Tag archieven: dessert

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Tejes pite
Melktaart

Deze Hongaarse melktaart is een schoolvoorbeeld van voorbeeldige eenvoud. Een deeg van eieren, suiker, melk en bloem, goudbruin gebakken in de oven. In sommige recepten, zoals hier, wordt een deel van de melk vervangen door room, in andere recepten wordt er een flinke klont boter door het deeg gemengd, allebei bedoeld om het eindresultaat wat meer schwung te geven. Wil je het nog wat extra opdirken, dan bestrijk je de melktaart ook nog met een laagje confituur: abrikozen of kersen bijvoorbeeld doen het altijd goed. Snij de melktaart in blokjes en pas op dat je je vingers er niet bij opeet.

voor onze Hongaarse melktaart hebben we nodig:
3 eieren
100 gr. suiker
1 zakje vanillesuiker
3 dl. melk
2 dl. slagroom
1 snufje zout
150 gr. bloem

Melktaart
Klop de eieren samen met de suiker en de vanillesuiker glad en schuimig. Meng er een snufje zout, 2 dl. slagroom en 3 dl. melk door. Meng er nu beetje bij beetje de bloem door, bij voorkeur handmatig, met een garde.

Melktaart
Bedek een bakplaat met bakpapier. Verspreid het deeg er in niet meer dan een vingerdikke laag op uit en bak het op 180ºC. in ongeveer een half uur goudbruin.

Melktaart
Eventueel bestrijken met confituur als ze heet uit de oven komt, even wat laten afkoelen, in blokjes snijden en opdienen.

 

Melktaart
download dit recept

Roemeense recepten      Gerechten uit de keuken van Roemenië

 

Ochi de păun
Pauwenogen

Bij het zien van dit kleurrijke Roemeense lekkernijtje krijgen we wel zo’n donkerbruin vermoeden waar ze de naam, pauwenogen, vandaan gehaald hebben. De twee vuurrode kersen de je, aan weerszijden van een zoete walnotenvulling, vanuit hun goudbruin gebakken deegbrilletje verleidelijk aankijken, doen onwillekeurig denken aan een vlindertje: ochi de păun, of, zoals we het diertje in het Nederlands noemen, de dagpauwoog. De associatie met dat brilletje, die verklaart dan meteen ook de andere naam waaronder dit gebakje bekend staat: prajitura ochelari oftewel bril-gebak. Ochi de păun is een bijzonder lekker gebakje dat betrekkelijk snel en vooral gemakkelijk te maken is. Snel, makkelijk & smakelijk. Dat is altijd goed nieuws.

Pauwenogen

voor een grote bakplaat vol van deze pauwenogen gaan we in huis halen:
500 gr. bloem
150 gr. boter
1 pakje (7 gr.) instant gist
1 snufje zout
1½ dl. lauwwarme melk
3 eieren

1 pot kersen op siroop (800 ml.)
100 gr. suiker
200 gr. gemalen walnoten of gemalen maanzaad
1 zakje vanillesuiker
1 tl. citroenzeste
6 el. jam (bessen, kersen, pruimen, rozenbottel….)
plus nog wat poedersuiker voor het bestrooien

Pauwenogen
Laat de kersen goed uitlekken. Scheid de eieren. De dooiers zijn voor het deeg; de eiwitten voor de vulling.


Meng de bloem met een snuf zout en de instant gist. Verwarm de melk samen met de boter tot lauwwarm. Meng het door de bloem, doe er de eierdooiers bij en kneed er een deeg van.

Pauwenogen
Verdeel het deeg in drie stukken en rol het dun uit tot 3 rechthoeken (ong. 25 x 35 cm.). Smeer de vellen deeg in met de jam en leg langs iedere lange zijde een rij kersen, dicht tegen elkaar en dicht tegen de rand.


Rol het deeg nu over de kersen aan beide kanten strak op naar binnen. In het midden, tussen de twee rollen, laat je een ruimte vrij van goed twee vingers breed.

