Tag archieven: eenpansmaaltijd

Tsjechische recepten       Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Zázvorový koňský guláš
Paardengoulash met gember

Paardenvlees wordt niet veel meer gegeten tegenwoordig. Best jammer, want het is een stuk minder vet dan rundvlees en bevat veel calcium en ijzer. Het is ook nog eens je reinste scharrelvlees, want er is geen paard dat wordt gehouden voor de vleesproductie. Na een leven van dartelen in de wei, rondjes rijden met de kleine meid op de rug of hard labeur in de paardensport sterft zo’n dier maar zeer zelden een natuurlijke dood. In de meeste gevallen zijn ze ver voor die tijd al opgebrand en afgedankt, door rugklachten, artrose, problemen met de pezen, de hoeven of het gebit. Veel van die dieren eindigen hun aardse bestaan dan ook bij de paardenslager. Elk paard heeft tegenwoordig een paspoort waarin staat of het bestemd is voor de slacht en of het (en zo ja, wat voor) medicatie toegediend heeft gekregen. De indianenverhalen over paardenvlees vol rare chemicaliën die zo links en rechts de ronde doen kunnen dus met een gerust hart naar het rijk der fabelen worden verwezen. Bij een serieuze paardenslachter word het dier dan ook nog eens twee maal gekeurd: een keer vóór en een keer na het slachten. Verdraaid veilig vlees dus. Overigens is dat slachten, als het door een vakman gebeurt, een genadige dood: waar het spuitje van de dierenarts nogal wat tijd in beslag neemt, is het bij de slachter “boem” met het schietmasker en het dier zakt in elkaar alsof je de stekker uit het stopcontact trekt.

Paardenvlees doet in kwaliteit zeker niet onder voor ander vlees. Het is wat zoeter en kruidiger als rundvlees, met in de verte een beetje een zuursige noot, dat prima zal smaken in deze geurige paardengoulash met gember. Inderdaad een (sub)tropisch gewas, die gember, maar beslist geen noviteit in de Tsjechische keuken, want al sinds mensenheugenis in gebruik, zowel in vlees- als in visgerechten.

Paardengoulash met gember

Voor onze Tsjechische paardengoulash met gember hebben we nodig:
800 gr. paardenvlees
100 gr. gerookt spek
2 grote uien
4 tenen knoflook
1 stuk verse gember (of een afgestreken el. gemberpoeder)
1 tl. gemalen karwij
1 el. zoet paprikapoeder
½ tl. scherp paprikapoeder
2 el. bloem
1 el. reuzel (of olie)
zout

Paardengoulash met gember
Snipper de uien en snij het gerookte spek in blokjes. Doe ze samen met een lepel reuzel (of olie) in een pan en bak het op een laag vuurtje tot de uien glazig worden.


Ondertussen snij je het paardenvlees in blokjes, hak je de tenen knoflook fijn en schil je het stukje gember en rasp of snij je het klein. Vul je waterkoker en zet hem aan.

Paardengoulash met gember
Als de uien beginnen te kleuren strooi je er 1 tl. gemalen karwij over, de gehakte knoflook< en de geraspte gember. Zet het vuur nu hoog en doe er het paardenvlees bij. Bak het al omscheppend bruin. Haal de pan van het vuur, strooi er de twee soorten paprikapoeder over, schep het allemaal eens goed om en overgiet het met zoveel heet water tot alles onder staat. Breng het opnieuw aan de kook, zet het vuur dan laag en laat de goulash heel kalmpjes pruttelen tot het vlees zacht is.
Doe de twee lepels bloem in een kom, schep er wat van het stoofvocht bij en meng het goed. Giet het mengsel in de pan met goulash, roer het eens flink om en laat het nog een paar minuutjes zachtjes koken.


Dien je paardengoulash met gember op met knedlíky. Brood, rijst of gekookte aardappelen smaken er ook prima bij.

 


download dit recept

Oostenrijkse recepten       Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Einbrennte Hund
aangekoekte hond?

