Tag archieven: worst

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Zelné karbanátky
Bouletten van zuurkool

Tsjechen, spek en zuurkool. Het is een combinatie die is gebeiteld in steen. Als we van dat spek en die zuurkool dan ook nog eens frikadellen maken, dan is het feest helemaal compleet. Karbanátky, dat betekent namelijk letterlijk frikadellen. Niet onze, Hollandse frikandellen (die lange stengels van vlees van onbestemde herkomst en samenstelling) maar ronde, compacte ballen van gekruid gehakt, zoals ze dat in Duitsland kennen. Ook in België, maar daar noemen we ze meestal bouletten. Frikadellen/bouletten -of, zo u wilt- gehaktballen van spek en zuurkool dus, met nog wat fijngehakte salami, bij elkaar gehouden met eieren en paneermeel. Zelné karbanátky. Zo simpel als de naam zelf. Maar lekker. Lekker. Lekker.

Zelné karbanátky

Voor genoeg zelné karbanátky voor 4 hebben we nodig:
3 plakjes ontbijtspek, in kleine stukjes gehakt
2 koppen gekookte zuurkool, uitgeknepen
2 kleine salamiworstjes, in kleine stukjes gesneden
zout en peper
paneermeel
2 eieren
1/4 kop bloem
olie

Zelné karbanátky
Bak het spek gaar en doe het bij de goed uitgeknepen zuurkool. Kruid het met peper en zout, doe er de stukjes worst bij, de eieren, en zoveel paneermeel als nodig is om er een soepel deeg van te vormen.

Zelné karbanátky
Vorm het mengsel tot afgeplatte ballen, rol ze door de bloem en bak ze in de olie op matige hitte. Duurt ongeveer 5 -7 minuten, afhankelijk van de grootte.

 


download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Ostravský bigos
Bigos uit Ostrava

Bigos, dat is natuurlijk een Pools gerecht: de beroemde stoofpot van zuurkool en rund- varkens- en hertenvlees. Dit is een Tsjechische variant op dat recept, uit de aan Polen grenzende industriestad Ostrava. Hierin gebruiken we geen drie soorten vlees, maar doen we het een stukje nederiger met Ostravská klobása, worst uit Ostrava. Dat is een gerookte varkensworst van fijngemalen vlees met daartussen mooie stukjes mager varkensvlees. De worst is begin jaren ’60 bedacht door de slager František Pekárek, werd door de autoriteiten hoog onderscheiden en in heel toenmalig Tsjecho-Slowakije wereldberoemd. Als je het echte spul niet kunt krijgen, en dat zit er dik in, neem dan een gerookte varkensworst, b.v. een Gelderse rookworst. Maar pas op: wel eentje van een echte slager, hè?! Niet zo’n onzalig ding in een plastic zakje dat de supermarkten als rookworst verkopen. Bah!

Het recept vraagt verder om “křížaly”. Dat zijn gedroogde peren, in Duitsland bekend als “Kletzen” of “Dörrbirnen”. Als je geen gedroogde peren kunt krijgen, dan neem je gedroogde pruimen. Die gebruiken de Polen ook in hùn bigos.

Bigos uit Ostrava

Voor deze Tsjechische bigos uit Ostrava hebben we nodig:
1 grote ui
1 stukje buikspek (50 gr.)
1 pond varkensvlees
3 el. reuzel of boter
2 tl. paprikapoeder
1 dl. droge rode wijn
2 laurierbladeren
1 tl. majoraan
1 pond zuurkool
1 worst uit Ostrava (zie hierboven)
100 gr. gedroogde peren (of pruimen)
2 – 3 Spaanse pepertjes
evt.: zout en peper

Bigos uit Ostrava
Hak de ui in ringen en snij het buikspek in stukjes. Bak het in de reuzel (of boter) tot de ui glazig is.


