Tag archieven: knoedels

Oostenrijkse recepten      Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Marillenknödel
Abrikozenknoedels

Het verhaal gaat dat de Oostenrijkse keizer Ferdinand I (1793-1875), die algemeen werd beschouwd als een simpele ziel, eens aan zijn kok vroeg om Marillenknödel. “Majesteit”, zei de kok respectvol, “het spijt mij zeer, maar dat is helaas niet mogelijk. In deze tijd van het jaar zijn verse abrikozen niet verkrijgbaar.” Het antwoord van de monarch is de geschiedenis ingegaan als het enige coherente bevel uit zijn hele regeringsperiode: “Ich bin der Kaiser und ich will Knödel!”.

Toen hij, na 13 jaar op de troon gezeten te hebben, geconfronteerd werd met een volksopstand vroeg hij aan vorst Metternich om een verklaring. “Sire, het volk maakt een revolutie” antwoordde de vorst, waarop de keizer reageerde met een verbouwereerd: “Jamaar… mògen ze dat dan?”

Ferdinand, die in de volksmond bekend stond als “Ferdinand der Gütige” werd door zijn minsters gemaand om troonsafstand te doen ten gunste van zijn neef, Franz-Joseph (die van Sisi). Hij verhuisde naar Praag en ging vanaf dat moment als “Gütinand der Fertige” door het leven.

Ferdinand mocht zijn afgedankt, maar de Marillenknödel, die zijn gebleven.

Gelukkig maar. Oostenrijk zou Oostenrijk niet zijn zonder dit snoepgoed van abrikozen in een jasje van plattekaas en bloem, door goudbruin geroosterd paneermeel en suiker gerold. Razend lekker en razend populair bij iedereen, van jong tot oud, van hoog tot laag, van rijk tot arm.

Marillenknödel

Voor deze keizerlijke Marillenknödel hebben we nodig:
250 gr. kwark (plattekaas)
1 ei
180 gr. bloem
1 snufje zout
8 abrikozen
boter
suiker
paneermeel

Marillenknödel maak je zo:

Marillenknödel
Van de plattekaas, het ei, de bloem en een snufje zout kneed je een glad deeg dat niet meer aan je vingers kleeft. Als het te nat is mag er nog wat bloem bij. Zet het een uurtje in de koelkast.

Marillenknödel
Als het tijd is om het deeg weer uit de koelkast te halen, dan pak je de abrikozen en snij je ze half door, net ver genoeg om de pit te kunnen verwijderen. Op de plaats van die pit stop je een half suikerklontje. Bestuif een werkblad met bloem. Daarop rol je het deeg uit tot een dikke rol. Snij het in acht gelijke stukken. Vorm van ieder stuk een plat pannenkoekje. Daarin vouw je een abrikoos. Vorm er een gladde, goed gesloten bal van, eventueel m.b.v. een druppeltje water.

Marillenknödel
Breng een grote pan water aan de kook. Laat de Marillenknödel er in glijden en kook ze 7 minuten.

Marillenknödel
Ondertussen laat je een genereuze klont roomboter smelten in een koekenpan. Strooi er flink paneermeel over en laat het zachtjes bakken zodat het paneermeel mooi gaat kleuren. Bestrooi het met suiker.

Marillenknödel
De marillenknödel zijn ondertussen wel gaar. Haal ze met een schuimspaan uit de pan en rol ze eens flink door het gesuikerde paneermeel. Zet je marillenknödel meteen op tafel, want als ze koud zijn is er geen aardigheid meer aan.

 


download dit recept

Oostenrijkse recepten      Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Wiener Wäschermädeln
Gevulde abrikozen in beslag

Weense wasmeisjes. Ongetwijfeld zijn ze net zo verrukkelijk als dit dessertje van met marsepein gevulde abrikozen, die door een beslag van witte wijn en bloem worden gehaald en daarna worden gefrituurd.