Dit ouderwetse burgermansgerechtje wordt ook wel Eingebrannte Erdäpfel genoemd. Dat klinkt al een stuk smakelijker dan de hond, zij het wat minder exotisch. Dat “eingebrannt” betekent overigens niet dat de zaak is aangebrand of aangekoekt, maar slaat op de roux, het mengsel van vet en boter, waarmee de aardappelpot wordt gebonden.

Einbrennte Hund is een eenvoudig potje “armeluiseten” van in bouillon gekookte blokjes aardappel, met wat uien, wat kruiden en flink wat augurken. Als er in een hoekje van de koelkast nog een worteltje of een stukje prei ligt te verpieteren, dan mag dat er ook bij. Het geheel wordt met bloem gebonden tot een dikke, smeuïge brij, met dien verstande dat we de blokjes aardappel nog wel als zodanig moeten kunnen identificeren. De einbrennte Hund kan helemaal vegan op tafel verschijnen, maar wordt doorgaans opgediend met een worstje erop of ernaast. Of erdoor, en dan in schijfjes, in het geval er niet genoeg worstjes zijn voor iedereen. Zoals gezegd: armeluiseten, maar wel lekker.

Einbrennte Hund

Voor 4 porties einbrennte Hund hebben we nodig:
1 kg. aardappelen
3 el. olie
2 uien
3 el. bloem
1 l. groente- of runderbouillon (mag ook van een blokje)
majoraan
peterselie
2 tenen knoflook
5 – 6 augurken, meer mag ook
eventueel wat worstjes (Frankfurter, Debrecziner, Bockwurst…)

Einbrennte Hund
Kook de aardappelen in gezouten water tot ze gaar, maar nog wel stevig zijn. Pel ze en snij ze in blokjes. Schijfjes mag ook.


Snij de uien klein en bak ze in de olie op een zacht vuurtje tot ze glazig worden.

Einbrennte Hund
Als de uien gaan kleuren strooi je er de bloem over. Meng het goed en laat het 2 minuutjes gaat, tot het wat lichtjes gaat kleuren, maar niet meer dan dat. Giet er dan beetje bij beetje en onder goed roeren de bouillon bij (of water met een blokje). Kruid het met majoraan en peterselie, doe er de blokjes aardappel bij, breng het opnieuw aan de kook en zet het vuur dan laag. Laat de einbrennte Hund heel zachtjes nog wat inkoken tot een mooie dikte.


Snij de augurken (en eventueel wat worstjes) in schijfjes. Die gaan er nu bij. Kruid het met zout en peper en rasp er de twee tenen knoflook boven. Breng het eventueel nog wat op smaak met een scheut (wijn)azijn, schep de einbrennte Hund nog eens goed om en zet hem op tafel.

 

Einbrennte Hund
download dit recept

Montenegrijnse recepten      Gerechten uit de keuken van Montenegro

 

Crnogorski raštan
Montenegrijnse kool

Raštan, ook raštika of rašćika, is een variëteit van kool uit de acephala groep (Brassica oleracea var. acephala), een kool zonder koolkop (het Griekse akephalos betekent zonder kop) zoals boerenkool, mergkool, Galicische kool en splijtkool. In tegenstelling -voor de duidelijkheid- tot kool met kop (capitata), zoals witte, rode of groene kool, bloemkool en spruiten, om maar eens een greep te doen. De planten worden verbouwd om hun grote, groene, al dan niet gekrulde bladeren. Die bladeren worden gegeten als groente, bijvoorbeeld in deze Crnogorski raštan; Montenegrijnse kool. Het is een oud recept uit vroeger dagen; een eenvoudig winters gerecht voor de gure dagen. De koolbladeren worden in een laag in de pan gelegd. Daarop komt wat vet varkensvlees; worst of spek, met wat kruiderij, en daarop komt een laagje aardappelen, Dan opnieuw een laag kool, en zo verder tot de pan vol zit. De pot mag dan een paar uur heel zachtjes koken met als resultaat een dikke van alle smaken doortrokken brij waarmee je de kou uit je botten kunt verdrijven.