Nu gaat het varkensvlees erbij, in blokjes gesneden. Eventjes snel rondom bruin bakken, dan van het vuur af bestrooien met paprikapoeder. Zet de pan terug op het vuur, giet meteen de wijn erbij en roer daarmee de aanbaksels los. Dan kunnen de laurier en de majoraan erbij, de gedroogde peren, de in schijfjes gesneden worst en de zuurkool. Breng het aan de kook, zet het vuur dan laag en laat het heel rustig sudderen tot het allemaal gaar en zacht is.

Bigos uit Ostrava
Snij de pepertjes in de lengte doormidden en verwijder de zaadlijsten. Snij ze in dunne reepjes en doe ze bij de bigos. Laat het nog vijf minuutjes doorsudderen en proef het af op zout en peper.


Serveer de Ostravský bigos met gekookte aardappelen of een paar dikke sneden stevig brood.

 

Bigos uit Ostrava
download dit recept

Tsjechische recepten      Gerechten uit de keuken van Tsjechië

 

Zelňačka s klobásou
Zuurkoolsoep met worst

Aardappelen, zuurkool en worst, dat is zo ongeveer het basisvoedsel van de Tsjechische keuken. Daar gaan we soep mee maken. Een eenvoudig maar erg lekker en vooral voedzaam soepje is het, deze zuurkoolsoep. Eet er een stevig stuk brood bij, dan heb je verder niets meer nodig.

Zuurkoolsoep met worst

Voor onze zuurkoolsoep met worst gaan we in huis halen:

1 grote pan met water
500 gr. zuurkool
8 peperkorrels
karwijzaad, een theelepel, of meer als je dat lekker vindt
1 grote ui
2 klobasa worsten

“Klobasa” betekent feitelijk gewoon worst, zonder een bepaald soort aan te duiden. Wat er in de omgang doorgaans mee bedoeld wordt is een 15 cm. lang worstje van varkensvlees en spek, met soms wat rundvlees, gekruid met knoflook en peper.

zoet paprikapoeder
2 grote aardappelen
2 eetlepels bloem

Zuurkoolsoep met worst
Breng de pan met water aan de kook. Schil de aardappelen en snij ze in blokjes. Laat de zuurkool uitlekken en hak het fijn. Als het water kookt gaan er de aardappelen in, de uitgelekte kool, het karwijzaad, de peperkorrels en het laurierblad. Nog wat zout erbij en dan zo’n 30 minuten rustig laten koken.

Zuurkoolsoep met worst
Snipper ondertussen de ui, snij de worsten in schijfjes en bak ze samen in wat boter in een pannetje. Als de ui mooi gaat kleuren maak je er met de bloem een roux van. Gewoon de bloem erover strooien en roeren tot het vet de bloem heeft opgenomen. Doe nu steeds een lepel van de kokende soep in het pannetje en roer tot de roux het vocht heeft opgenomen. Uiteindelijk krijg je een dikke, borrelende saus: giet die bij de aardappelen en de zuurkool in de soeppan. Nog eens goed doorroeren, afproeven op zout en peper en dan nog eens 10 minuutjes laten pruttelen.

Zuurkoolsoep met worst
Je kunt deze zuurkoolsoep nog wat verfijnen met een lepel zure room.

 


download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Pásztortarhonya
Herderstarhonya

Tarhonya is een Hongaarse pastasoort. Het is gemaakt van een stevig deeg van bloem en eieren en wordt met een grove rasp tot kleine stukjes gemaakt. Fabrieksmatige tarhonya ligt in Hongarije -en overigens ook in Oostenrijk, als Eiergraupen– in ieder kruidenierswinkel in het schap. Als je het zelf wil maken dan vind je HIER het recept.

Deze tarhonya, Pásztortarhonya of herders-tarhonya, wordt gemaakt met aardappelen, “gewone” pasta en tarhonya. Verder zit er worst in, plus wat groenten en kruiden. Pásztortarhonya is een voedzame eenpansmaaltijd die heel eenvoudig en met weinig middelen te maken is, want die herders kunnen natuurlijk geen half keukenblok in hun rugzak meesjouwen.