Pauwenogen
Klop de eiwitten met de suiker en de vanillesuiker tot een stijf schuim. Schep de gemalen walnoten (of het gemalen maanzaad) en de citroenschilletjes er met een spatel door. Hiermee vul je de opengelaten ruimte. Dat gaat misschien het gemakkelijkste met een spuitzak.


Leg het gebak op een bakplaat dat je hebt bekleed met bakpapier en bak het aan 180º C. in drie kwartier, misschien wat langer, tot lichtbruin.


Laat de pauwenogen afkoelen onder een keukendoek, bestrooi het met poedersuiker en snij het in plakken.

 

Pauwenogen
download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Somlói galuska
Somlói galuska

Somlói galuska, het misschien wel beroemdste dessert uit de Hongaarse keuken, is een creatie bedacht ergens eind jaren 1950 in het fameuze restaurant Gundel aan het stadspark van Boedapest. Een restaurant overigens dat verantwoordelijk is voor wel meer beroemde Hongaarse gerechten, zoals de Erdélyi fatányéros en de Gundel palacsinta. Het idee voor de Somlói galuska schijnt afkomstig te zijn geweest van destijds al even fameuze oberkelner van dat restaurant, Károly Gollerits, maar de uitvoering was van József Béla Szőcs, de pâtissier die de kneepjes van het vak had geleerd bij het vermaarde koffiehuis Gerbeaud, aan welks inventieve koekenbakkers de wereld ook de Gerbeaud taart te danken heeft. De eerlijkheid gebied dus te zeggen dat in ieder geval een beetje van de glorie ook op die illustere firma afstraalt.

Szőcs bedacht ook de naam, Somlói galuska. Dat had niets te maken met de berg Somló in het westen van Hongarije, maar alles met een heuvel genaamd Somlyo in zijn woonplaats Fót, net ten noorden van Pest, waar hij later ook zijn eigen nering opende, aan de Madách utca nummer 67, als u het precies wilt weten. Dat het Somló is geworden en niet Somlyo schijnt te maken te hebben met de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel, waar het gerecht werd gepresenteerd. Naar verluidt hadden de Brusselaars wat moeite met de “y” in Somlyo, en werd het dus Somlo.

Galuska, dat is het Hongaarse woord voor wat in het Duits Spätzle en in het Oostenrijks Nockerln heet: een rommelig bijgerecht gemaakt van een klef deeg van eieren en bloem dat wordt gekookt in water. Het is dan ook niet de bedoeling dat dit gerecht er al te gelikt uitziet, maar meer als een onordentelijke berg galuska, maar dan van het zoete soort, overgoten met een dikke chocoladesaus en een flinke dot slagroom. Laten we zeggen dat het geheel een beetje moet lijken op hoe de Somlyo-heuvel in Fót er in de winter uit zal hebben gezien.

Somlói galuska

Het oorspronkelijke recept was wat bewerkelijker dan wat er tegenwoordig gebruikelijk is. Het origineel bestond uit laagjes van drie soorten biscuit: een met vanille, een met cacao en een met gemalen walnoten. Tussen die laagjes biscuit zat een vanillecrème met citroenzeste, walnotenroom, in rum geweekte rozijnen, sinaasappel en citroensiroop. Daaroverheen kwam dan nog een romige chocoladesaus en daarop weer een flinke berg mierzoete slagroom.

Al snel na de creatie waren er verschillende variaties in omloop, en dat is in de loop der jaren alleen maar toegenomen. Een compliment dat alleen de meest geslaagde recepten ten deel valt. Voor het merendeel bepaald niet onsmakelijk, maar vaak wel ver verwijderd van wat banketbakker Szőcs voor ogen stond. Zo wordt het biscuitdeeg nogal eens vervangen door cake of lange vingers; de crème door vanillepudding uit een pakje, soms zelfs in combinatie met chocoladepudding. De rozijnen zijn meestal wel gebleven, maar van de walnoten is in de meeste gevallen geen spoor meer terug te vinden, en de chocoladesaus wordt nogal eens van melk, bloem en een lepel cacaopoeder gemaakt. Ondanks dat is Somlói galuska altijd razend populair gebleven. Ook deze versie van de Somlói galuska is wat minder ingewikkeld, maar zal het origineel heel aardig benaderen.