Als je de abrikozen vervangt voor gedroogde pruimen en ze niet vult met marsepein, maar met amandelen, dan zijn de meisjes ineens jongetjes geworden en heten ze “Schlosserbuben”.

Maar waar je voorkeur ook naar uitgaat; eet ze zolang ze nog warm en knapperig zijn.

Weense wasmeisjes

8 abrikozen
20 gr. poedersuiker
60 ml. marillenlikeur (abrikozenlikeur)
80 gr. marsepein

1/3 l. witte wijn
250 gr. bloem
3 eieren
2 el. olie
1 el vanillesuiker
zout
2 el. aardappelmeel
4 el. poedersuiker

olie om te frituren

Weense wasmeisjes
Blancheer de abrikozen kort in kokend water. Snij ze in vanaf de steel en haal de pit eruit. Marineer ze in de suiker en de likeur.

Weense wasmeisjes
Maak 8 kleine bolletjes van het marsepein en vul daarmee de abrikozen.

Weense wasmeisjes
Roer voor het beslag de wijn met de bloem glad. Scheidt de eieren. Roer de dooiers, een beetje zout, de vanillesuiker en 2 el. olie door de wijnmassa. Sla de eiwitten met een snufje zout tot een stijve sneeuw en schep het onder het beslag.

Weense wasmeisjes
Rol de abrikozen door het aardappelmeel (zodat het beslag beter blijft zitten) en haal ze daarna met behulp van een vork door het beslag. Bak de Wäschermädeln in het hete vet goudbruin.

Weense wasmeisjes
Laat de Weense wasmeisjes even uitlekken op keukenpapier en bestrooi ze met poedersuiker.

 


download dit recept

Oostenrijkse recepten      Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Tiroler Gröstl mit Zucchini
Tiroler gröstl met courgette

De wintersporters kennen het wel: Tiroler Gröstl, dat eenvoudige maar hartverwarmende gerechtje van aardappelen, uien en worstjes en/of spekjes. Deze versie, “Tiroler Gröstl mit Zucchini”, is met courgettes. Als je die weglaat heb je “Tiroler Gröstl ohne Zucchini”. Ook lekker.

Gröstl met courgette

Voor onze Tiroler Gröstl met courgette hebben we nodig:
een paar Frankfurter worstjes
5 aardappelen
1 snufje majoraan
1 tl. gehakte peterselie
zout en peper
4 el. plantaardige olie
3 Tiroler Knödel (van gisteren?)
1 courgette
1 ui

Gröstl met courgette
Kook de aardappelen in de schil gaar. Pel ze, halveer ze en snij ze in schijven


Pel de uien, halveer ze en snij ze in ringetjes. Was de courgette, snij de uiteinden eraf en snij ze in plakjes. Snij de Frankfurter en de Tiroler knödel ook klein.

Gröstl met courgette
Verhit de olie in een grote pan en bak er de courgette, ui en Frankfurter in aan tot ze gaan kleuren. Haal ze uit de pan en houd ze warm.


Bak dan de aardappelplakjes en de knoedels goed aan. Doe de warm gehouden ui, courgette en Frankfurter weer in de pan. Bestrooi het met zout, peper, majoraan en peterselie, en dan aan tafel allemaal.

 

Gröstl met courgette
download dit recept

Oostenrijkse recepten      Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Tiroler Knödel
Tiroolse knoedels

Tiroolse knoedels, dat is echt ouderwetse burgermanskost. Gekookte ballen van bloem en Semmelwürfel of Knödelbrot (dat zijn oude witte broodjes die in blokjes, resp. schijven, zijn gesneden), die gevuld zijn met ui en blokjes spek. Zou zomaar een maaltijd op zich kunnen zijn, samen met b.v. zuurkool, maar ook heel lekker als bijgerecht of (als je er hele kleine Tiroler knödeltjes van maakt) in de soep.

Deze Tiroolse knoedels zijn vrij snel en makkelijk te maken, en dat is altijd mooi meegenomen.

