Gerechten uit de keuken van Tsjechië
Vepřové, knedlík a zelí
Varkensvlees, knoedels en zuurkool
Varkensgebraad, dat is voor de Tsjechen wat rosbief is voor de Engelsen. Daar moet dan zuurkool bij, en knoedels natuurlijk, en dan heb je het beroemde “vepro, zelo, knedlo”, en meer heeft een mens niet nodig.
Een ferm stuk varkensfilet wordt gaar en goudbruin gebraden in de oven. Terwijl het vlees in de oven staat stoof je de zuurkool samen met wat spek en een wat karwijzaad en kook je de knedlíky. In de eethuizen krijg je meestal twee soorten: van aardappelen en van gistdeeg, maar bij moeders thuis mag het best wat eenvoudiger. Terwijl het vlees even mag rusten onder folie maak je van het braadvocht en een scheut bier of water een saus. Dan snij je het vlees in plakken en gaat het met een lepel van de jus, de knedlíky en de zuurkool op een bord, en kan het feest beginnen. Dat moet dan natuurlijk wel allemaal weggespoeld worden met bier. Per halve liter, want ze zijn daar niet voor niets met een gemiddelde van zo’n 160 liter p.p.p.j. met afstand de grootste bierdrinkers van deze planeet.
voor 6 – 8 hongerige eters:
-een stuk varkensfilet van 2 kilo
Kruiden met zout en peper, en karwijzaad als je dat lekker vindt. Ook lekker: het vlees hier en daar insnijden en er tenen knoflook in steken.
En dan kun je op drie manieren om te werk te gaan:
- Verwarm de oven voor op 225°C. Plaats het vlees op een rooster (boven een bakblik) en bak het 10-15 minuten. Draai dan de hitte terug tot zo’n 180°, bedek het vlees met folie en bak het nog 2 uur of tot de temperatuur binnen het vlees 70° bereikt heeft. Haal het folie er dan af, laat het nog zo’n 30 minuten bakken en bedruip het steeds met het braadvocht. Als het te droog wordt doe je er een klein beetje water bij.
- Laat het vlees snel rondom kleuren in een grote braadpan op hoog vuur. Zet het dan in de oven op een temperatuur van 180 graden, en ga verder als onder 1.
- Wikkel het vlees in folie. Zet het in een op 180°C voorverwarmde oven. Haal het folie er na een half uur braden af, prik de vette delen in (met een breinaald of satéprikker) en rooster het nog 30 minuten. Doe er wat water bij als het te droog wordt en blijf het vlees bedruipen. Keer het iedere vijf minuten tot het goudbruin gebakken is.
Overigens: rosbief kan op precies dezelfde manier klaargemaakt worden.
Heel belangrijk: laat het vlees zeker 10 minuten rusten onder folie voordat je het gaat snijden.
Ondertussen schep je van het vocht dat is achtergebleven zoveel mogelijk het vet af. Doe er wat water bij (bier mag natuurlijk ook ☺), en roer de aanbaksels los van de bodem. Laat het nog een paar minuten doorkoken. Als de saus te dun is roer je er nog wat in water opgeloste bloem of maïzena door.
Ondertussen heb je tijd genoeg gehad om de zuurkool en de knedlíky te maken.