Voor het vlees nemen we varkensworst en niet te mager varkensvlees naar keuze; procureur, varkensschouder, ribben, hamschijf, buikspek… en poten en staartjes mogen er ook in. In Montenegro zou een belangrijk deel van dat vlees bestaan uit Njeguška kobasica; worst uit Njeguši; een dorpje dat wereldberoemd is in heel Montenegro vanwege de luchtgedroogde hammen, de kazen, de varkenssteak waarin die twee samenkomen en -last but not least- koning Nikola. Njeguški worst is een harde, koud gerookte worst van ¾ varkensvlees en ¼ spek, gekruid met flink wat zout, zwarte peper, knoflook en paprikapoeder. De worsten worden 5 – 6 keer gedurende 2 – 3 uur gerookt waarna ze een maand mogen rijpen in een koele, droge ruimte. Die worst, die zal de slager op de hoek wel niet hebben, maar geen nood: we nemen gewoon wat hij wèl heeft, en dan peppen we de Montenegrijnse kool aan het einde van de kooktijd op met een ferme lepel paprikapoeder, gemengd met olie en bloem.

Montenegrijnse kool

Voor onze Montenegrijnse kool hebben we nodig:
500 gr. koolbladeren van mergkool, boerenkool of splijtkool
500 gr. varkensworst en -vlees (zie hierboven)
1 grote ui
2 wortelen
4 – 5 aardappelen
4 – 5 tenen knoflook, meer mag zeker ook
20 zwarte peperkorrels

1 el. bloem
1 el. olijfolie
1 el. paprikapoeder

Montenegrijnse kool
Neem een grote, zware pan, bijvoorbeeld van gietijzer. Vet de bodem in met een beetje olijfolie. Daarop leg je de helft van de grof gehakte koolbladeren. Leg daar de helft van vlees op, in niet te kleine stukken of schijven gesneden. Snij de ui en de wortelen in schijfjes en hak de knoflooktenen grof. Leg er de helft van tussen het vlees, plus 10 zwarte peperkorrels en een snuf zout. Daarop leg je de helft van de geschilde en in wat grotere plakken gesneden aardappelen.


Daarop komt de helft van wat er aan kool overschiet, en daarop de rest van het vlees, de ui, de wortel, de knoflook en de aardappelen. Kruid het met zout en strooi er de rest van de peperkorrels over. Bedek het geheel met de rest van de koolbladeren. Druk het met je handen voorzichtig wat aan en giet er dan water bij, juist genoeg om alles bijna -maar niet helemaal- onder te zetten. De bladeren zullen nog vocht gaan afgeven en we willen niet dat het koolsoep wordt. Als er tijdens het koken te veel vocht verdampt, kan er altijd nog wat bij.

Montenegrijnse kool
Breng de pot met Montenegrijnse kool aan de kook, zet het vuur dan zacht, leg een deksel schuin op de pan en laat het zeker een uur of drie heel, heel zachtjes en heel bescheiden wat pruttelen.


Zijn de kool en het vlees helemaal door- en door gaar, dan verwarm je een lepel olijfolie in een steelpannetje. Roer er de el. bloem door en wacht tot het vet alle bloem heeft opgenomen. Haal het pannetje van het vuur, roer er een eetlepel paprikapoeder door en schep het spul goed door de Montenegrijnse kool. Laat het nog een paar minuutjes zachtjes koken.

 


download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Uhlířina
Houtskoolbranderspannetje

Een uhlířstvi is een houtskoolbrander. Dat is een noeste arbeidsman die houtskool maakt door het carboniseren van hout in een zgn. meiler. Zo’n meiler is een tijdelijk bouwsel van een metersgrote stapel van lange, ontschorste boomstammen. Die stapel wordt luchtdicht afgesloten met plaggen en een laag zand of leem en dan in brand gestoken. Na minstens een maand branden is het hout veranderd in houtskool. De meiler krijgt een paar dagen om af te koelen, dan wordt de stapel ontmanteld en de houtskool afgevoerd. Niet dat wij pretenderen er enig verstand van te hebben, maar zo ongeveer staat het te lezen op wikipedia, en we geloven het graag.

