Gerechten uit de keuken van Oostenrijk
Pinzgauer Kaspressknödel
Kaasknoedels uit Pinzgau
Velen kennen het van de wintersportvakantie: de Pinzgauer Kaspressknödel, een specialiteit uit het Oostenrijkse alpengebied. Deze knödel van kaas, brood en eieren zijn niet, zoals alle andere knödel, rond als een tennisballetje, maar worden enigszins plat gedrukt: “gepresst”. Vandaar dus de naam. Kaspressknödel worden namelijk niet, zoals de meeste knödel, gekookt in water, maar gebakken in boter, en dat gaat nu eenmaal een stuk makkelijker als ze plat zijn.
In de regio Pinzgau, het westelijke deel van de deelstaat Salzburg, gelden dinsdag, donderdag en zondag traditiegetrouw als de uitgelezen dagen voor het eten van Kaspressknödel, maar op b.v. maandag smaken ze beslist niet minder goed. Een Kaspressknödel-maaltijd gaat gewoonlijk in twee etappes: eerst komen de knödel “zu Wasser”, dat betekent dat ze in een bouillon worden opgediend, daarna volgen de knödel -u raadt het al- “zu Lande”: opgediend met een groene salade of een portie zuurkool.
Is het grondrecept in alle streken hetzelfde, voor de kaas worden meestal de regionale specialiteiten gebruikt: in Tirol worden de Kaspressknödel met Bergkäse en/of Graukäse (een penetrant geurende kaas met een grijze schimmel op de schil) gemaakt, in Vorarlberg met Sura Kees, die wel wat lijkt op de Tiroolse Graukäse, en in het Salzburgse wordt -uiteraard- de fameuze Pinzgauer Bierkäse gebruikt. Niets van dat alles te krijgen bij de kaasboer? Neem dan een andere pittige Oostenrijkse bergkaas, die is altijd wel te krijgen.
Voor het brood gebruik je in Oostenrijk “Knödelbrot”, a.k.a. “Semmelwürfel”. Dat zijn gedroogde brokjes witbrood, kant en klaar in een zak, te koop in iedere super. Hier hebben we die luxe niet, dus nemen we oud witbrood, snijden het in blokjes en laten het kurkdroog worden in een matig warme oven.
voor 8 Kaspressknödel hebben we nodig:
200 gr. oud droog witbrood (zie hierboven)
1 kleine ui
zout en peper
bladpeterselie
200 gr. pittige bergkaas (zie hierboven)
1 dl. water
2 eieren
en verder:
roomboter voor het bakken
runderbouillon of een groene salade voor het opdienen
Snij de ui zeer fijn. Fruit ze in wat boter goudgeel. Laat het wat afkoelen en meng het dan door het brood.
Meng de (geraspte) kaas samen met wat zout, royaal peper en de gehakte peterselie onder het brood. Klop de eieren los met het water. Giet het over het brood-kaasmengsel, schep het even om en laat het dan een kwartiertje zo staan.
Druk het brood-kaasmengsel samen tot een deegbal. Verdeel het in acht stukken, vorm daar balletjes van, druk ze (een beetje) plat en bak ze in schuimende boter goudgeel aan beide kanten.
Dien de warme Kaspressknödel op in een hete runder- of groentebouillon, of met een frisse groene salade, of in de wintermaanden met zuurkool.
download dit recept