Pásztortarhonya

Voor deze Hongaarse Pásztor- of herders-tarhonya heb je nodig:
100 gr. gerookt spek
4 aardappelen
200 gr. (gedroogde) tarhonya
150 gr. fabriekspasta (b.v. macaroni, penne, farfalle, etc.)
200 gr. droge, pittige worst
1 tl. heet paprikapoeder
1 kleine groene (punt)paprika
1 tomaat
1 ui
zout

Snipper de ui, snij het spek in blokjes en bak ze samen in een paar el. olie heel rustig tot de ui glazig wordt.
De pasta en de tarhonya mogen er bij als de ui gaat kleuren. Laat het al omscheppend nog eens vijf minuten gaan.

Snij de tomaat en de paprika in stukjes en de worst in schijfjes. Doe ze in de pan en laat het nog eens 2 minuten bakken. Haal de pan nu van het vuur en strooi er het paprikapoeder over. Even goed doorroeren en dan meteen heet water (uit je waterkoker) erbij, genoeg om alles te bedekken.

Snij de aardappelen in kleine blokjes (niet te groot, anders wordt de kooktijd te lang voor de pasta) en doe ze bij de tarhonya. Breng het aan de kook en laat het rustig koken tot het allemaal zacht en gaar is. Dat zal goed 20 minuten duren. Hou je waterkoker ondertussen aan de gang, want zodra het te droog dreigt te worden moet er heet water bij. De pasta en de tarhonya blijven namelijk vocht opnemen, en de bedoeling is dat we straks een smeuïge, beslist niet te droge pot met flink wat saus hebben.

 


download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Rakott krumpli
Aardappelschotel

Een van de bekendste Hongaarse gerechten is rakott krumpli. Het is een ovenschotel van aardappelen, eieren, worst en room. Uiterst goedkoop, uiterst simpel om te maken, uiterst smakelijk om te eten.

We doen twee recepten voor rakott krumpli. Het eerste is de traditionele manier om deze aardappelschotel te maken. Gewoon, een lekker bord eten voor een doordeweekse dag. In het tweede recept wordt de rakott krumpli gebonden met een mengsel van room en eieren, zodat het als een mooie, stevige aardappeltaart uit de oven komt die je in fraaie punten of stukken kunt snijden. Dat is voor op zondag, als je schoonmoeder op bezoek komt.

Rakott krumpli

Voor het traditionele recept voor rakott krumpli heb je nodig:
1½ kg. vastkokende aardappelen
6 eieren
1 Hongaarse worst (als alternatief neem je een pittige salami met veel knoflook en paprika)
5 dl. zure room
100 gr. gerookt spek
(Voor een wat minder machtige rakott krumpli kun je het spek evt. achterwege laten)

Rakott krumpli maak je zo:

Rakott krumpli
Schil de aardappelen en kook ze gaar in gezouten water. Giet ze af en laat ze even afkoelen. De eieren kook je hard, minstens tien minuten. Laat ze schrikken onder koud water en pel ze.


Verwarm de oven voor op 200ºC.

Rakott krumpli
Haal het velletje van de worst. Dat doe je het beste zo: maak met een scherp mesje een oppervlakkig sneetje in het vel en hou de worst even onder de koude kraan. Nu kun je het vel via het kerfje makkelijk van de worst halen. Snij de ontvelde worst in schijfjes.


Vet een niet te grote maar wel diepe ovenschaal in met boter. Snij de aardappelen in niet te dunne plakken. Een kwart daarvan bedek je de bodem van de ovenschaal. Snij de eieren in plakken en leg een derde van de eieren er op. Daarop komt ⅓ van de schijfjes worst, en daarop een kwart van de zure room. Dan nog eens twee keer aardappelen, eieren, worst en room, en ten slotte het laatste deel van de aardappelen. Daar giet je de rest van de zure room overheen. Het gerookte spek* snij je in dobbelsteentjes. Die strooi je over je rakott krumpli.

Rakott krumpli
Zet de schaal in de hete oven en laat het daar staan tot het spek en de zure room mooi gaan kleuren. Dat gaat zeker twintig minuten duren.


Schep de gloeiend hete rakott krumpli op borden en dien het op met augurken en/of ander tafelzuur.