Uhlířina, we hebben het maar vertaald als “houtskoolbranderspannetje”, is wat zo’n uhlířstvi misschien in zijn kookpannetje bij elkaar brouwde. “Misschien”, want of het potje inderdaad ooit gegaard is in de hitte van de meiler, daarover zwijgt wikipedia in alle talen, dus dat laten we maar in het midden. Wat we wèl zeker weten is dit: uhlířina is een tsjechisch receptje uit de oude doos; een maaltje dat in huiselijke kring al sinds jaar en dag regelmatig op tafel verschijnt. Het is een eenvoudig gerechtje van gekookte aardappelen en knoedeltjes, samen met een gebakken uitje en wat spek door elkaar gehusseld in een pannetje. Soms met toevoeging van de kliekjes vlees van gisteren, een stukje worst, een paar lepels zuurkool of wat er verder in de koelkast is blijven liggen. Uhlířstvi is een van die simpele maar smakelijke gerechtjes die in haar weldadige geur herinneringen oproept aan de gulhartige warmte van grootmoeders’ keukentafel en het gelukkige zonnelicht van lang vervlogen dagen…

Uhlířina

voor 4 porties uhlířina hebben we nodig:
300 gr. bloem
3 eieren
1 kg. vastkokende aardappelen
100 gr. gerookt spek
boter of reuzel
2 uien
1 tl. karwijzaad
zout

Uhlířina
Kneed van de bloem, de eieren en een snuf zout een glad en stevig deeg. Is het te droog voeg dan een klein beetje water toe. Laat het afgedekt een half uurtje rusten, vorm er dan een lange rol van en snij er knoedeltjes van. Laat ze in gezouten, kokend water glijden, ga even met een houten lepel over de bodem zodat ze niet blijven kleven en wacht tot ze boven komen drijven; dan zijn ze gaar. Laat ze uitlekken in een vergiet.


Schil de aardappelen en kook ze in gezouten water tot ze net gaar zijn. Laat ze even afkoelen en snij ze in dikke schijven of kleinere stukken.


Snipper de uien. Smelt een lepel boter of reuzel in een grote, zware koekenpan en bak de uien samen met het (in blokjes gesneden) spek en 1 tl. karwijzaadjes rustig uit tot ze glazig zijn en goudbruin gaan kleuren. Meng er de aardappelen en de knoedeltjes door en laat het door en door warm worden.

Opdienen met b.v. tafelzuur, zuurkool of een komkommersalade.

 

Uhlířina
download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Káposztás cvekedli
Witte kool met pasta

Dit gerecht van witte kool met pasta wordt ook wel káposztás tészta genoemd. De kool wordt grof geraspt en samen met een theelepel karwij gebakken in vet. Het smakelijkst is het om daarvoor ganzenvet te gebruiken, maar eendenvet of varkensreuzel zijn ook niet te versmaden. Als je dat niet hebt of liever niet gebruikt neem je gewoon boter. Voor de vegetariërs nemen we natuurlijk olie.

De pasta, die maken we zelf, op traditioneel Hongaarse wijze. Per 100 gr. bloem neem je 1 ei, je kneed er samen met een snufje zout een deegbal van, die rol je uit en snij je in vierkante stukjes. Dan hebben we de cvekedli. Veganisten en luilakken kopen gewoon een pak pasta in de winkel. Dat smaakt er ook prima bij. Welke soort pasta? Van geen belang. Alles is goed, maar dan heet het geen káposztás cvekedli meer, maar káposztás tészta.

En dan het opdienen, dat is een eeuwige discussie tussen zoet en hartig. Volgens de een is het namelijk het lekkerst om de kool te kruiden met flink wat zwarte peper; volgens de zoetekauwen moet dit gerechtje op smaak gebracht worden met suiker. Er zijn zelfs recepten in omloop waarbij eerst een paar lepels suiker worden gekarameliseerd in het vet, voordat de kool erbij gaat. Ieder zijn meug, maar wij houden het liever bij de hartige variant.

Witte kool met pasta

Voor onze kool met pasta hebben we nodig:
1 middelgrote witte kool
2 el. reuzel (of ganzen- of eendenvet, of anders boter of olie)
1 tl. gemalen karwij
peper
zout

en voor de pasta:
400 gr. bloem
4 eieren
een snuf zout

Kool met pasta
Verwijder de buitenste bladeren van de kool en rasp de groente op een grove rasp. Doe het in een kom, meng er met je handen een eetlepel zout door en laat het zo een half uur staan.