Voor onze Tiroler Knödel hebben we nodig:
20 gr. boter
2 eieren
4 el. bloem
2½ dl. melk
½ bosje peterselie
250 gr. Semmelwürfel (oud, hard witbrood, in blokjes gesneden)
250 gr. gerookt spek
1 ui

Tiroler Knödel
Snij de ui fijn en bak ze zachtjes in de boter tot ze glazig is. Laat ze afkoelen.

Tiroler Knödel
Snij het gerookte spek in kleine blokjes. Meng alle ingrediënten: bloem, eieren, melk, peterselie en spekblokjes met de afgekoelde uien. Kneed het even door en laat het een half uurtje rusten.

Tiroler Knödel
Maak ballen van het deeg en laat ze in zachtjes kokend en gezouten water in 10 minuten gaar koken.

Tiroler Knödel
Tiroler Knödel zijn vooral lekker met gesmoorde zuurkool.

Tiroler knödel
download dit recept

Oostenrijkse recepten      Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Semmelknödel
Broodknoedels

De ingrediënten van dit recept voor Semmelknödel of broodknoedels zijn eigenlijk precies hetzelfde als die voor Serviettenknödel. Het verschil is dat het deeg voor de Serviettenknödel, zoals het woord al zegt, in een servet wordt gewikkeld en dan wordt gekookt. Voor deze Semmelknödel wordt de deegmassa simpelweg verdeeld in ballen, doorgaans maatje tennisbal, en dan gaan ze zò het kokende water in, net als de Tiroolse knoedels of de Tsjechische houskové knedlíky.

Allemaal zijn het perfecte begeleiders van vooral stoofschotels en goulash, waarbij je met je knoedels zo lekker die heerlijke sauzen en sappen kunt oplepelen.

Semmelknödel

Deze ingrediënten zijn voldoende voor 8 Semmelknödel:
250 gr. in blokjes gesneden oud (hard) witbrood (Semmelwürfel)
50 gr. boter
1 kleine ui
3 el. peterselie
3 eieren
2½ dl. melk
3 el. bloem
zout

Semmelknödel
Voor dit recept voor Semmelknödel snij je de ui heel fijn. Smelt de boter in een pan en bak daarin de stukjes ui langzaam glazig. Laat het daarna helemaal afkoelen.

Semmelknödel
Breek de eieren en klop ze met een vork los. Meng ze met de melk en een snuf zout. Giet het mengsel over de blokjes droog brood en laat het eventjes zo staan.

Semmelknödel
Hak de peterselie klein. Die meng je samen met de afgekoelde ui door de broodmassa. Tot slot meng je er goed de bloem onder. Laat het mengsel een kwartiertje rusten.

Semmelknödel
Breng een grote pan met gezouten water aan de kook. Bevochtig je handen met koud water en vorm van het deeg gelijkmatige, grote knoedels, ongeveer zo groot als een tennisbal. Die gaan in de pan. Laat het water rustigjes en zeker niet te wild koken want anders vallen de knoedels uit elkaar.

Semmelknödel
Na 10 minuutjes lichtjes koken zijn je Semmelknödel gaar. Haal ze met een schuimspaan uit de pan, laat ze even uitlekken en bestrooi ze eventueel met nog wat gehakte peterselie.

 


download dit recept

Oostenrijkse recepten      Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Serviettenknödel
servettenknoedels

Serviettenknödel heten Serviettenknödel omdat ze in servetten worden gekookt. Zo simpel is het. In Tsjechië, waar ze hun knedlíky nooit anders dan naakt en zonder jasje koken, heten deze knoedels dan ook “knedlíky uvařené v ubrousku” (knoedels in een servet gekookt) of ook wel: “knedlíky uvařené vídenským způsobem”: gekookte knoedels op Weense wijze. Als je van ditzelfde deeg ballen draait en die (zonder het servet) in water kookt, dan heb je Semmelknödel.

