Tag archieven: bakken

Montenegrijnse recepten      Gerechten uit de keuken van Montenegro

 

Podgorička zeljanica
Spinazietaart uit Podgorica

Toegegeven, Podgorica, de hoofdstad van Montenegro, kan zich bepaald niet tot de fraaiere steden van Europa rekenen. Een oude stad, dat is het wel, want deze plek wordt al sinds mensenheugenis bewoond.

Drie kilometer ten noord-westen van het centrum liggen de ruïnes van Doclea, een stad die ons al uit de Griekse tijd, dus lang vóór de Romeinen, bekend is. De Romeinse keizer Diocletianus is hier geboren, vandaar dat de Romeinen de stad omdoopten tot “Dioclea”, met het flauwe argument dat de “i” die in de oorspronkelijke naam ontbreekt, verloren was gegaan omdat de boeren de naam zouden hebben verbasterd.

Ook Podgorica zelf had aanvankelijk een andere naam. In de annalen komen we de stad voor het eerst tegen als “Birziminium”. Ook dat was blijkbaar geen bevredigende naam, want in de middeleeuwen werd het omgedoopt tot Ribnica, naar een van de riviertjes waaraan de stad is gebouwd. Vanaf 1326 werd het dan toch Podgorica, vanwege het heuveltje dat het stadscentrum domineert (de naam betekent letterlijk “onder de kleine heuvel”). Dat voldeed meer dan zeshonderd jaar naar volle tevredenheid, tot de stad in 1946 ter ere van Maarschalk Tito werd omgedoopt tot Titograd. In 1992, toen de Socialistische Republiek Joegoslavië werd opgedoekt en Montenegro samen met Servië verder ging, werd het weer gewoon Podgorica.

Wat nooit van naam is veranderd, is deze Podgorička zeljanica – Podgorica spinazietaart -, een hartige taart van maïsmeel, spinazie, feta, yoghurt en munt. Het recept is duidelijk beïvloed door de Ottomaanse overheersers, die hier vier eeuwen lang, tot ze in 1878 hun biezen moesten pakken, de scepter hebben gezwaaid. De basis van deze taart, het maïsbrood, kennen we natuurlijk vooral als het fameuze Servische “proja“, maar daarbij mogen we niet vergeten dat de maïs -van oorsprong een Zuid-Amerikaans gewas- de Balkan bereikte via Turkije. Het zijn echter vooral de munt, de feta en de yoghurt die wijzen op invloeden uit het Oosten.

podgorica spinazietaart
Van het oude Podgorica is nauwelijks meer iets over. In WOII werd de stad door bombardementen zo goed als van de kaart geveegd. Wat ervoor in de plaats gekomen is zijn kaarsrechte blokken van grauwe woonkazernes, een moderne Orthodoxe kathedraal en een Westers ogend stadscentrum.

 

Voor onze vegetarische Podgorica spinazietaart hebben we nodig:
500 gr. spinazie
200 gr. lente-uitjes (met het groen!)
100 gr. verse munt
500 gr. feta
100 gr. yoghurt (10% vet)
5 eieren
250 gr. grof maïsmeel
1½ olijfolie
zout en peper
boter

Podgorica spinazietaart
Was de uien, de munt en de spinazie en laat het goed uitlekken. Hak het allemaal fijn.


Doe de olijfolie in een hoge pan en zet hem op een laag vuurtje. Doe er de gesnipperde ui en de gehakte spinazie en munt in. Kruid het met een beetje zout (niet te veel, want de feta is ook al zout) en laat het afgedekt 5 minuutjes gaan, zodat de spinazie haar vocht kan verliezen.

Podgorica spinazietaart
Ondertussen verbrokkel je de feta in de yoghurt. Meng het goed en doe het in de pan. Laat het al roerende een paar minuutjes doorwarmen, tot de kaas smelt. Zet het vuur uit en laat het afkoelen.


De eieren en het maïsmeel mogen er nu ook bij. Meng het allemaal goed door.

Podgorica spinazietaart
Verwarm de oven voor op 220ºC. Zet een bakblik of springvorm even in de oven om een klein beetje warm te worden. Haal het er weer uit en vet het goed in met een klont boter. Giet het deeg in het bakblik en schuif het in de oven. Bak de taart in 40 minuten gaar en goudbruin.


Dien de Podgorica spinazietaart op met een flinke schep zure room.