Voor 8 porties Somlói galuska hebben we nodig:

40 gr. rozijnen
4 cl. rum
(evt.) een paar handjes verbrokkelde walnoten

voor het biscuitdeeg:
5 eieren
1 snufje zout
1 zakje vanillesuiker
150 gr. suiker
150 gr. bloem
30 gr. cacaopoeder

voor de vanillecrème:
5 dl. melk
1 vanillestokje
100 gr. suiker
4 eierdooiers
3 el. bloem

voor de suikersiroop:
160 gr. suiker
¼ l. water
5 cl. rum

voor de chocoladesaus:
250 gr. pure chocolade
1¼ dl. slagroom

en dan ook nog:
slagroom
suiker

Somlói galuska maak je zo:

Somlói galuska
Begin met de rozijnen te laten weken in de rum.

Somlói galuska
Voor het biscuitdeeg klop je de eieren met een snuf zout, de suiker en de vanillesuiker schuimig. Zorg ervoor dat de eieren op kamertemperatuur zijn als je begint en klop langdurig, minstens tien minuten, tot de kleur helder is en het spul flink in volume is toegenomen. Meng er met een spatel beetje bij beetje de (gezeefde) bloem door. Voeg pas nieuwe bloem toe als alles is opgenomen. Verdeel het beslag nu in tweeën. Meng één deel met het cacaopoeder (even doorscheppen tot het een egale kleur heeft). Bekleed een grote bakplaat met bakpapier en smeer er de twee massa’s op uit. Zet ze in een op 180ºC. voorverwarmde oven en bak het in goed 10 minuten gaar. Het spul moet terugveren als je er met een vinger op duwt. Laat het afkoelen.

Somlói galuska
Voor de vanillecrème snij je het vanillestokje in de lengte doormidden. Schraap er het merg uit. Dat doe je bij de melk. Klop nu de eierdooiers, de bloem en de suiker erdoor en verwarm het op een laag vuurtje al roerend met een houten lepel tot er een dikke crème ontstaat die aan je lepel blijft hangen. Pas op dat het spul niet gaat koken. Laat het onder af en toe roeren weer afkoelen.

Somlói galuska
Voor de suikersiroop breng je de suiker met het water aan de kook. Even opkoken, dan mag het vuur weer uit. Laat het afkoelen tot lauw en meng er dan de rum door.

Somlói galuska
Neem een rechthoekige schaal van glas of geglazuurd aardewerk. Snij het biscuit in plakken. Bekleed de bodem met een laagje van het vanillebiscuit. Besprenkel het met suikersiroop en bestrooi het met wat geweekte rozijnen, en evt. wat verkruimelde walnoten, als je die wil gebruiken. Smeer er een laag van de vanillecrème overheen. Daarop komt een laagje chocoladebiscuit, gedrenkt in suikersiroop, wat rozijnen (plus walnoten?) en vanillecrème; dan weer vanillebiscuit, en zo voort en zo verder tot alles op is. Eindig in ieder geval met een laagje vanillecrème.

Somlói galuska
Zet de Somlói galuska een paar uur in de koelkast.

Somlói galuska
Vlak voor het serveren haal je de Somlói galuska uit de koelkast. Kan die wat van de kou bekomen terwijl we de chocoladesaus maken. Verwarm de (ongeklopte) slagroom in een pannetje. Breek de chocolade in kleine stukken en roer ze door de slagroom. Laat het even opkoken en zet het vuur uit. Haal de slagroom voor de garnering uit de koelkast en klop hem met wat suiker stijf.