Serviettenknödel smaken erg lekker bij een goulash of een ragout van cantharellen.

Serviettenknödel

Echte Oostenrijkse Serviettenknödel maak je met:
250 gr. harde witte broodjes
4 el. boter
1 kleine fijngehakte ui
3 eieren
2½ dl. melk
zout
nootmuskaat
½ bosje peterselie

Serviettenknödel
Bak de fijngehakte ui glazig in de boter. Snij intussen de broodjes in heel kleine blokjes en doe ze in een schaal. Giet de gebakken uien over de stukjes brood. Scheid de eieren. Meng het eigeel, de melk, de peterselie, een snuf zout en wat nootmuskaat en giet ook dat over de broodstukjes. Meng het goed door elkaar. Laat de broodmassa minstens 20 minuten rusten.

Het knoedeldeeg moet rusten zodat het brood de eieren, de melk en het vet goed kan opzuigen. Als je er te snel een rol van draait en in het water gooit heb je dikke kans dat het uit elkaar valt.


Klop de eiwitten stijf en meng ze onder het broodmengsel. Bestrijk een servet of kaasdoek (of een stuk aluminiumfolie) met boter. Leg de broodmassa erop en maak er een flinke rol van. Zorg dat de einden goed dicht zitten. Als je aluminiumfolie gebruikt gaat dat misschien het makkelijkst.

S
Kook het in ruim voldoende gezouten water in 25 tot 30 minuten zachtjes gaar. Dan neem je de servettenrol uit het water en laat het onder de koude kraan heel even schrikken. Haal de rol voorzichtig uit het doek of de folie en snij hem meteen in schijven. Het best gebruik je daar een stukje touw voor dat je in een lus om de knoedel knoopt en dan dichttrekt. Met een mes heb je de allergrootste kans dat je de knoedels plat drukt met als resultaat een klef hoopje ellende.

 

Serviettenknödel
download dit recept

Oostenrijkse recepten Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Martinigansl
Gans voor St.Maarten

11 november is de feestdag van een van de meest vooraanstaande heiligen uit de hele Christelijke traditie: Martinus van Tours, die op die dag in het jaar 397 werd begraven. Precies: die van de mantel, waarvan hij de helft aan een bedelaar gaf. Dat was overigens geen zuinigheid. De andere helft was niet van hem maar van zijn toenmalige werkgever, de keizer van Rome.

Martinigansl

In Midden-Europa wordt deze feestdag al sinds mensenheugenis gevierd met allerlei gebruiken zoals het “Martinssingen” en de “Martinszug”, ook in Nederland nog in gebruik wanneer de kinderen met lampionnen langs de deuren gaan. St.Maarten, St.Maarten, de koeien hebben staarten. Wat bij ons geen gebruik is, is het “Martinsgansessen”: het eten van de Martinigansl; de Martinsgans.

In de middeleeuwen was het gebruikelijk om niet alleen voor Pasen, maar ook voor Kerstmis veertig dagen lang te vasten. Die periode begon de dag na St.Martini, en dat was dus een mooie gelegenheid om het er nog eens goed van te nemen. Waarom dat dan met een gebraden gans moet wordt gaarne verklaard met het verhaal dat de heilige Martinus, toen hij door de burgers van Tours als bisschop werd gekozen, zich in het ganzenhok verstopte omdat hij zich onwaardig achtte voor dat hoge ambt. De ganzen stelden kennelijk geen prijs op zijn aanwezigheid en verraadden met hun gesnater zijn schuilplaats.

Een ander verhaal wil dat een van de ganzen zo hard door een preek van de bisschop heen bleef tetteren dat niemand er meer een woord van verstond, en de herrieschopper gevankelijk naar de keuken moest worden afgevoerd.

Hoe het ook zij, de moraal van het verhaal is dat je als eenvoudige gans maar beter geen grote mond kunt opzetten. Zeker niet tegen een heilige.