 


download dit recept

Montenegrijnse recepten Gerechten uit de keuken van Montenegro

 

Pogaču
Focaccia

Dit is een traditioneel Montenegrijns recept voor een soort brood dat we allemaal kennen uit Italië: focaccia. Dat we dit Italiaanse brood in Montenegro tegenkomen hoeft niemand te verbazen, want Montenegro (Italiaans voor “zwarte berg”) heeft eeuwenlang onder invloed van Venetië gestaan en heeft, van 1420 tot het gebied in 1797 bezet werd door de Turken, zelfs deel uitgemaakt van de Venetiaanse staat Albania-Veneta.

Da’s leuk om te weten, maar nu snel terug naar het brood, want daar kwamen we voor.

Deze pogaču -het woord lijkt verdacht veel op het Italiaanse focaccia- wordt traditioneel gebakken in een crepulja: een platte, ronde schotel van aardewerk met een heel klein gaatje in de bodem. Die wordt op een open vuur gezet tot hij gloeiend heet is, en dan met behulp van een haak eruit gehaald. Daar dient het gaatje dus voor. Dan gaat het deeg erin. De schaal wordt terug op het vuur gezet en bedekt met een “sač”, een klokvormig deksel van metaal, of soms van aardewerk, die bedekt wordt met gloeiende as. Zo wordt het brood van boven en onder gebakken. Deze kooktechniek “ispod sača” (“onder de klok”) word toegepast op veel gerechten, waarvan de schotels van vlees (of vis) met aardappelen wel de bekendste zijn.

Waarschijnlijk heb je geen crepulja, en dat hoeft ook niet, want dit brood kun je ook in de oven bakken.

Focaccia

Voor onze Montenegrijnse focaccia hebben we nodig:
500 gr. bloem
2 tl. droge gist
zout
8 el. vergine olijfolie
40 gr. grof maïsmeel

Focaccia
Los de gist op in 3½ dl. warm water. Dek het af en laat het 5 minuten staan. Zeef de bloem boven een kom, maak een kuiltje in het midden en giet er geleidelijk het gistwater en 4 el. olijfolie in, al mengend, en vergeet niet er een flinke snuf zout door te doen. Leg het op een met bloem bestoven oppervlak en kneed het in 2 minuutjes snel tot een (zeer nat) deeg.


Maak de kom schoon, droog hem en vet hem in met olie. Leg het deeg in de kom en bedek het met een vochtige doek. Laat het op een warme en tochtvrije plaats rijzen, ongeveer 2 uur, of tot het in volume verdubbeld is.

Focaccia
Stomp het deeg met een vuist terug en rol het uit op een met maïsmeel bestrooid oppervlak. Heb je een (hete!) crepulja, dan leg je daar het deeg in. Zet het bij het vuur, doe er het deksel op en bedek het met hete sintels. In 20 minuten is het gaar.


Heb je geen crepulja, dan verwarm je de oven voor op 200ºC. De vorm waar je het brood in gaat bakken zet je er even in, zodat die warm is maar nog wel goed te hanteren, dus niet te heet! Nu gaan we het deeg een keer terug stompen, bestrooien een werkblad met grof maïsmeel en rollen daar het deeg op uit. Vorm een beetje invetten met olie, brood in de vorm, vorm in de oven en nog 20 minuutjes geduld hebben.

 


download dit recept

Macedonische recepten      Gerechten uit de keuken van Noord-Macedonië

 

Пастрмаjлиjа – Pastrmajlija
Macedonische “pizza”

Pastrmajlija. De uitspraak is even oefenen, dus laten we het nu maar even een Macedonische pizza noemen. Dat is de beste omschrijving die we kunnen verzinnen voor dit gerecht.

Pastrmajlija is een langwerpig, aan beide zijden spits toelopend brood van gerezen deeg. Het ziet er uit als de Turkse “pide”, maar is zeker niet hetzelfde. Pastrmajlija wordt belegd met in blokjes gesneden gekruid vlees en wordt -net als een pizza- gebakken in een houtoven, zo wil de traditie. Als er eentje voorhanden is, natuurlijk. Thuis doen we het gewoon in ons elektrische oventje.

