Gerechten uit de keuken van Tsjechië
Gulášová polévka
Goulashsoep
Goulashsoep. Er zullen net zoveel recepten voor zijn als er koks rondlopen, zeker in Centraal Europa. Deze komt uit Tsjechië. Een extra lekkere, want we maken ze met een flesje bier en een runderschenkel. Dat is een schijf van het bovenbeen van de koe en bestaat uit vlees, zenen, bot en merg. Samen met de uien, die na de lange stooftijd tot een moes uiteen vallen, zorgt het vele bindweefsel in de beenschijf voor een dikke, malse soep met een volle smaak. Je moet wel even geduld hebben: om het fraaie resultaat te bereiken hebben het vlees en de uien voor deze goulashsoep een stooftijd van zeker drie uur nodig, plus een nacht rust in de koelkast. Veel werk heb je er overigens niet aan, en het is zeker de moeite van het wachten waard. Extra leuk wordt het door de goulashsoep volgens de feestelijke traditie op te dienen niet met, maar in een (uitgehold) brood. In een kom of een bord met een robuust stuk brood ernaast smaakt ze er overigens beslist niet minder om.
Voor onze Tsjechische goulashsoep hebben we nodig:
1 grote runderschenkel
3 – 4 uien
2 – 3 tenen knoflook
1 tl. gemalen karwij
1 tl. scherp paprikapoeder
1 el. zoet paprikapoeder
majoraan
1 flesje pils
runderbouillon (mag best van een blokje)
Verhit wat reuzel of olie (geen boter, want die zal verbranden) in een pan met een dikke bodem. Spoel de schenkel onder koud water af, dep ze droog met keukenpapier en bak hem aan beide kanten kort en krachtig aan in het hete vet. Haal hem uit het vet en zet hem even apart.
Zet het vuur nu laag (haal de pan even van het vuur om wat af te laten koelen) en bak de gesnipperde uien in het achtergebleven vet heel rustig glazig. Neem er de tijd voor; het gaat al gauw een minuut of twintig nodig hebben. Als de uien zacht zijn doe je er de fijngehakte tenen knoflook en het gemalen karwijzaad bij en bak je het nog twee minuutjes verder. Haal de pan van het vuur, roer er het paprikapoeder door en blus het meteen af met het bier. Breng het aan de kook, leg het vlees terug in de pan en zet het vuur nu zo laag dat het net tegen de kook aan blijft. Af en toe een belletje is goed, meer niet. Laat het zo een uurtje of drie zijn gangetje gaan. Zet het vuur dan uit, laat de soep afkoelen en zet ze een nacht in de koelkast.
De volgende dag haal je het vlees uit het vocht. Snij het in kleine blokjes. Het bot mag weg. Leg het vlees terug in de pan, giet er een royaal litertje bouillon (of water met een blokje) bij, kruid het met een snuf majoraan en breng de goulashsoep heel langzaam weer opnieuw aan de kook. Wil je extra dikke goulashsoep, doe er dan nu een in stukken gescheurde bruine boterham bij. Laat het heel rustigjes nog een uurtje pruttelen tot de soep dik en diep rood is, met van de smakelijke glanzende vetoogjes op het oppervlak.
Schep de goulashsoep in uitgeholde broden of in kommen en garneer met wat in fijne ringen gesneden ui.
Zeer lekker.