 


download dit recept

Dat was de traditionele manier om rakott krumpli te maken. In dit tweede recept wordt de zure room gemengd met rauwe eieren, die ervoor gaan zorgen dat de rakott krumpli als een stevige, fraaie aardappeltaart uit de oven komt. Daarvoor neem je van alles hetzelfde als in het voorgaande recept, dus:

1½ kg. vastkokende aardappelen
6 eieren
1 Hongaarse worst
100 gr. gerookt spek

Maar i.p.v. 5 dl. room neem je:
2 dl. zure room
5 eieren

Voor deze rakott krumpli kook je de aardappelen en de eieren en snij je ze in plakken, net als in het vorige recept. Ook de worst snij je in schijfjes.
Het spek snij je in blokjes en bak je uit in een koekenpan, tot ze mooi goudbruin zijn. Doe ze in een schaal, laat ze afkoelen en meng ze dan met de room en de rauwe eieren. Kruid het met wat peper. Als je het spek weg wil laten, doe er dan ook een snuf zout door.

In dit recept kun je de uitgebakken spekjes evt. ook vervangen door reepjes ham.

Verwarm de oven voor op 200ºC.

Vet je ovenschaal in met boter. Leg op de bodem een laagje aardappelen. Dan een laagje hardgekookte eieren en een laagje worst. Daarover giet je een paar lepels van het room-spek-en-eierenmengsel. Zo ga je verder tot alles op is. Eindig met een laagje aardappelen en zorg dat je nog wat van het room-eiermengsel over hebt om eroverheen te gieten. Je kunt deze rakott krumpli evt. nog bestrooien met geraspte kaas. Zet de rakott krumpli een klein half uur in de hete oven.

Ook deze rakott krumpli dien je op met wat tafelzuur.

Rakott krumpli

Jó étvágyat, oftewel eet u smakelijk!

 

rakott krumpli
download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Lecsós tarhonya

Tarhonya is een Hongaarse pasta van bloem en eieren in de vorm van kleine, rommelige bolletjes, ongeveer de grootte van gerstekorrels. In Hongarije kun je ze kant-en-klaar in de winkel kopen, maar zelf maken kan natuurlijk ook. Een snel en gemakkelijk recept daarvoor vind je hier.

In dit gerecht wordt de tarhonya gekookt met spek, Debrecziner worst (dat is een pittige droge worst met veel paprika en knoflook) en lecsó. Lecsó een soort ratatouille van paprika, tomaat en ui. Ook dat kun je kant-en-klaar kopen, hier en daar ook bij ons, maar zelfgemaakte lecsó is eigenlijk veel lekkerder, en bovendien weet je dan zeker dat er geen rare dingen in zitten. Een recept voor lecsó vind je hier.

De worst die gewoonlijk voor dit gerecht wordt gebruikt is kolbász, dat is een gedroogde pittige varkensworst gekruid met paprika, knoflook en karwij. Als je die niet kunt krijgen neem je als alternatief bijvoorbeeld een pittige salami of een chorizo. In Hongarije worden voor lecsós tarhonya ook vaak Weense of Debrecziner worstjes gebruikt. Aan u de keus.

Lecsós tarhonya is een complete, voedzame en vooral smakelijke maaltijd, allemaal in één pannetje en zonder al te veel kosten te maken. Zo zien we het graag.

Lecsós tarhonya

Voor deze Hongaarse lecsós tarhonya heb je nodig:
100 gr. gerookt spek
200 gr. worst (zie hierboven)
2 uien
400 gr. tarhonya
1 tl. scherp paprikapoeder
2 dl. gezeefde tomaten
400 gr. lecsó
4 – 5 tenen knoflook
zout en peper

Lecsós tarhonya
Het spek en de worst snij je in stukjes. Bak ze op een zacht vuurtje wat uit, haal ze uit de pan en zet ze apart.

Lecsós tarhonya
Snipper de ui. Die bak je in het achtergebleven vet samen met de tarhonya tot de uien glazig worden. Schep het regelmatig om.