“Martinigansl mit Rotkraut und Erdäpfelknödel”. Traditioneler kan het bijna niet: gebraden gans met het klassieke garnituur van rode kool en aardappelknoedels. Begin met de rode kool een dag van tevoren, want de groente moet lekker lang in de marinade staan.

Martinigansl

Voor de Martinigansl:
1 keukenklare gans (zo’n beest weegt al gauw 4 – 5 kilo)
zout en peper
1 tl. gedroogde majoraan

Martinigansl
Spoel de gans van binnen en buiten met koud water en dep hem goed droog. Smeer het beest grondig in met zout en peper, en strooi in de binnenkant een theelepel majoraan. Eventueel kun je twee of drie appeltjes in de buikholte stoppen. Leg de gans in een braadpan en giet er een laagje water bij van 2 cm. Nog beter is een bakblik met een rooster erop. In het bakblik giet je een laagje water; de gans leg je op het rooster met de borstzijde naar beneden.


Zet het beest in een op 130ºC. voorverwarmde oven. Anderhalf uur lang heb je er nu geen omkijken naar. Na die tijd draai je de Martinigansl om, en laat hem op zijn rug nog eens drie uur braden. Nu moet je hem af en toe wel bedruipen met het braadvocht.

Martinigansl
Een kwartier voor het einde van de braadtijd verhoog je de temperatuur naar 220ºC. Laat het beest nu zolang braden tot het een mooie goudbruine korst heeft. Dan schakel je de oven uit en haal je de gans uit de oven. Schep met een lepel het grootste deel van het vet uit het braadvocht. (Niet weggooien: ganzenvet is heerlijk om in te bakken!). Giet de rest van het vocht in een pannetje en laat het tot de helft inkoken. De gans kan ondertussen mooi even rusten in de (uitgeschakelde!) oven. Bind het vocht, als het voldoende is ingekookt, met wat vloeibare boter vermengd met meel. De jus die je nu hebt gemaakt gebruik je voor de knödel en de rode kool.


Voor de aardappelknoedels:
500 gr. zachtkokende aardappelen
200 gr. bloem
70 g r. fijn griesmeel
2 eieren
zout
nootmuskaat

Kook de aardappels, pel ze en druk ze als ze nog heet zijn door een aardappelpers. Meng er de bloem, het griesmeel, zout, nootmuskaat en eieren door. Werk de massa eerst met een houten lepel, daarna met je handen snel tot een glad deeg. Laat het tien minuten rusten. Draai er dan ballen van en laat de knoedels 10 minuutjes in heel zachtjes kokend gezouten water gaar worden.

Martinigansl

Voor de rode kool:
750 gr. rode kool
1 middelgrote appel
1 el. citroensap
¼ l. water
¼ l. rode wijn
1 laurierblad
3-4 peperkorrels
3-4 kruidnagels
1 kleine ui
80 gr. kristalsuiker
80 gr. boter of reuzel

Begin een dag van tevoren. Snij de rode kool in vieren en snij de stronk eruit. Snij de kool in fijne reepjes. Schil de appel, verdeel ze in vieren en haal het het klokhuis eruit. Snij de appel in schijfjes van ½ cm. dik. Doe de kool in een schaal van glas of aardewerk en meng het met de appelstukjes, citroensap, rode wijn, laurier, peperkorrels en kruidnagelen. Dek het af met folie en laat het een nacht in de koelkast staan.

De volgende dag snij je de ui fijn. Verhit het vet en zet daar de suiker even in aan. Doe er de uien bij en bak ze stevig aan. Afblussen met water. Dan gaat de rode kool erbij, samen met de rode wijn-marinade. Goed mengen, toedekken en gaar laten stoven in ongeveer 40 minuten.