Somlói galuska
Schep de Somlói galuska op bordjes of in schaaltjes. Overgiet het met de warme chocoladesaus en spuit er een flinke dot zoete slagroom op.

 

Somlói galuska
download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Madártej
Vogelmelk

Inderdaad een eigenaardige naam, dat “vogelmelk” (madár = vogel; tej = melk), en een beetje een mysterie, tot we bij buurman Oostenrijk gaan kijken, waar een soortgelijk gerechtje bekend staat onder de naam “Kanarimilch”, ongetwijfeld doelend op de lichtgele kanariepietjeskleur van dit zoete lekkernijtje.

De rest van de wereld, die kent deze madártej als het van oorsprong Franse “île flottante”, oftewel “drijvend eiland”. Een zalige custard (of, zoals de Fransen zeggen, “crème à l’Anglaise”) van niet meer dan melk, eierdooiers, vanille en suiker met daarop een “eiland” van stijf geslagen eiwitten die eventjes zijn gekookt. In de Franse versie komt daar dan ook nog wat karamel bovenop, maar dat laten de Hongaren -wars als ze zijn van overbodige flauwe kul- natuurlijk gewoon weg.

Waar de Hongaarse traditie wil dat de eiwitten worden gekookt in de melk, koken de Fransen hun eilandjes gewoonlijk in water. Dat is wel zo praktisch, want je loopt dan niet het gevaar dat de melk overkookt, en voor de smaak maakt het geen enkel verschil. Maar toch; tradities zijn er om in ere te worden gehouden. Daarom maken we -op eigenwijs Hongaarse wijze- eerst de eilandjes van eiwit, en dan pas de vogelmelk; de custard.

Madártej

Voor onze Hongaarse Madártej hebben we nodig:

voor de quenelles van eiwit:
6 eiwitten
100 gr. poedersuiker
1 snufje zout

en voor de crème:
5 dl. halfvolle melk
6 eierdooiers
75 gr. poedersuiker
1 vanillestokje

Madártej
Klop de eiwitten stijf met je mixer. Begin op lage snelheid en ga geleidelijk sneller. Als ze schuimig zijn geworden doe je er ¼ van de poedersuiker en een klein snufje zout bij. Klop verder, zet de mixer dan op de hoogste stand en sla er de rest van de suiker door. Blijf kloppen tot het eiwit een stevige massa geworden is.


Snij het vanillestokje in de lengte doormidden en schraap het merg er uit. Doe het bij de melk (ook de halve stokjes) en breng het aan de kook. Zet het vuur laag zodat de melk zo’n beetje tegen de kook aan wordt gehouden. Vorm met behulp van twee lepels quenelles van het stijf geklopte eiwit en laat ze in de melk glijden. Kook ze voor 2 – 3 minuutjes, beslist niet langer. Laat ze wat afkoelen op een bord, en zet ze dan in de koelkast.

Madártej
Het vuur onder de melk mag uit. Laat het afkoelen tot lauw en verwijder dan het vanillestokje.


Klop met een garde de eierdooiers los met de (75 gr.) poedersuiker. Het spul moet lichtgeel en romig zijn. Giet er (door een zeef) de afgekoelde melk bij en blijf daarbij kloppen. Doe het mengsel over in een pan en verwarm het op een laag vuur, al roerend met een houten lepel (in de vorm van een 8). Zorg ervoor dat de custard niet kookt. Af en toe een klein opborrelend belletje is prima. Blijf roeren tot de custard zo dik is dat ze aan je lepel blijft hangen en het schuim op het oppervlak weg is. Laat ze onder regelmatig roeren afkoelen en zet ze in de koelkast tot gebruik.


Vul glazen of diepe schotels met custard en leg er een of twee quenelles op.

 

Madártej
download dit recept

Kroatische recepten      Gerechten uit de keuken van Kroatië

 

Jugoslovenski kolač od jabuka
Joegoslavische appeltaart

We hebben hem bij de afdeling Kroatië gezet, maar het had evenzogoed bij de Servische, de Macedonische, de Sloveense of de Montenegrijnse recepten kunnen staan. Deze appeltaart was -en is- namelijk in alle landen van het voormalige Joegoslavië bekend en populair.