Ondertussen maak je het deeg voor de pasta. Meng bloem, eieren en een snufje zout in een kom en kneed er met je handen een samenhangend, stevig deeg van. Vorm er een bal van en laat het afgedekt een half uurtje rusten.


Laat het vet smelten in een pan met een dikke bodem. Ondertussen doe je de kool in een schone keukendoek en knijp je er zoveel mogelijk het vocht uit. De doek kan in de wasmachine; de kool gaat in de pan.

Kool met pasta
Kruid het met karwij en lekker veel zwarte peper. Zout hoeft niet want daaarvan zit er al genoeg doorheen. Zet het vuur laag en bak de kool onder steeds omscheppen heel zachtjes gaar. De kool is goed als ze mooi bruin kleurt en zacht is. Dat gaat niet snel: reken maar gerust op drie kwartier.


Tijd genoeg om de pasta te maken. Rol de bal deeg uit op een met bloem bestoven werkblad tot een heel dunne lap. Daarvan snij je repen, ongeveer 3 cm. dik, en die repen snij je in stukken van 3 cm.


Tegen de tijd dat de kool gaar is breng je een pan met ruim water aan de kook. Kook er de pasta in gaar, laat het goed uitlekken in een vergiet en meng de pasta door de kool.

 

Kool met pasta
download dit recept

Servische recepten      Gerechten uit de keuken van Servië

 

Musaka
Moussaka

Niet alleen in Griekenland, maar op de gehele Balkan heeft moussaka een succesvol inburgeringstraject gevolgd. Het is dan ook niet een oorspronkelijk Grieks gerecht, maar kwam mee met de Ottomanen, toen ze het Balkanschiereiland onder de voet liepen en een paar eeuwen lang bezet hielden. Aubergines, kaas en bechamelsaus, zoals in de Griekse moussaka gebruikelijk is, komen er op de rest van de Balkan dan ook niet aan te pas. Dat was een uitvinding van een Griekse kok die in Parijs zijn stiel heeft geleerd. De basis voor deze moussaka’s is gewoonlijk de aardappel, met daarop een laagje gehakt, misschien nog met wat groenten zoals courgette, aubergine of kool, en wordt afgedekt met yoghurt. Deze bijzonder smakelijke versie komt uit Servië, en wordt gemaakt met -hoe kan het ook bijna anders- geroosterde paprika’s.

Moussaka

Voor deze Servische moussaka gaan we nodig hebben:
1 kg. aardappelen
2 uien
1 wortel
5-6 rode paprika’s
500 gr. gehakt (rund of h.o.h.)
1 tl. vegeta
2 dl. yoghurt
1 ei
zout en peper
olie

Moussaka
Verwarm de oven voor op 200ºC.


Schil de aardappelen en draai ze samen met 1 ui, zout en peper tot moes in de blender.

Moussaka
Bak de paprika’s in de hete oven tot de huid zwart wordt en blaren gaat trekken. Doe ze dan in een plastic zak, blaas er lucht bij en knoop hem dicht. Na een kwartiertje kun je het vel er makkelijk af trekken. Snij de paprika’s in de lengte in vieren en verwijder de zaadlijsten.


Ondertussen snipper je de tweede ui en bak je die samen met de fijngehakte wortel in wat olie tot de ui glazig is. Doe er dan het gehakt bij, een theelepel vegeta en bak het al omscheppend goudbruin.

Moussaka
Vet een ovenschaal in met olie. Verdeel de aardappelmassa over de bodem. Daarop leg je het gerulde gehakt; daarop de geroosterde paprika’s. Klop het ei los met de yoghurt en een lepeltje olie. Giet het over de moussaka, schuif het meteen in de hete oven en bak het in een half uur gaar.


Deze Servische moussaka is zowel warm als koud uitstekend te genieten.

