Gerechten uit de keuken van Tsjechië
Nakládané ryby na kyselo
witvis in het zuur
Een heerlijk recept voor voorn -of andere witvis-, ingelegd in azijn, witte wijn, uien en suiker, gekruid met laurier, mosterdzaad, kruidnagels en jeneverbessen.
Voorntjes hebben nogal wat vervelende graatjes, wat het visje niet bepaald populair heeft gemaakt in de keuken. Jammer, want het is eigenlijk een erg smakelijk visje, zoals dit recept maar weer bewijst. Door de voorntjes in te leggen in azijn wordt dat probleem letterlijk en figuurlijk opgelost.
Voor deze smakelijke voorn in azijn hebben we nodig:
20 blankvoorns (of andere witvis: kolblei, brasem, rietvoorn, etc.) van ca. 20 cm. lengte
bloem
olie
zout en peper
3 dl. azijn
3 dl. witte wijn
150-300 gr. suiker (naar smaak)
een handje mosterdzaad
3-5 laurierbladeren
5-10 kruidnagels
20 jeneverbessen
uien, in fijne ringen gesneden
Fileer de voorn, trek de huid eraf en kruid ze met zout en peper. Haal ze door de bloem en bak ze in de hete olie tot ze bruin zijn.
Doe de azijn, wijn, suiker, mosterdzaad, laurier, kruidnagels en jeneverbessen in een pan. Doe er zoveel uienringen bij dat ze net onder staan. Breng het aan de kook en laat het 5 minuten doorkoken. Zet dan het vuur af en laat het weer helemaal afkoelen.
Doe de gebakken visfilets in een schaal van glas of geglazuurd aardewerk. Giet er het vocht overheen, samen met de uien en de kruiden.
Zet het afgedekt in de koelkast en laat het er tenminste drie dagen staan.
(Zeker drie dagen, zodat de azijn ook de tijd krijgt om de graatjes zacht te maken en op te lossen.)
Haal de visjes er niet met je vingers uit, maar gebruik schoon bestek, dan blijft het in de koelkast zeker zo’n vier weken goed.
Eet de voorn in azijn met bijvoorbeeld aardappelen in de schil of met brood.