De naam “pastrmajlija” komt van het vlees waarmee het brood wordt belegd. Pastrma betekent gezouten en gedroogd (schapen)vlees. Dat lijkt op ehh… precies: pastrami. Het zouten en drogen van vlees was vóór de uitvinding van de diepvriezer de aangewezen methode om vlees te bewaren. Tegenwoordig hoeft dat niet meer, en dat heeft ook gevolgen gehad voor de pastrmajlija. Het gedroogde schapenvlees heeft plaats gemaakt voor varkens- of lamsvlees, soms zelfs kip, en het vlees wordt nu simpelweg een nacht gemarineerd in wat olie, zout en pittig paprikapoeder. De smaak is er echter niet minder om.

Zacht en zalig is de pastrmajlija, het goudbruine deeg doordrenkt van de vleessappen met rondom een krokante, knapperige korst. En dan die geur! Ach, die heerlijke, zinnenprikkelende geur die zich langzaam door het huis verspreid wanneer de oven de haar toevertrouwde eenvoud transformeert tot een hoogtepunt van intens genot. Die geur; dat is een puur verlangen naar het zuiden!

pastrmajlija

Voor 3 exemplaren van deze pastrmajlija hebben we nodig:
500 gr. varkensvlees (lamsvlees mag ook)
zout
heet paprikapoeder
olie
500 gr. bloem
1 zakje droge gist
3½ dl. lauw water (max. 30ºC.)
boter

pastrmajlija
Een dag van tevoren begin je met het vlees. Snij het in blokjes en doe het in een kom van glas of geglazuurd aardewerk. Kruid het ruimhartig met zout en 1 afgestreken tl. scherp paprikapoeder. Doe er 2 of 3 eetlepels olie bij en schep het goed om. Dek de kom af en zet het vlees een nacht in de koelkast.


Zeef de bloem boven een grote kom. Maak in het midden een kuiltje. Daar doe je de gist in en een vingergreep suiker. Giet er een klein beetje lauw water bij (max. 30ºC.) en laat het tien minuutjes staan, tot er belletjes verschijnen.

pastrmajlija
Voeg nu steeds een beetje water bij en meng het door de bloem. Op een gegeven moment wordt het zo dik dat het geen mengen, maar kneden wordt. Kneed het goed door, zo’n tien minuten. Bedek de schaal met een doek en laat het op een warme en tochtvrije plaats een half uur rijzen, tot het deeg in volume is verdubbeld.


Bestuif een werkblad met bloem. Snij het deeg in drie stukken. Vorm er afgeplatte ronde ballen van. Bedek ze met een doek en laat ze nog eens 15 – 20 minuten rijzen.

pastrmajlija
Ondertussen verwarm je de oven voor op 180ºC.


Vet een bakplaat of -blik lichtjes in met boter. De deegballen rek je uit tot langwerpige broden van zo’n 30 cm. lang, die in het midden ongeveer 15 cm. breed zijn. Van de randen blijf je af, maar het midden druk je met je vingers plat. Bevochtig je vingers af en toe, dan blijft het deeg er niet aan plakken. Leg de blokjes vlees dicht tegen elkaar aan op de pastrmajlija’s. Er mogen evt. twee ingemaakte pepertjes op. Leg hier en daar een plakje boter op het vlees.

Vaak worden er ook nog eieren en/of kaas op de pastrmajlija meegebakken, maar misschien is dat een beetje veel van het goede. Eenvoud siert tenslotte, niet alleen de mens, maar ook het bord.

Bak de pastrmajlija’s 30 minuten in de hete oven. Verwarm de halve deciliter olie en meng er een lepeltje paprikapoeder door. Daarmee bestrijk je de randen van de pastrmajlija’s. Zet ze nog vijf minuten in de oven. Haal ze eruit en wikkel ze in een keukendoek. Dat komt de smaak ten goede.


En dan nu het goede nieuws: pastrmajlija mag je -moet je zelfs- met je handjes eten! Bestrooi hem eventueel nog met wat bukovec, maar spoel de pastrmajlija in ieder geval weg met een glaasje rode wijn, bij voorkeur de Macedonische T’ga za Jug.

 

Pastrmajlija
download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Fogasfilé hagymamártással
Snoekbaarsfilet met uiensaus

Snoekbaars, ook bekend als zander, is in Hongarije een erg populaire vis, die in het merendeel van de restaurants wel op de menukaart staat. Talloze recepten zijn ervoor verzonnen. Dit recept, voor filet van snoekbaars met uiensaus, is typisch Hongaars gekruid met paprikapoeder en dille.