Moussaka
download dit recept

Sloveense recepten      Gerechten uit de keuken van Slovenië

 

Karáževc
Stoofpot van bonen en appels

Karáževc is een dikke puree van appels en bonen, niet meer en niet minder. Armeluiseten is het, uit de tijd dat je blij mocht zijn als er überhaupt iets op je bord lag. Op zondag, soms, heel af en toe, dan mocht er wat gebakken spek bij. Feest!

Karáževc is een specialiteit uit de streek rond Cerkno, een klein stadje dat vooral bekend is vanwege een ander feest: de “Cerkno Laufarija”, het eeuwenoude carnaval van Cerkno. De “laufarji” gaan verborgen achter houten maskers en dragen kleding van natuurlijke materialen zoals klimop, stro, mos e.d. Ze worden voorgegaan door “Pust”, een figuur gehuld in dennentakken, die de winter symboliseert. Op het hoogtepunt van de festiviteiten wordt Pust door iedereen beschuldigd van alles wat er het afgelopen jaar is mis gegaan en wordt uiteindelijk ter dood veroordeeld, de hersens ingeslagen met een houthakkershamer. Hoera. Kunnen we met z’n allen weer fris naar de nieuwe lente toe.

Karáževc

Voor onze karáževc hebben we niet veel nodig:
2 appels
100 gr. gedroogde bonen
2 – 3 el. boter
1 el. bloem

Karáževc
Laat de bonen een nacht weken in koud water. De volgende dag ververs je het water, doe je er wat zout bij en kook je de bonen gaar.


Ondertussen schil je de appels, snij je ze in partjes en kook je ze in een aparte pan in een klein bodempje water gaar.

Karáževc
Als de bonen gaar zijn giet je ze af. Doe er de appels plus het kookwater bij en pureer de hele zaak met een staafmixer.


Verwarm de boter in een pannetje en roer er de bloem door. Dit meng je door de bonen. Kruid het met zout en peper.

Karáževc
Is het feest, dan bak je wat blokjes spek uit in boter of reuzel. Die lepel je over je karáževc.

 

Karáževc
download dit recept

Oostenrijkse recepten       Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Tiroler Gröstl

Welke wintersporter kent het niet? Tiroler Gröstl, het hartverwarmende gerechtje van vlees, uien en gebakken aardappelen met daarop dat feestelijke, geelglanzende spiegelei? Simpel is het om te maken, smakelijk om te eten en snel klaar is het ook, als je het vlees en de aardappelen tenminste al gekookt en wel in de koelkast hebt liggen, want dat is voordeel nummer vier: de kliekjes gaan niet in de groenbak, maar in de Tiroler Gröstl. Gröstl is namelijk een recept dat traditiegetrouw voornamelijk op maandag werd gegeten, waarbij de restjes van het zondagse vleesgerecht, b.v. Tafelspitz, Schweins- of Krustenbraten, nog een smakelijke bestemming vonden. Tiroler Gröstl kan daarom gemaakt worden met zowel rund-, varkens- als kalfvlees, naar gelang wat er op de uitgebreide zondagmiddaglunch op het menu stond. Ook worst kom je wel tegen in een Tiroler Gröstl, maar daar trekken we toch echt de grens, want het is niet de bedoeling om er een kliekjespan van te maken met van alles wat je in je koelkast tegenkomt. Dat kan natuurlijk ook erg lekker zijn, maar mag geen Tiroler Gröstl heten. We zijn onverbiddelijk. Vlees, spek, uien en aardappelen, gebakken in een koekenpan, met daarop een spiegelei. Dat is Tiroler Gröstl.

Tiroler Gröstl

Voor vier porties Tiroler Gröstl hebben we nodig:
600 gr. aardappelen
200 gr. gekookt rundvlees
100 gr. gerookt spek
1 ui
zout en peper
gemalen karwij
majoraan
1 bosje verse bieslook
4 eieren
boter

Tiroler Gröstl
Kook de aardappelen in de schil gaar. Laat ze wat afkoelen, pel ze en snij ze in plakken.

Tiroler Gröstl
Snipper de uien en bak ze in wat boter of olie, heel rustig. Ondertussen snij je het spek en het gekookte rundvlees (restjes van b.v. je Tafelspitz) in blokjes. Dat mag bij de uien. Bak het allemaal kalmpjes verder tot de uien glazig zijn.