 

Martinigansl
download dit recept

Oostenrijkse recepten      Gerechten uit de keuken van Oostenrijk

 

Hascheeknödel mit Sauerkraut
Gehaktknoedels met zuurkool

Men fluistert dat deze met gehakt en/of kliekjes vlees gevulde aardappelknoedels van oorsprong niet Oostenrijks, maar Tsjechisch zijn. In de tijd van het keizerrijk naar Wenen gebracht door de vele Boheemse meiskes die in de huishoudens van de welgestelden een betrekking vonden, niet zelden in de functie van -zeer gewaardeerde- kok. Sindsdien zijn de Hascheeknödel zo succesvol ingeburgerd dat het lijkt alsof het nooit anders geweest is. Deze Hascheeknödel, die eet je natuurlijk, geheel volgens Boheemse mores, met zuurkool.

Hascheeknödel

voor de vulling van deze Hascheeknödel hebben we nodig:
500 gr. gerookt spek en restjes ham, worst of ander varkensvlees, fijn gehakt
1 grote ui, fijn gehakt
2 tenen knoflook, ook al fijn gehakt
botervet
2 eieren
peterselie
majoraan
zout en peper

en voor het deeg:
750 gr. bloemige aardappelen
300 gr. fijne tarwebloem
75 gr. griesmeel
4 eieren
zout en peper

en dan nog voor de zuurkool:
500 gr. zuurkool
2 el. reuzel of boter(vet)
50 gr. buikspek, in blokjes
4 jeneverbessen
een paar zwarte peperkorrels
1 laurierblad
zout
2 grote soeplepels (groente)bouillon

Hascheeknödel
Hak de uien en de knoflook fijn en bak ze glazig in het botervet. Meng het in een kom met het gehakt, de kruiden, zout, peper en de eieren. Laat het een half uurtje staan, zodat de smaken goed dooreen kunnen trekken. Vorm er dan 16 balletjes van.


Kook de aardappelen gaar in gezouten water. Laat ze afkoelen en druk ze door een aardappelpers of zeef. Meng ze met de twee soorten meel, de eieren en zout en peper. Laat dit mengsel ook een half uurtje rusten.


Verdeel het deeg in 16 delen. Rol er ballen van en druk die dan op een met wat meel bestoven werkblad plat tot rondjes van ½ – 1 cm. dikte. Op ieder rondje leg je een gehaktballetje. Vouw het deeg eromheen tot mooie ronde knoedel. Zorg dat ze goed gesloten zijn.


Breng een pan gezouten water aan de kook. Daar gaan de balletjes in. Laat ze zes minuten zachtjes koken. Dan gaat het gas uit en laat je ze nog zes minuten in het hete water trekken.


De zuurkool spoel je even in een zeef onder de koude kraan. Laat het uitlekken. Bak het buikspek goudbruin in de reuzel. Giet er de bouillon over. Roer met een houten lepel de aanbaksels even los van de bodem van de pan. Dan gaan de zuurkool en de kruiden erbij. Laat het in drie kwartier op een heel laag vuurtje gaar pruttelen.

 

Hascheeknödel
download dit recept

Slowaakse recepten      Gerechten uit de keuken van Slowakije

 

Segedínsky guláš
Szeged goulash

De naam “segedínsky guláš” doet vermoeden dat het gerecht uit de Hongaarse plaats Szeged komt, het mekka van de paprikaproductie, maar helaas: noch in Szeged, noch in de rest van Hongarije hebben ze ooit van Szeged-goulash gehoord. Ze kennen er wel eenzelfde gerecht van varkensvlees, zuurkool en room onder de naam Székely gulyás. Dat woordje székely lijkt misschien een beetje op segedínsky, maar betekent toch echt iets totaal anders. Maar Szeged of niet: in Slowakije heeft deze segedínsky guláš de status van niet minder dan “gouwe ouwe”, en ook in Tsjechië, Slovenië, Oostenrijk en Zuid-Duitsland is het een populaire gast op tafel. Geen wonder ook, want deze combinatie van boterzacht gestoofd varkensvlees en zuurkool in een romige paprikasaus is hartverwarmend en eenvoudigweg onweerstaanbaar.

