Gerechten uit de keuken van Tsjechië
Šišky s mákem
Aardappelknoedels met maanzaad
Niet alleen als bijgerecht bij de goulash of het varkensvlees, maar ook als nagerecht zijn ze heerlijk. Šišky, of, zoals we ze in het Duits zouden noemen: Schupfnudeln. De naam, šišky, te vertalen als pijnbomen, kreeg dit deeggerechtje vanwege de typische conische vorm, die wel wat wegheeft van die van de boompjes. De vorm krijg je door een balletje deeg tussen je handpalmen uit te rollen. Bij gebrek aan een serieuze Nederlandse naam hebben we ze maar aardappelknoedels met maanzaad genoemd. In dit recept als lekker zoet nagerecht, met poedersuiker en een flinke klont roomboter.
Voor deze aardappelknoedels met maanzaad hebben we nodig:
750 gr. bloemige aardappelen
125 gr. bloem + wat extra voor het bestuiven
zout
2 eieren
gemalen maanzaad
suiker
boter
Kook de aardappelen gaar in de schil, laat ze afkoelen, pel ze en rasp ze of werk ze door een aardappelpers. Laat ze helemaal afkoelen.
Doe dan de bloem, een snuf zout en de twee eieren bij de aardappelen en kneed er een deeg van.
Bestuif een werkblad met wat bloem. Splits het deeg op in delen en vorm er lange rollen van, zo’n 4 cm. dik. Snij die in stukjes van één centimeter. Die stukjes rol je tussen je (met behulp van een klein beetje bloem) handpalmen uit tot langwerpige staafjes, ongeveer ter grootte van een pink.
Breng een pan met gezouten water lichtjes aan de kook. Laat de knoedeltjes erin glijden. Als ze boven komen drijven zijn ze goed. Dat zal zo’n twee minuutjes duren. Haal ze er uit, spoel ze af onder koud water en laat ze goed uitlekken.
Smelt een schandelijk royale klont boter in de pan. Daar gaan de knoedeltjes bij. Bak ze al omscheppend een paar minuutjes heel rustig door. Ze mogen heel, heel lichtjes goudbruin worden, maar beslist niet tè, want dan worden ze hard en dan lusten we ze niet meer als dessert. Schep ze op borden, strooi er royaal gemalen maanzaad overheen en net zoveel suiker als je lekker vind.