Wat deze appeltaart vooral onderscheid van andere appeltaarten is de manier waarop de vulling wordt gemaakt. De appels worden niet met de taart mee gebakken, maar gekookt, in suikerwater, en dan gebonden met vanillepudding. Die vulling gaat over de apart gebakken cake, en daarover komt een flinke laag slagroom. Het is een vrij simpel recept, maar met een uiterst smakelijk resultaat.

Joegoslavische appeltaart

Voor onze Joegoslavische appeltaart hebben we nodig:
4 eieren
200 gr. suiker
1 zakje vanillesuiker
130 ml. olie
130 ml. water
200 gr. bloem
1 zakje bakpoeder

en voor de vulling:
1 kg. appels
200 gr. suiker
2 pakjes vanillepudding
1 l. water

en dan nog:
5 dl. slagroom

Joegoslavische appeltaart
Scheid de eieren. Klop de eiwitten stijf met de (200 gr.) suiker en het zakje vanillesuiker. Zet het apart.


Klop de eierdooiers los en meng er, al kloppend met de mixer, beetje bij beetje de olie door. Ga nu verder met het water. Zeef de bloem en meng er het zakje bakpoeder doorheen. Ook dat gaat door de eierdooiers. Schep dit mengsel nu met een lepel (niet met de mixer) door het stijf geslagen eiwit.

Joegoslavische appeltaart
Vet een grote rechthoekige springvorm in met boter. Bestuif het met wat bloem. Hou het bakblik ondersteboven om de overtollige bloem kwijt te raken. Stort het beslag in het blik en strijk het wat glad. Zet het in een op 180ºC. voorverwarmde oven en bak er in goed 20 minuten een stevige goudbruine cake van.


Ondertussen maken we de vulling. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snij ze in kleine blokjes. Breng 9 dl. van het water aan de kook en los er 200 gr. suiker in op. Doe er de stukjes appel bij en kook ze in goed 20 minuten zacht. Meng de twee pakjes vanillepudding met 1 dl. water. Als de appels zacht zijn gaat dat erbij. Breng het opnieuw aan de kook en laat het al roerend 4 – 5 minuutjes zachtjes doorkoken. Zet het vuur uit.

Joegoslavische appeltaart
Stort de vulling over de nog hete cake, strijk het glad en laat het nu helemaal afkoelen.

Mocht de vulling onverhoopt wat te vochtig zijn uitgevallen, zet de taart dan nog eventjes in de oven.


Klop de slagroom stijf. Daarmee bedek je de appeltaart. Verwijder de rand van de vorm en snij de Joegoslavische appeltaart in vierkante stukken.

 

Joegoslavische appeltaart
download dit recept

Oostenrijkse recepten      Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Rehrücken
Reerug

Nee, bij deze Oostenrijkse Rehrücken komt geen fliedertje vlees kijken. Wel veel chocolade en amandelen. Hou je van snoepen maar niet van al te veel moeite, dan is deze “reerug” precies wat je zoekt.

Hoewel je met een gewone cakevorm ook een heel eind komt, zou je voor deze Rehrücken eigenlijk een Rehrückenform moeten hebben. Dat is een cakeblik van ongeveer 32 x 12 x 5 cm., maar dan rond van onderen, met dwars daarin ribbels over de hele lengte, zodat het eindresultaat, als het eenmaal omgekeerd op een bord ligt, er als een echte reerug uitziet. Om het effect nog te versterken worden er amandelstiften (in wat dikkere reepjes gesneden amandelen) in gestoken, die dan lijken op de reepjes spek waarmee een echte reerug wordt gepikeerd.