Lecsós tarhonya
Ondertussen breng je het water aan de kook in je waterkoker of je fluitketel. Haal de pan even van het vuur en strooi een zuinige tl. paprikapoeder over de tarhonya. Giet er meteen het hete water bij, genoeg om alles te bedekken. Meng er de gezeefde tomaten door, breng het aan de kook en laat het dan op een laag vuurtje met gesloten pan koken.

Lecsós tarhonya
Na tien minuten doe je de lecsó, het spek en de worst erbij. Rasp of pers er de tenen knoflook boven en laat het verder koken tot de tarhonya gaar is, nog zo’n tien minuten. Roer het regelmatig om. Wordt het te droog, dan mag er nog wat water bij. Proef je lecsós tarhonya nog even af op zout en peper en zet het op tafel.

 


download dit recept

Hongaarse recepten      Gerechten uit de keuken van Hongarije

 

Hajdúsági tokány
Stoofschotel uit Hajdúság

In de jaren 1604 – 1606 leidde István Bocksay, Heer van Bihar en (later) Vorst van Transsylvanië, een opstand tegen het tyrannieke bewind van stadhouder Matthias van Habsburg, de jongere broer en opvolger van keizer Rudolf II. De hoofdmoot van Bocksay’s troepen bestond uit lijfeigenen die waren gevlucht voor de Habsburger of waren ontslagen uit diens leger, al dan niet op eigen initiatief. Deze boeren stonden bekend als de Hajdúk, een woord dat zowel afgeleid zou kunnen zijn van het Hongaarse “hajtó” (veedrijver) of van het Turkse “hayduk” (bandiet). Waarschijnlijk een beetje van beiden, want het waren struise lieden die je liever niet in het donker zou tegenkomen. De opstand bleek dan ook een succes.

Als beloning voor hun diensten maakte Bocskay ze vrij van horigheid aan hun heer, gaf ze land in de streek rond de stad Debrecen en verhief ze collectief in de adelstand. Hajdúság, het gebied waar de Hajdúk nu heer en meester waren, genoot vanaf dat moment een aparte status binnen het Hongaarse koninkrijk. Veel van de nederzettingen uit die tijd hebben tot op de dag van vandaag het voorvoegsel Hajdú, zoals Hajdúböszörmény, Hajdúhadház, Hajdúszoboszló en andere onuitspreekbare namen.

Het voornaamste doel van Bocksay’s opstand was om godsdienstvrijheid te eisen van Matthias, die als rechtgeaard Katholiek zijn geloof aan de Hongaarse protestanten wilde opdringen, als het moest met de knoet. Dat feest ging niet door, en e.e.a. werd in het verdrag van Wenen in 1606 voor eens en voor altijd vastgelegd. Bocksay zelf heeft niet lang van zijn overwinning kunnen genieten, want nog datzelfde jaar stierf hij. Vergiftigd, zoals boze tongen beweerden…

Stoofschotel uit Hajdúság

De prachtige kroon van István Bocksay, hem toegestuurd door de Ottomaanse sultan voor zijn kroning tot vorst van Transylvanië, kwam terecht in Wenen, waar hij tot op de dag van vandaag staat te fonkelen in de schatkamer van de Hofburg.

Dat is allemaal goed en wel, maar we kwamen eigenlijk voor de Hajdúsági tokány, de stoofschotel uit Hajdúság. Welnu: een tokány, dat is een soort “droge” goulash, net als de pörkölt, maar dan niet gekruid met paprikapoeder, maar met zwarte peper. In het Roemeense Transsylvanië (tot 1919 Hongaars, sindsdien deel van Roemenië), heet deze stoofschotel “tocană haiducească”. Het woord tokany/tocană, voor een stoofpot van vlees, zou zomaar eens te maken kunnen hebben met het werkwoord “toca”, wat “hakken” betekent. In de pan gehakt, zeg dus maar. Een toepasselijke naam voor een gerecht van de Hajdúk, de onverschrokken huurlingen van de poesta.