Tiroler Gröstl
Doe de schijfjes aardappel er nu bij en kruid het met een flinke snuf karwij, een scheutige vingergreep majoraan, wat peper en wat zout. Een beetje voorzichtig met dat laatste want het spek is al zout. Schep het goed om, zet het vuur wat hoger en bak het onder regelmatig omscheppen tot de aardappelen mooi gaan kleuren en een knapperig korstje krijgen. Niet te voorzichtig, want de aardappelschijfjes hoeven echt niet netjes heel te blijven: Tiroler Gröstl mag een gemoedelijk rommeltje zijn.

Tiroler Gröstl
Terwijl je Tiroler Gröstl staat te bakken smelt je in een andere koekenpan wat boter. Daarin bak je vier spiegeleieren.

Tiroler Gröstl
Schep de Tiroler Gröstl op borden, bestrooi ze met fijngehakt bieslook en leg op elke portie een spiegelei.

 

Tiroler Gröstl
download dit recept

Macedonische recepten      Gerechten uit de keuken van Noord-Macedonië

 

Струмички Ѓувеч – Strumički Ǵuveč
Gyuvetch uit Strumica

Strumica is een stadje in het zuidoosten van Macedonië, aan de grens met Bulgarije en Griekenland. Na 600 jaar deel te hebben uitgemaakt van het Osmaanse Rijk werd Strumica in oktober 1912, tijdens de eerste Balkanoorlog, door het Bulgaarse leger -afhankelijk van het gezichtspunt van de betrokkkenen- bevrijd dan wel bezet. Het bleef niet lang in Bulgaarse handen: nadat Bulgarije tijdens WOI op het verkeerde paard had gewed door zich bij de centrale mogendheden aan te sluiten, werd Strumica en omstreken in 1919 toegewezen aan het Koninkrijk Joegoslavië. In 1941 kreeg Bulgarije -op dat moment dikke maatjes met nazi-Duitsland, het gebied weer terug, waarna ze het in 1945 weer moesten afstaan aan de Republiek Joegoslavië, totdat die uiteenviel en Macedonië in 1991 een onafhankelijke staat werd.

In Strumica is, heel eerlijk gezegd, niet zo erg veel te zien. Er zijn wat kerken en wat monumenten, een kasteelruïne boven de stad, de “koningstorens”, eigenlijk meer ruïne dan wat anders, en een paar kilometer verderop is een middeleeuwse stenen graftombe, waar, volgens de verhalen, begraven zou kunnen zijn: 1. de zuster van koning Marko; 2. de dochter van een niet met name genoemde Slavische generaal of 3. de neef van Alexander de Grote. Waarschijnlijker is het dat het de tombe is van 4. een Islamitische religieuze leider.

Na de plaatselijke sights te hebben gezien kunnen we ons zonder gewetenswroeging op het plezierigste onderdeel van de dag concentreren: de maaltijd. Een gyuvetch, zoals de Engelse spelling het wil, is een stoofschotel van vlees en groenten die genoemd is naar en bereid wordt in een pot van aardewerk. Wat deze gyuvetch uit Strumica van anderen onderscheid is het vlees, dat hier acte de présence geeft in de vorm van gehaktballen. Bovendien wordt deze gyuvetch niet, zoals doorgaans, gebakken in de oven, maar op het fornuis.

Gyuvetch uit Strumica

Voor onze gyuvetch uit Strumica hebben we nodig:
500 gr. rundergehakt
1 kopje (1 dl.) gekookte rijst
1 ui
1 snuf zwarte peper
¼ tl. zout
½ tl. paprikapoeder
1 el. paneermeel
1 ei

1 aubergine
12 okra’s
1 grote ui
3 tenen knoflook
1 groene paprika
1 rode paprika
1 wortel
1 courgette
1 tomaat
1 tl. tomatenpuree
2 grote aardappelen
1 tl. zout
1 snuf zwarte peper
½ tl. scherp paprikapoeder
1 – 1½ dl. kippenbouillon
gehakte peterselie

Gyuvetch uit Strumica
Eerst maken we de gehaktballen. Snipper de ui zeer fijn en meng ze met het gehakt, zout en peper, broodkruim, rijst en het ei. Kneed het goed door en zet het een uurtje in de koelkast.