Rehrücken
Rehrücken. Ook bij het sjieke Hotel Imperial in Wenen halen ze er de neus niet voor op.

voor onze Rehrücken hebben we nodig:
6 eieren
1 snuf zout
140 gr. boter
140 gr. suiker
100 gr. geraspte pure chocolade
80 gr. geraspte amandelen
70 gr. bloem
½ pakje bakpoeder
wat boter en bloem voor de vorm

150 gr. pure chocolade
100 gr. boter
40 gr. amandelstiften

Rehrücken
Scheid de eieren. Roer de boter zacht met de dooiers en de suiker en meng er de geraspte chocolade en de geraspte amandelen door. Zeef de bloem met het bakpoeder en klop de eiwitten stijf met een snuf zout. Schep het allemaal voorzichtig door het beslag.


Vet de vorm in met boter en bestuif het met wat bloem. Hou de vorm even ondersteboven om de overtollige bloem kwijt te raken. Doe de beslagmassa in de vorm en zet hem in een op 180ºC. voorverwarmde oven. Bak de reerug in een kleine drie kwartier gaar.

Rehrücken
Laat de reerug helemaal afkoelen en stort hem op een schaal.


Voor de glazuur smelt je (al roerend) de chocolade en de boter. Bestrijk de reerug met het glazuur en besteek het met de amandelstiften.

 

Rehrücken
download dit recept

Oostenrijkse recepten      Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Bratäpfel
Gebakken appels

Bratäpfel. Traditioneler kun je een Oostenrijks kerstdiner niet afsluiten. Zonder deze heerlijk geurende, gloeiend hete appeltjes uit de oven is Kerstmis simpelweg geen Weihnachten. Overigens, deze in de oven gebakken appeltjes zijn ook erg lekker als het geen Kerstmis is.

Bratäpfel

Kinder, kommt und ratet,
was im Ofen bratet!
Hört, wie’s knallt und zischt.
Bald wird er aufgetischt,
der Zipfel, der Zapfel,
der Kipfel, der Kapfel,
der gelbrote Apfel.

Voor onze braadappeltjes hebben we nodig:
4 appels
4 el. marmelade (bij voorkeur appelmarmelade)
2 el. suiker
2 el. rozijnen
kaneel
gemalen kruidnagel
boter


Verwarm de oven voor op 200°C.

Bratäpfel
Was de appels en snij er voorzichtig het klokhuis uit. Zorg ervoor dat de bodem van de appels heel blijft. Bekleed een bakblik met bakpapier en zet er de appels op.


Voor de vulling meng je de marmelade en de suiker met een snuf kaneel en een vingergreepje gemalen kruidnagel. Daarmee vul je de appels. Leg op elke appel een klont boter.

Bratäpfel
Zet de appels in de oven en bak ze in een half uur gaar.


Voor het serveren kun je de Bratäpfel garneren met bijvoorbeeld een kaneelstokje, wat rozijnen en een handje (wal)noten.

 

Bratäpfel
download dit recept

Montenegrijnse recepten      Gerechten uit de keuken van Montenegro

 

Kotorska Krempita
Crèmeschnitte uit Kotor

De Kotorska krempita is -uiteraard- vernoemd naar Kotor, het fraaie, eeuwenoude havenstadje aan de al even fraaie gelijknamige baai. Het woordje krempita komt van het Duitse crèmeschnitte, een gebakje dat zich in allerlei vormen over de landen van het voormalige Habsburgse Rijk heeft verspreid. Zo kennen we bijvoorbeeld uit Kroatië de Samoborska kremšnita en uit het Sloveense Bled de Blejske kremšnita.

Een Kotorska krempita is een gebakje bestaande uit drie laagjes bladerdeeg met daartussen banketbakkersroom, gemengd met opgeklopt eiwit. Om te voorkomen dat het baksel in een puinhoop veranderd tijdens het aansnijden wordt het middelste vel bladerdeeg een beetje verkruimeld. Het bovenste wordt in stukken gesneden en daarna pas op het gebak gelegd.

