Gerechten uit de keuken van Kroatië
Istarska maneštra
Minestrone uit Istrië
De banden tussen het schiereiland Istrië en buurland Italië zijn eeuwenoud. Het begon allemaal niet erg vreedzaam, toen de Romeinen er na twee oorlogen eindelijk in slaagden om het Illyrische volk der Histri -volgens de Griekse historicus en geograaf Strabo een woeste stam van zeerovers- onder hun gezag te brengen. Na de ondergang van het Romeinse rijk en de volksverhuizingen lijfden de Frankische koningen het schiereiland in bij het markgraafschap Verona, en nadat ook zij het onderspit moesten delven werden de honneurs vele eeuwen lang waargenomen door de machtige stadstaat Venetië. Dat duurde tot Napoleon er een einde aan kwam maken en de hele streek, inclusief Istrië, cadeau werd gedaan aan de Oostenrijkers als doekje voor het bloeden omdat ze de Zuidelijke Nederlanden aan de Fransen moesten afstaan.
Nadat Oostenrijk als een van de verliezers uit de Grote Oorlog van 1914-1918 was gekomen werd het schiereiland ingelijfd bij Italië, als beloning omdat het land netjes op tijd het roer had omgegooid en zich onder de rangen van de overwinnaars had geschaard. Toen een paar jaar later Mussolini en zijn fascisten de macht grepen ging het flink bergafwaarts met de goede verstandhoudingen. Istrië werd gedwongen “veritaliaanst”, waarbij alles wat niet Italiaans was uit het openbare leven werd uitgebannen, de Sloveense en Kroatische taal voorop. Protest werd met harde hand de kop ingedrukt, en wie zich openlijk bleef verzetten kon rekenen op een plaatsje in een concentratiekamp. Veel Slovenen en Kroaten hielden het voor gezien en vertrokken naar buurland Joegoslavië. Daarvoor kwamen een slordige 70.000 Italianen in de plaats, een kolonisatie die door de fascisten werd omschreven als een “etnische verbetering”.
Na de tweede wereldoorlog kwam Istrië in handen van het Joegoslavië van Tito en werden de rollen omgedraaid. Dat bracht een heleboel nieuwe ellende en weer een volksverhuizing op gang, dit keer in tegenovergestelde richting. In totaal verruilden een kleine 300.000 Italiaans sprekenden Istrië voor Italië. Tegenwoordig zijn de plooien weer gladgestreken en is de provincie Istrië officieel tweetalig, wat overigens niet méér betekent dan dat er hier en daar een Italiaans schooltje is, een Italiaans krantje en een vaste voor-spek-en-bonen-plek in het openbaar bestuur.
Spek en bonen, die gaan ook in deze minestrone uit Istrië; een stevige, voedzame maaltijdsoep die zonder enige twijfel van de allerzuiverste Italiaanse oorsprong is. Alles bij elkaar is het een klein wonder te noemen dat deze soep ondanks al die ellende deel is blijven uitmaken van de Istrische traditionele keuken.
Voor deze minestrone uit Istrië gaan we in huis halen:
1 gerookte varkensknie, of gerookte varkensribben
2 laurierbladeren
10 peperkorrels
5 korrels piment
peterselie
200 gr. witte bonen
1 ui
2 – 3 tenen knoflook
2 el. bloem
1 maïskolf (een blikje maïs mag ook)
2 wortelen
3 zachtkokende aardappelen
200 gr. erwten (diepvries)
1 el. vegeta
1 el. gehakte peterselie
1 el. gehakt selderijblad
zout en peper
De bonen week je een nacht in water.
In een pan doe je de knie (of de ribben). Doe er zoveel water bij dat het vlees ruim onder staat, doe er laurier, peperkorrels, pimentkorrels en peterselie bij en breng het aan de kook. Zet het op een heel zacht vuurtje en laat het heel rustigjes pruttelen tot het vlees zo zacht is dat het gemakkelijk van het bot loslaat. Dat zal in totaal ongeveer twee uur gaan duren.
Ververs het water van de geweekte bonen, breng het aan de kook, doe er een snuf zout bij en kook de bonen tot ze gaar maar nog wel een beetje stevig zijn.
Ondertussen maak je de groenten schoon. De ui en de knoflook snij je fijn; de wortelen snij je in schijfjes en de aardappelen schil je en snij je in blokjes. De maïskolf leg je vijf minuutjes in het kookwater van het vlees en de bonen, dan kun je de korrels er gemakkelijk afhalen. gebruik je maïs uit een blikje, dan hoef je ze alleen maar even af te spoelen in een vergiet.
Als de varkensknie gaar is haal je hem uit het kookvocht en laat je hem op een bord wat afkoelen. Laat de bouillon op het vuur staan.
Doe een paar el. olie in je soeppan. daarin bak je de uien op een zacht vuurtje glazig. De gehakte knoflook mag de laatste twee minuutjes meedoen. Roer er 2 el. bloem door. Laat het even gaan tot de bloem al het vet heeft opgenomen en giet er dan beetje bij beetje het kookvocht van de varkensknie bij. Is het niet voldoende, ga dan verder met het kookvocht van de bonen. Doe er de wortelen en de aardappelen bij, kruid het met de vegeta, peper en evt. nog wat zout en laat het nog eens een half uurtje heel rustig koken.
Ondertussen haal je het vlees van de inmiddels afgekoelde varkensknie. Snij het in stukjes en doe het bij de minestrone. Als je ribbetjes hebt gebruikt kun je zo ook simpelweg van elkaar los snijden en terug in de soep doen.
Als de aardappelen na een half uurtje zacht zijn doe je de bonen erbij. Breng het opnieuw aan de kook, doe de maïs, de erwten, de peterselie en de selderij erbij en laat het nog eens een kwartiertje heel zachtjes gaan.
Zet het vuur uit, leg het deksel op de pan en laat de minestrone uit Istrië zo zeker een uur staan voor je ze op tafel zet.
download dit recept