Snij de aubergine in de lengte doormidden. Snij met een mes een ruitpatroon in het vruchtvlees, bestrooi het met zout en laat het zo 20 minuten staan. Spoel ze dan onder koud water, laat ze goed uitlekken en dep ze droog. Snij de aubergine in hapklare stukken.

Gyuvetch uit Strumica
Maak de okra’s schoon en zet ze een uurtje onder koud water.


Haal het gehakt uit de koelkast, verdeel het in vier stukken en kneed er afgeplatte ballen van. Verhit wat olie in een pan en bak ze aan beide kanten mooi goudbruin. Van binnen mogen ze rauw blijven. leg ze apart.

Gyuvetch uit Strumica
Snipper de ui en bak ze in het achtergebleven vet rustig uit tot ze lichtjes glazig wordt. Doe er nu de gehakte knoflook bij, de in repen gesneden groene en rode paprika en laat het eventjes verder gaan. Ondertussen snij je de wortel in schijfjes. Doe ze in de pan en bak het nog eens vijf minuutjes door. Nu mag de aubergine erbij, de in stukken gesneden courgette en tomaat en de tomatenpuree. Laat het 10 minuutjes rustig pruttelen.


Ondertussen schil je de aardappelen en snij je ze in stukken. Die mogen nu bij de groenten, samen met de warme kippenbouilon. Leg her de gehaktballen op, dek de pan af en laat het een kelin half uurjte zachtjes pruttelen. Nu gaan de okra’s erbij. Het geheel moet zo ongeveer wat slordigjes met het kookvocht bedekt zijn. Is het te droog, doe er dan wat water bij. Laat het nog eens 20 minuten rustig koken.


Bestrooi de gyuvetch uit Strumica met gehakte peterselie en zet het op tafel.

Gyuvetch uit Strumica
download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Tepsis hus
Bakplaat-vlees

“Hus” betekent vlees en een “tepsi” is een bakplaat. Tepsis hus laat zich dus vertalen als “Bakplaat-vlees”. Tepsis hus is een ovenschotel van aardappelen, varkensvlees, uien en knoflook, nu eens -verrassend genoeg- niet gekruid met dat eeuwige paprikapoeder, maar met zout en peper, karwij en rozemarijn. Het wordt onder folie gebakken, zodat de smaken lekker door elkaar trekken en het allemaal mals en sappig blijft, en daarna nog eens een half uurtje zonder folie, zodat het mooi kan kleuren. Het lijkt verdacht veel op een gerechtje dat we uit buurland Slowakije kennen: živánska.

Tepsis hus

Voor deze tepsis hus hebben we nodig:
150 gr. gerookt spek
500 gr. hamlappen
2 middelgrote uien
1 kg. aardappelen
5 tenen knoflook
1 tl. zout
½ tl. peper
1 tl. gemalen karwij
2 – 3 takjes rozemarijn

Tepsis hus
Verwarm de oven voor op 200ºC.


Snij het vlees in stukken en het spek in reepjes en leg het in een met olie ingevette bakplaat of groot bakblik. Schil de aardappelen en snij ze in vieren. Als het grote zijn snij je ze in wat meer stukken. De tenen knoflook snij je in dunne plakjes. Leg het tussen het vlees. Kruid het geheel met zout, peper en karwij. Hussel het goed door elkaar en leg er hier en daar een takje rozemarijn tussen.

Tepsis hus
Dek het bakblik goed af met aluminiumfolie en zet het in de hete oven. 50 minuten mag het daar blijven staan.


Verwijder na de 50 minuten de folie en verhoog de oventemperatuur tot 220ºC. Bak de tepsis hus nu nog eens 40 minuten. Schep het regelmatig om met een houten lepel zodat het aan alle kanten mooi bruin wordt en niet aankoekt.

Tepsis hus
Serveer je tepsis hus met wat tafelzuur en een frisse salade.

 

Tepsis hus
download dit recept