Maak er gerust een veel te grote pan vol van, want van deze goulash wordt beweerd dat hoe vaker je hem opwarmt, hoe lekkerder hij wordt. En wij kunnen dat, als enthousiaste ervaringsdeskundigen, zeker beamen.

Szeged goulash

Voor deze Szeged goulash gaan we in ons boodschappenmandje doen:
1 pond varkensvlees, en dat mag beslist een beetje vet zijn
2 uien, gesnipperd
olie
zout en peper
1 tl. karwijzaad
1 el. zoet paprikapoeder
1 pond zuurkool
2 dl. crème fraîche

Szeged goulash
Verhit de olie in een pan. Doe daar de karwijzaadjes in en bak ze tot ze beginnen te geuren. Dan gaat de gesnipperde ui erbij. Rustig glazig laten worden.


Doe er dan de blokjes varkensvlees doorheen. Laat ze snel even mooi kleuren. Dan strooi je er het paprikapoeder over, peper en zout en zoveel water dat het allemaal net onder staat. Breng de goulash aan de kook en laat hem een uurtje heel zachtjes stoven.

Szeged goulash
Dan kan de (uitgelekte) zuurkool erbij. Nog eens een half uurtje laten pruttelen tot de zuurkool en het vlees zacht zijn.


Ten slotte roer je de room door de goulash. Nog even goed doorwarmen en dan gaan we deze Szeged goulash opdienen met lekkere zelfgemaakte knedlíky!

 

goulash Onbehoorlijk veel recepten voor GOULASH

 

Szeged goulash
download dit recept

Slowaakse recepten      Gerechten uit de keuken van Slowakije

 

Zemiakové gule s údeným mäsom
Aardappelknoedels met gerookt vlees

Knoedels (knedlíky) of ballen (gule) van een deeg van aardappelen en/of bloem zijn niet weg te denken uit het Slowaakse diëet. Lekker bij een stoofpot of een stuk vlees, om er de plas saus ermee op te soppen. Vaak ook zijn ze gevuld en kunnen ze het uitstekend stellen zonder die saus. Dat vullen gebeurt meestal met fruit, met als resultaat een zoet lunch- of nagerecht, maar soms, zoals in dit geval, worden ze gevuld met gerookt vlees. Niet goed voor de lijn misschien, maar ze zijn a-ke-lig lekker, deze met spek gevulde aardappelknoedels. En dan doen we er ook nog lekker veel jus met uien en spekjes eroverheen, want het is toch al stuk. Om het feest compleet te maken lepelen we er nog een flinke mop gestoofde zuurkool naast. lekker in de winter, maar zeker ook hartje zomer beslist niet te versmaden!

Gevulde aardappelknoedels

Voor deze met gerookt vlees gevulde aardappelknoedels hebben we nodig:
500 gr. aardappelen
200 gr. bloem
1 ei
gerookt spek, fijngehakt
nog eens 50 gr. gerookt spek, in dobbelsteentjes
1 ui
olie of reuzel

Gevulde aardappelknoedels
Kook de aardappelen gaar in de schil. Pel ze en rasp ze. Meng ze met het ei, het zout en de bloem en kneed er een deeg van.

Gevulde aardappelknoedels
Rol het deeg uit tot een dikte van ongeveer 5 mm. en snij het in vierkantjes. Leg op ieder vierkantje wat fijngehakt spek en rol er ballen van. Laat ze in kokend gezouten water glijden. Als ze boven komen drijven zijn ze gaar.

Gevulde aardappelknoedels
Verhit olie of reuzel in de koekenpan. Fruit er de gesnipperde ui in en het in dobbelsteentjes gesneden spek. Roer de aanbaksels van de bodem los met een beetjes water. Giet deze uien-spek-jus over de ballen en serveer ze met zuurkool die je hebt gestoofd met ui, spekjes en karwijzaad. Het recept daarvoor vind je hier.

 


download dit recept