Snoekbaars met uiensaus

Zoals alle roofvissen hebben ook snoekbaarzen uiterst smakelijk vlees. Daar moet je niet te veel mee te rommelen. We houden het dus simpel. In dit Hongaarse recept voor snoekbaars worden de filets van de vis kort gebakken en opgediend in een romige saus van uien, gekruid met paprika en dille. Simpel, snel klaar en vooral erg lekker.

Snoekbaars met uiensaus, daar heb je voor nodig:
4 grote filets van snoekbaars
1 tl. dille
2 dl. melk
1 mespuntje scherp paprikapoeder
2 el. zoet (mild) paprikapoeder
1 grote ui (200 gr.)
2 el. boter
1 el. citroensap
zout en peper
4 el. zure room

Snoekbaars met uiensaus
Smeer de snoekbaarsfilets in met citroensap en bestrooi ze met zout en peper. Verhit de boter in een pan en braad de filets kort aan. Haal ze uit de pan.

Snoekbaars met uiensaus
Snij de ui in dunne schijfjes en leg ze in de pan. Laat ze rustig bakken tot ze zacht zijn, zeker een minuut of tien. Keer ze af en toe. Bestrooi het van het vuur af met paprikapoeder en blus het af met de melk. Roer evt. aanbaksels los. Laat het in 10 minuten op een laag vuurtje tot uienmoes koken.

Snoekbaars met uiensaus
Kruid de uiensaus met de dille en zo nodig met nog wat zout en peper. Leg de snoekbaarsfilets in de saus en warm ze goed door.

Snoekbaars met uiensaus
Serveer de snoekbaars overgoten met de uiensaus, en een klodder zure room ernaast. Een paar gekookte aardappelen zijn er lekker bij, of deze rizi-bizi.

 


download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Spenótos palacsinta
Pannenkoeken met spinazie

Gevulde pannenkoeken uit de oven zijn in heel Centraal-Europa populair, en deze, met een romige vulling van spinazie en kaas, is een echte klassieker in de Hongaarse keuken. Een eenvoudig recept voor een vegetarisch maar voedzaam en vooral smakelijk gerecht, wat in Hongarije vaak bij wijze van lunch op tafel verschijnt.

Voor 6 van deze met spinazie gevulde pannenkoeken heb je nodig:
100 gr. bloem
3 eieren
2 dl. melk
koolzuurhoudend mineraalwater
500 gr. verse spinazie
1 kleine ui
1 – 2 tenen knoflook
100 gr. kaas
2 dl. room
2 el. bloem
zout en peper

Pannenkoeken met spinazie
Meng de bloem, de melk en twee van de eieren met een mixer tot een dik beslag. Kruid het met zout en peper. Laat het een kwartiertje rusten.

Pannenkoeken met spinazie
Snipper de ui en bak hem in wat boter in een grote pan op een zacht vuurtje rustig glazig. Hak de knoflook klein en laat het twee minuutjes meebakken. Doe de gewassen spinazie in de pan en laat het slinken. Meng de bloem met 1 dl. van de room. Daarmee bind je de spinazievulling. Kruid het met zout en peper en draai het vuur uit.

Pannenkoeken met spinazie
Meng zoveel bruiswater door het pannenkoekenbeslag tot het glad en dun is. Verhit wat olie in een grote koekenpan en bak er dunne pannenkoeken mee. Laat ze wat afkoelen op een bord.

pannenkoeken met spinazie

Pannenkoeken met spinazie
Bestrijk de pannenkoeken met de spinazievulling, bestrooi het met geraspte kaas. Leg de gevulde pannenkoeken dicht naast elkaar in een met boter ingevette ovenschaal. Klop het overgebleven ei los met de rest van de room. Dat giet je over de pannenkoeken. Bestrooi evt. met nog wat geraspte kaas en zet de schaal in een op 200ºC. voorverwarmde oven. Bak de gevulde pannenkoeken in 20 minuten mooi goudbruin.

 


download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Krumplis kenyér
Aardappelbrood

Dit heerlijke Hongaarse brood wordt gebakken van een gistdeeg van bloem en gekookte aardappelen. Aardappelbrood wordt op veel manieren gemaakt: met verschillende soorten meel, met suiker, honing, en/of kruiden zoals anijs, majoraan, tijm of karwijzaad. Ook de verhouding tussen de hoeveelheid aan gebruikte aardappelen en de hoeveelheid aan tarwebloem verschilt nogal van recept tot recept. Hieronder geven we een goed bruikbaar basisrecept, gewoon, zonder kruiderij of andere poespas. Dat vinden we zelf eigenlijk nog het lekkerste.