Voor deze stoofschotel uit Hajdúság hebben we nodig:
600 gr. rundvlees, in blokjes
50 gr. gerookt spek
200 gr. Debrecener worst

(Een Debrecener (debreceni kolbász) is een licht gerookte worst van rund- en varkensvlees met een fijne textuur en een roodachtig-oranje kleur, gekruid met scherpe paprika, knoflook, peper en majoraan. Omdat de worst kort is gerookt wordt hij ook bij een lange bereidingstijd niet hard, maar blijft zacht en sappig. De worst is genoemd naar de stad Debrecen.)

2 uien
2 tenen knoflook
150 gr. lecsó
zout en peper
1 el. paprikapoeder
zure room
1 mespunt tijm
1 dl. olie
1 dl . rode wijn

Stoofschotel uit Hajdúság
Snij het spek in kleine blokjes en snipper de uien. Verhit wat olie in een pan en bak daarin het spek met de uien op een zacht vuurtje, zodat het spek langzaam bruin wordt, het spek smelt en de uien glazig worden.


Zet nu het vuur hoog, doe het rundvlees in de pan en schroei het rondom snel dicht. Haal de pan van het vuur. Roer er het paprikapoeder door, giet er de wijn bij en zet de pan weer op het vuur. Rasp de knoflook en doe hem bij de stoofpot, samen met de tijm, zout en peper en 1 eetlepel zure room. Leg het deksel schuin op de pan en laat het vlees zachtjes gaar sudderen. Als het te droog dreigt te worden mag er een klein scheutje water bij, maar niet te veel. Een tokany is een droge stoofpot.


Snij de Debreciner worst in schijfjes. Als het vlees zacht is gaan die erbij, samen met de lecsó. Als je vind dat het er allemaal niet smeuïg genoeg uitziet mag er nog een scheut zure room bij. Breng het aan de kook en laat het nog heel eventjes zachtjes doorpruttelen.

In Roemenië gaan onder de naam “tocană haiducească” alle mogelijke stoofpotjes door het leven: met rund-, kalfs-, kippe-, lams- of varkensvlees of een combinatie daarvan; met worst en zonder worst; met spek en zonder spek, en met of zonder wijn, uien, paprika’s, aardappelen, knoflook en tomaten. Het enige dat al deze stoofschotels gemeen hebben is dat ze steevast gegeten worden met mămăligă, en ook bij deze stoofschotel uit Hajdúság zou dat prima smaken. Maar ook galuska of rijst gaan goed samen met deze stoofschotel.

 

Stoofschotel uit Hajdusag
download dit recept

Kranjska klobasa

algemeen AJVAR – algemene producten en bereidingswijzen

 

Kranjska klobasa

Kranjska klobasa is een worst die in Slovenië en in Oostenrijk (als Krainer Wurst) sinds de 19de eeuw geproduceerd wordt. De naam komt van de historische regio Krain, het oude hertogdom uit de dagen van de Habsburgers. Slovenië wilde graag dat de worst van de EU een beschermde herkomstbenaming kreeg. Dat zou slecht nieuws zijn geweest voor de Oostenrijkse worstfabrikanten, die hun Krainer worsten dan niet meer onder die naam zouden mogen verkopen. Na heftige protesten en discussies kwam het tot een vergelijk, zodat we ook in de toekomst zowel kranjska klobasa als Krainer Wurst kunnen blijven eten.

Hoera!

Kranjska klobasa

Kranjska klobasa moet bestaan uit minstens 12% rundvlees en 62% varkensvlees, en mag maximaal 20% spek bevatten. De enig toegestane andere ingrediënten zijn zout, knoflook, peper en maximaal 5% water. Het vlees moet in 10 tot 13 mm. grote stukjes zijn gesneden, het spek in stukjes van 8 tot 10 mm. De vleesmassa wordt in varkensdarmen met een doorsnede van 36 tot 38 mm. gestopt. De worsten worden paarsgewijs gedraaid en zijn 12 tot 16 cm. lang met een gewicht van 180 tot 220 gram elk. De paren worst worden aan houten staken gehangen, gedroogd en warm gerookt. Dat “warm” roken gebeurt op een temperatuur van 75ºC. (Voor de volledigheid: “koud” roken gaat op een temperatuur van 30ºC.)

