Gerechten uit de keuken van Slowakije
Lokše
Aardappelpannenkoekjes
Deze lokše – aardappelpannenkoekjes – zijn niet weg te denken uit het Slowaakse dieet. Het eigenaardige van deze lokše is, dat ze worden gebakken in een droge koekenpan, dus zonder reuzel, boter, olie of wat voor vet dan ook. Pas als ze gaar zijn, dan worden ze ingesmeerd met vet. Traditioneel worden ze gevuld met zuurkool, maar je kunt ze natuurlijk eten met iedere vulling die je maar lekker vind: ham, kip, groenten, saus, of gewoon zo, alleen maar bestreken met wat room. lokše worden ook veelvuldig gegeten als bijgerecht bij -vooral- wat vettige gerechten, zoals eend of ander gevogelte.
Voor een stapeltje lokše – aardappelpannenkoekjes – hebben we nodig:
1 kg. aardappelen
300 gr. bloem
zout
150 gr. gesmolten boter
Was de aardappelen en kook ze in de schil gaar. Als ze gaar zijn pel je ze en maak je ze fijn met een aardappelpers, een passe-vite of de keukenmachine.
Leg de afgekoelde brij op een met bloem bestoven werkplank, strooi er de bloem en het zout over en kneed er een deeg van. Nu vorm je er pannenkoekjes van. Het makkelijkst gaat dat als je er een lange rol van kneed, niet te dun. Die snij je in gelijke stukken. Met de deegroller rol je ieder stuk nu uit tot een mooi rond pannenkoekje. Ze moeten zo dun als flensjes zijn: 2 mm. is dik genoeg. Maak er met een keukenmesje kleine sneden in, zodat als ze zo dadelijk in de pan liggen de stoom kan ontsnappen.
Bak de lokše in een droge koekenpan (dus zonder vet: de boter gebruiken we pas als de lokše klaar zijn!) aan beide kanten. Ze zijn goed als ze bruine vlekken krijgen.
Pak nu een kwastje en besmeer ze aan één kant met de gesmolten boter. Leg er een beetje zuurkool op. Rol de lokše op of maak er een pakketje van door ze twee keer dubbel te vouwen. Een dot zure room erbij is lekker.
Lokše zijn lekker met eigenlijk alles: zure room of bryndza bijvoorbeeld, of met een vulling van gebakken champignons met room, of gestoofd vlees en/of groenten, zoals in deze Slovenská pochúťka. Met zoetigheid zijn ze ook niet te versmaden: vruchtenconfituur, misschien met maanzaad, of honing en gehakte walnoten.