Aardappelbrood

Voor dit Hongaarse aardappelbrood hebben we nodig:
400 gr. kruimige aardappelen
1 el. zout
2 zakjes droge gist (30 gr.)
3-4 el. olie
600 gr. witte bloem

Aardappelbrood
Pel de aardappelen en kook ze in een pan water met de helft van het zout tot ze zacht zijn. Giet ze af en laat ze uitdampen, maar vang het kookwater op.

Aardappelbrood
Meng de gist met 3½ dl. van het aardappelwater. De rest van het water kan door de gootsteen.

Aardappelbrood
Stamp de aardappelen goed fijn, of beter: druk ze door een aardappelpers. Meng ze met de olie, de bloem en de rest van het zout. Kneed de gistmassa er goed doorheen en laat het deeg 1 uur rusten op een warme, tochtvrije plaats.

Aardappelbrood
Bedek een bakblik met bakpapier. Vorm van het deeg een langwerpig brood, leg het op het blik en laat het afgedekt nog eens een kwartiertje rusten. Ondertussen verwarm je de oven voor op 200ºC.

Aardappelbrood
Snij het aardappelbrood over de lengte in en bestuif het met wat bloem. Zet op de bodem van de oven 1 of 2 (ovenvaste) schaaltjes met water. Als de oven opnieuw op temperatuur is zet je het aardappelbrood in het midden en laat het 50 tot 55 minuten bakken, tot het mooi bruin is en hol klinkt als je op de onderkant klopt.

 


download dit recept

Servische recepten      Gerechten uit de keuken van Servië

 

Srpska proja
Servisch maïsbrood

Een van de basisgerechten uit de Servische keuken is het, dit maïsbrood of “proja”, een eenvoudig brood van maïsmeel, boter, melk en eieren. Het is geschikt voor zowel ontbijt, lunch als diner, maar kan ook heel goed dienen als tussendoortje. Proja wordt zowel koud als warm gegeten. Het is lekker met yoghurt, met zachte kaas, met ajvar, met bećar paprikaš, met zuurkool, met koolsalade, met kajmak, met sarma, met–

–tja, waar smaakt proja eigenlijk niet lekker bij?

Proja

Het basisrecept voor proja:
600 gr. maïsmeel
180 gr. boter
5 eieren
1 beker melk

Proja
Verwarm de oven voor op 200ºC.


Meng alle ingrediënten met de melk en de helft van het vet, en roer het goed en langdurig door, zeker zo’n 15 minuten. Met de mixer kan het in tien. Doe er als het te droog wordt nog een beetje melk bij.

Proja
Vet een bakblik in en doe er de massa in. Dan gaat het een half uur de oven in, tot de bovenkant van de proja begint te kleuren.


Haal de proja uit de oven, besmeer de bovenkant met de rest van de boter en snijd het geheel in blokjes. Dan weer snel terug de oven in en verder bakken tot het mooi goudbruin is.

 


download dit recept

Servische recepten       Gerechten uit de keuken van Servië

 

Somun
Pitabrood

Somun of lepinje, zo noemen ze op de Balkan het brood dat wij kennen als pita. Het wordt vooral gegeten met de onvolprezen gehaktworstjes, de ćevapčići, maar ook met de Balkan-uitvoering van de hamburger, de pljeskavica of andere soorten geroosterd vlees, kaas en salade. Een klein beetje werk is het wel, dat somun – pitabrood, maar het resultaat is niet te vergelijken met de droge platte schijfjes half gebakken deeg die je in de super koopt.

Somun - pitabrood

Somun – pitabrood maak je met:
600 gr. bloem
1 pakje droge gist
150 ml. warme melk
1 tl. suiker
1 tl. zout
evt. warm water

Somun - pitabrood
Kneed van alle ingrediënten een deeg. Kneed het goed en langdurig door. Dek het af en zet het een half uur te rusten op een warme plek. Kneed het dan nog een keer grondig en laat het opnieuw 30 minuten rusten.