Voordat de kranjska klobasa gegeten of in een gerecht verwerkt kan worden moet hij eerst worden geweekt. Dat gaat zo: leg de worst in een pan met koud water. Breng het aan de kook, zet het vuur dan uit en laat de worst 10 minuten weken.

In Oostenrijk kennen ze, behalve de “normale” Krainer Wurst, ook nog een Käsekrainer, een Bauernkrainer, een Schweinskrainer en een Osterkrainer.

De Käsekrainer, op de markt sinds 1971, bevat 20% kaas in kleine blokjes, meestal Emmenthaler. In het Weense dialect heet de worst een “Eitrige”, vanwege de smeltende kaas die uit de hete worst komt gedropen.
De Bauernkrainer wordt wat krachtiger gekruid met zaken als peper, paprika, koriander, karwij, majoraan, jeneverbes en knoflook.
De Schweinskrainer bevat -uiteraard- alleen varkensvlees.
De Osterkrainer is een specialiteit uit Karinthië. De worst wordt speciaal voor Pasen (Ostern) gemaakt en is langer en zachter als een normale Krainer. De worst wordt langer dan gebruikelijk gerookt boven beukenhout en gekruid met een kruidenmengsel waarvoor iedere worstendraaier zijn eigen recept heeft en waarover uiterst geheimzinnig wordt gedaan. De Osterkrainer hoeft, in tegenstelling tot de andere Krainer worsten, niet eerst geweekt of gekookt te worden, maar kan zo op tafel.

Ook in Kroatië, waarvan vroeger ook een klein stukje tot het voormalige hertogdom Krain behoorde, kennen ze deze worst. Daar heet ze kranjska kobasica. De strenge Sloveense en Oostenrijkse regels ontbreken hier kennelijk ten enen male, want in de Kroatische versie van het worstje treffen we zaken aan als suiker, soja, antioxidanten, zuurteregelaars, kleurstoffen en conserveringsmiddelen.
Daar beginnen we dus niet aan, wij danken u beleefd.

Slovenië   recepten uit Slovenië

 

Kranjska klobasa z zeljem
Krainer worst met zuurkool

In dit recept wordt deze Kranjska klobasa, of Krainer Wurst, zoals ze in buurland Oostenrijk heet, geserveerd met zuurkool en žganci. Dat is een soort polenta, maar dan niet van maïsmeel, maar van boekweitmeel. Een echt Sloveense specialiteit.

Krainer worst met zuurkool

Voor 4 van deze uitermate traditionele bordjes vol met Krainer worst met zuurkool en žganci hebben we nodig:
4 paren kranjska klobasa.
1 kg. zuurkool
2 eetlepels reuzel of olie
2 eetlepels kaantjes
1 ui
½ tl. tijm
1 laurierblad
zout en peper
žganci

Krainer worst met zuurkool
Verwarm de olie of reuzel in een pan. Snipper de ui en bak hem zachtjes glazig. Doe er de zuurkool bij, kruid het met tijm, laurier, peper en zout. Giet er een klein laagje water bij en laat het een half uurtje smoren met het deksel schuin op de pan zodat het vocht tegen het einde van de kooktijd grotendeels is verdampt. Schep het af en toe om. Als het te droog dreigt te worden mag er een heel klein scheutje water bij.


Ondertussen week je de kranjska klobasa.   Zet daarvoor de worstjes in een pan water op het vuur en breng het aan de kook. Zodra het water flink kookt zet je het vuur uit en leg je het deksel op de pan.  Laat de worstjes tien minuten zo staan.

Krainer worst met zuurkool
Ondertussen bak je de kaantjes in een pannetje met wat vet of reuzel en kook je de žganci.


Serveer de Krainer worst met zuurkool en de žganci, alles bestrooid met de kaantjes.

 

Krainer worst met zuurkool
download dit recept