie in een koekenpan en bak daarin de schnitzels snel aan beide kanten mooi bruin. Ondertussen pak je een steelpannetje en maak je daarin met het blokje en een half litertje water wat hete bouillon.
Doe de schnitzels in een grotere pan met deksel en overgiet ze met een paar soeplepels van de hete bouillon. Niet te veel: het is niet de bedoeling dat ze erin koken, maar dat ze erin gaar stoven. Een klein bodempje, meer hebben we niet nodig. Leg het deksel op de pan en laat in zo’n 20-30 minuten op een zacht vuurtje gaar stomen. De precieze tijd hangt helemaal af van de grootte van de schnitzels en van de pan. Controleer dus de gaarheid met een vork.
Ondertussen kook je wat rijst in de rest van de bouillon. Die is er straks lekker bij. Rijst kook je het eenvoudigste zo: neem langgraan rijst. Twee kopjes bouillon op één kopje rijst. Je brengt de bouillon aan de kook, gooit de rijst erbij, roert het eens goed om en als het zaakje opnieuw kookt leg je de deksel op de pan. Je legt er een warmhoudplaatje onder en zet het vuur op de aller- allerlaagste stand. Kom er niet aan, kijk er niet in, roer er vooral niet in: blijf er gewoon met je tengels vanaf. Na twintig minuten gaat het gas uit en is je rijst perfect gekookt. Als je het deksel er op laat blijft de rijst nog een hele tijd warm.
Zo. En nu nog gauw even de champignonsaus. Maak de champignons schoon en snijd ze in niet te dunne plakken. Bak de champignons in een klein beetje hete olie. Heet, want de bedoeling is dat ze zoveel mogelijk vocht verliezen. Als het begint te roken doe je er een scheutje water bij (witte wijn of bier mag natuurlijk ook). Op een gegeven moment gaan de champignons al hun vocht loslaten. Kook het zoveel mogelijk in. Doe alles in een bord.
Smelt wat boter in de pan en bak daarin de fijngehakte ui met het spek op een rustig vuurtje. Als het allemaal leuk begint te kleuren doe je de champignons terug. Kruiden met wat peterselie, versgemalen peper, en misschien nog een beetje zout. Giet er de room bij, laat even inkoken en klaar ben je.
Leg de gestoofde schnitzel op een bord, lepel er een bol van de rijst naast en giet er de champignonsaus overheen.