Bestrooi een werkblad met wat bloem. Leg daar het deeg op en verdeel het in 4 gelijke delen. Vorm er ballen van. Plat de deegballen voorzichtig af door de zijkanten van iedere bal naar buiten te trekken, zodat je een plat brood krijgt dat in het midden hoger is dan aan de randen. Snij er met een mes een ruitpatroon in.

Somun - pitabrood
Verwarm de oven voor op 250ºC. Ook de bakplaat moet mee verwarmd worden. Als je een pizzasteen hebt, dan zou ik die zeker gebruiken.


Bestrooi de plaat of steen met wat grove bloem. Bevochtig de bovenkant van de pita’s met wat water. Dat doe je het best met een zachte kwast of met een in water geweekt stuk keukenpapier dat je boven het brood uitknijpt. Leg de somuni op de (hete!) plaat en bak ze in ongeveer 7 minuten gaar. Bedek ze met een schone keukendoek en laat ze 5 minuten rusten.


Weinig dingen zijn heerlijker dan de geur van vers gebakken brood. Eet ze met ćevapčići, pljeskavica, of met een tomaatje en wat geraspte kaas ertussen, die zo lekker smelt tussen het warme brood.

 

Somun - pitabrood
download dit recept

Servische recepten      Gerechten uit de keuken van Servië

 

Proja sa ajvarom
Maïsbrood met ajvar

Dit is een van de vele mogelijkheden om te variëren met het beroemde Servische “proja”, het brood van maïsmeel dat zo’n prominente plaats inneemt in de Servische eetcultuur. Een basisrecept voor deze rots in de Servische culinaire branding die proja heet vind je hier. In het onderstaande recept maken we het brood niet van alleen maïsmeel, maar van een mengsel van maïs en tarwebloem. Dan is het eindresultaat, mede door het gebruik van bruiswater, wat luchtiger. We doen ook een paar lepels pittige ajvar door het beslag. Dat is namelijk erg lekker.

maïsbrood met ajvar

Voor deze proja sa ajvarom, dit Servische maïsbrood met ajvar, hebben we nodig:
300 gr. maïsmeel
150 gr. tarwebloem
1 dl. olie
4 dl. koolzuurhoudend (mineraal)water
1 tl. zout
½ zakje bakpoeder
2 el. ajvar

Maïsbrood met ajvar
Verwarm de oven voor op 200ºC.


Meng het maïsmeel en de bloem, het zout en het bakpoeder. Roer er geleidelijk het mineraalwater door, dan de olie en ten slotte de ajvar.

Maïsbrood met ajvar
Schep de massa in een met wat olie ingevette ronde bakvorm en bak het gedurende 30 minuten in de voorverwarmde oven.


Je eet het als bijgerecht, maar het kan ook heel goed zo, met een ferme kwak zure room of kajmak.

 


download dit recept

Servische recepten      Gerechten uit de keuken van Servië

 

Mladenčići
Honingkoekjes

Tijdens de huwelijksceremonie van de Orthodoxe kerk wordt een gebed uitgesproken waarin de Veertig Martelaren van Sebaste worden genoemd, de “kroning”, om bruid en bruidegom eraan te herinneren dat ook voor hun een spirituele kroon is weggelegd als ze net zo trouw aan Christus blijven als deze heiligen van zo lang geleden.

De Veertig Martelaren van Sebaste waren 40 Romeinse soldaten van het Legio XII Fulminata die in het jaar 320 stierven voor hun geloof. Volgens de overlevering zouden ze slachtoffer zijn geworden van de vervolgingen van keizer Licinius I (308-324). “Zouden”, want deze Licinius is dezelfde Licinius die samen met zijn medekeizer Constantijn (de Grote) -toevallig allebei geboren in de streek die nu Servië heet- al in februari 313 het “Edict van Milaan” uitvaardigde, waarin vrijheid van godsdienst werd afgekondigd, ook voor de Christenen. Maar misschien hebben de hagiografen de data een beetje door elkaar gehaald en is het allemaal iets vroeger gebeurd, b.v. tijdens de vervolgingen van keizer Diocletianus, die in Servische volksverhalen wordt opgevoerd als Dukljan, de tegenstander van God, a.k.a. de duivel.