Kotorska krempita

Voor deze Kotorska krempita hebben we nodig:
500 gr. kant-en-klaar bladerdeeg
5 eieren
2 zakjes vanillesuiker
200 gr. suiker
80 gr. bloem
4 el. aardappelzetmeel
1 l. melk

Kotorska krempita
Ontdooi het bladerdeeg en bak het in de oven volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.


Scheid de eieren. Klop de eierdooiers los met de helft van de suiker en de vanillesuiker, tot het mengsel lichtgeel en romig is. Klop er nu lepel voor lepel de bloem door plus het aardappelzetmeel.

Kotorska krempita
Verwarm de melk in een pannetje tot er belletjes aan de zijkant verschijnen. Meng de warme melk geleidelijk door het eiermengsel, blijf roeren zodat er geen klontjes in komen. Zet de pan nu op een heel laag vuurtje en blijf roeren tot de massa wat dikker wordt. Het mag absoluut niet koken, maar zo nu en dan een luchtbelletje kan geen kwaad. Het is klaar als het als een matig dikke brij aan de lepel blijft hangen. Dat zal vijf minuutjes duren.


Terwijl de custard een beetje staat af te koelen klop je de eiwitten stijf met de rest van de suiker. Schep het voorzichtig door de custard.


Leg 1/3 van het bladerdeeg op een werkblad en bedek het met de helft van de room. Verkruimel 1/3 van het bladerdeeg en bedek daarmee de room. Verdeel hier de rest van de room over. Snij het laatste deel van het bladerdeeg in rechthoeken en leg die netjes naast elkaar op het gebak. Bestrooi het met poedersuiker.

 

Kotorska krempita
download dit recept

Kroatische recepten      Gerechten uit de keuken van Kroatië

 

Dubrovačka rozata
Crème caramel met rozenlikeur

Geen restaurant in Dubrovnik of het staat er op de dessertkaart: Dubrovačka rozata. Het is een puddinkje van melk en eieren, dat wordt gebakken in een vormpje dat bekleed is met karamel. Dat klinkt ons verdacht bekend in de oren en inderdaad: het gerechtje staat in de rest van de wereld bekend onder de Franse naam crème caramel of -in Spaanstalige streken- flan. Maar er is een niet onbelangrijk verschilletje: dit Kroatische puddinkje wordt op smaak gebracht met liker od divlje ruže, likeur van wilde rozen (vandaar de naam rozata), die het dan toch weer een onderscheidend smaakje geeft.

Tsja… rozenlikeur… grote kans dat de slijter om de hoek je ‘nee’ moet verkopen. Geen nood: rozenlikeur kun je eenvoudig zelf maken. Meng daarvoor 1 liter brandewijn met 1 kg. suiker en doe er de blaadjes van 20 rozen bij. Het beste is misschien om zo’n mooie, dichte en weelderige roos als de Rosa rugosa alba te gebruiken. Die rozen moeten natuurlijk wel in volle bloei staan, wanneer ze op hun best geuren. Doe het allemaal in een grote glazen pot, sluit die goed af en zet hem gedurende 40 dagen in het zonlicht. Giet de rozenlikeur door een fijne zeef in een fles en je zit voorlopig weer gebeiteld. Te veel gedoe? Neem dan maar een flinke scheut rum. Dat is ook erg lekker.

Dubrovačka rozata

voor onze Dubrovačka rozata hebben we nodig:
½ liter melk
6 el. suiker
6 eieren
1 zakje vanillesuiker
1 el. geraspte citroenschil
2 el. rozenlikeur (liker od ruže), of evt. rum

150 gr. suiker voor de karamel.

Dubrovačka rozata
Breng de melk met de suiker en de citroenschilletjes aan de kook. Roer het goed zodat de suiker oplost en zet het vuur dan uit. Laat het afkoelen.


Verwarm de oven voor op 160ºC.

Dubrovačka rozata
Klop de eieren los met de vanillesuiker, maar niet te fanatiek, want het is niet te bedoeling dat het spul gaat schuimen. Meng er de afgekoelde melk en de rozenlikeur (of rum) onder.


Nu maken we de karamel. Doe de suiker plus 4 el. water in een pannetje met een dikke bodem. Zet het op middelhoog vuur en wacht tot de suiker gaat smelten. Beweeg de pan regelmatig wat heen en weer zodat de suiker goed oplost, maar roer er niet in want dan gaat de suiker kristalliseren. Laat het zachtjes borrelen, zet het vuur wat lager, en wacht rustig tot de karamel een mooie lichtbruine kleur heeft. Meteen van het vuur afhalen, anders verbrandt de suiker en wordt de karamel donker en bitter.

Dubrovačka rozata
Verdeel de karamel over de ovenvormpjes. Giet het ei-melkmengsel in de vormpjes bij de karamel. Zet de vorm in een bakblik dat je voor 2/3 hebt gevuld met water. Zet het geheel in de voorverwarmde oven en bak de Dubrovačka rozata in ongeveer 40 minuten gaar. Je kunt dat controleren door er met een vochtig mesje in te prikken: als het er droog uitkomt, is het goed.


Laat het afkoelen bij kamertemperatuur en zet het een nacht in de koelkast. Maak de puddinkjes langs de randen zon nodig los met een mesje, leg een bord op het vormpje en keer het om. Als je de karamelsaus uit het vormpje ziet lopen kun je het vormpje wegnemen.

Dubrovačka rozata. Drink er maar gerust een glaasje van je zelfgemaakte rozenlikeur bij.

 

Dubrovačka rozata
download dit recept

Oostenrijkse recepten       Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Powidltascherl
Pruimenmoestasjes

Powidl -het woord komt uit het Tsjechisch (povidel)- is een dikke pruimenstroop. Je maakt het precies als de ons welbekende appelstroop, simpelweg door de pruimen eindeloos lang in te koken, tot je een dikke, stroperige brij over hebt. Met die powidl vullen we deze Powidltascherl; smakelijke pakketjes van aardappeldeeg -dubbelgevouwen rondjes, net als Schlutzkrapfen– die we vervolgens gaar koken en daarna nog eventjes door boter en paneermeel wentelen, dit dan weer net als de fameuze Marillenknödel. Eet het samen met een bolletje vanille-ijs, maar pas op je vingers, want voor je het weet eet je ze erbij op.

Powidltascherl

Voor het deeg van de Powidltascherl hebben we nodig:
600 gr. bloemige aardappelen
100 gr. aardappelzetmeel (maizena)
20 gr. griesmeel
30 gr. gesmolten boter
2 eierdooiers
zout
een beetje bloem (om het werkblad te bestuiven)
1 eierdooier

en voor de vulling:
200 gr. powidl (zie hierboven)
1 snuf kaneel
1 cl. rum

en dan nog:
120 gr. boter
170 gr. paneermeel

Powidltascherl
Kook de aardappelen in de schil gaar. Snij ze doormidden en laat ze in de nog hete pan een tijdje uitdampen. Pel ze als ze wat zijn afgekoeld en werk ze door een aardappelpers. Meng ze met het zetmeel, eierdooiers, boter, griesmeel en een snuf zout. Kneed het snel tot een deeg.


Bestuif een werkblad met wat bloem en rol er het deeg uit tot een dunne lap, een halve cm. of dunner. Steek er met een vorm of omgekeerd glas rondjes van ø8 cm. uit.

Powidltascherl
Meng de powidl met de kaneel en de rum. Leg een lepeltje van de vulling op elk rondje. Bestrijk de randen met losgeklopte eierdooier en klap ze dicht. Druk de randen stevig op elkaar, evt. met behulp van een vork.


Kook de powidltaschen 5 minuten in gezouten water.

Powidltascherl
Ondertussen verwarm je de boter in een pan. Doe er het paneermeel bij en bak het goudbruin. Haal de powidltaschen uit de pan, laat ze goed uitlekken, en wentel ze door het gebakken paneermeel.

 

Powidltascherl
download dit recept