Volgens ene Basilius, die van 370-379 bisschop van Caesarea was en de eerste was die erover schreef, werden veertig soldaten die openlijk hun Christelijk geloof beleden veroordeeld om op een bitter koude nacht naakt op een bevroren meer vlakbij de stad Sebaste (in het huidige Turkije) te gaan zitten, zodat ze zouden bevriezen. Een van hen zakte de moed in de schoenen en sprong in een van de hete baden die naast het meer waren klaargezet voor de spijtoptanten. Op dat moment zag een van de bewakers een vreemd en bovennatuurlijk licht over de achtergebleven 39 schijnen. Hij verklaarde zich prompt Christen, trok zijn kleren uit en voegde zich bij hen, zodat hun aantal weer op veertig kwam. Bij dageraad werden de stijf bevroren lichamen van de martelaren op de brandstapel gegooid, waarna hun as in de rivier werd gegooid. Christenen verzamelden echter zo goed en zo kwaad als het ging de kostbare relieken, die werden verdeeld over vele steden. Op deze manier werd de verering van de 40 martelaren wijd verspreid, en een groot aantal kerken werd gebouwd te hunner ere.

Honingkoekjes

Maar nu terug naar de honingkoekjes.

In het eerste jaar van het huwelijk waarmee ons verhaal begon, op 9 maart volgens de Orthodoxe kalender (dat is 22 maart volgens de westerse -Gregoriaanse- kalender), wanneer in Servië het feest van de Martelaren van Sebaste gevierd wordt, krijgen de jonggehuwden cadeautjes van familie en vrienden. Van de bruid wordt verwacht dat ze voor haar gasten 40 mladenčići bakt: kleine ronde taartjes bedekt met honing.

Of die honing de zoetheid van het martelaarschap uitdrukt of de zoetheid van het huwelijk weet ik niet, maar bij deze honingkoekjes moet ik altijd denken aan een oude tante die vaak bij mijn oma over de vloer kwam en dan, wanneer het gesprek over jonge mensen en het huwelijk ging, steevast schamperde: “Ja, ja, ze denken dat het honing is, maar het is nog geen siroop”.

Honingkoekjes

Voor 40 van deze Servische honingkoekjes hebben we nodig:

500 gr. bloem
25 gr. verse gist
1 el. suiker
2½ – 3 dl. lauw water
2 el. honing
2 el. olie
½ tl. zout
honing (om over de koekjes te lepelen)
evt. gehakte walnoten of amandelen

Honingkoekjes
Meng de gist, 1 dl. lauw water en de suiker in een kom en dek het af met een doek.


Doe de bloem in een kom. Maak een kuiltje in het midden en doe daarin twee el. honing en halve theelepel zout, en daarna 2 el. olie. Giet nu het gistmengsel eroverheen en roer het met een lepel of spatel door de bloem. Blijf roeren en voeg steeds van het lauwe water toe. Als het deeg te dik wordt om te roeren ga je verder met je handen. Kneed tot je een zacht, maar wel stevig deeg hebt, dat je tot een bal kunt vormen die niet tussen je vingers door glijdt als je hem in je hand houdt

Honingkoekjes
Leg de deegbal terug in de kom en dek het af met een doek. Laat het een half uur liggen. Het deeg zal wat rijzen.


Rol het deeg op een met wat bloem bestoven werkvlak uit tot een vingerdikke lap. Steek er met behulp van een vorm of een glas rondjes uit. Leg die op een met bakpapier bedekte bakplaat. Officieel moeten we er uiteindelijk veertig hebben, maar dat hangt een beetje van de grootte en de dikte van je koekjes af. We kijken niet zo nauw.

Honingkoekjes
Steek met een niet te scherp voorwerp een paar gaatjes in ieder koekje. Niet helemaal doorsteken; halfweg is genoeg. Dek het nu af met een doek en laat het opnieuw een half uurtje rijzen.


Verwarm de oven voor op 250ºC.

Honingkoekjes
Bestrijk de koekjes met behulp van een kwastje lichtjes met wat olie. Zet ze onder in de oven en verlaag de temperatuur meteen naar 200ºC. Bak de koekjes tot ze goudbruin zijn. Dat duurt ongeveer 20 minuten.


Doe de koekjes in een schaal en laat ze even afkoelen onder een doek (dan zakken ze niet in elkaar) en serveer ze als ze nog warm zijn: dat is het lekkerst. Giet net voor het opdienen een lepel honing over ieder koekje. Niet te vroeg, want de koekjes zuigen de honing snel op en dan worden ze een beetje klef. Eventueel kun je de honingkoekjes ook nog bestrooien met gehakte walnoten of amandelen.

 

Honingkoekjes
download dit recept